Groei en welzijn

Het dwergstaatje Bhutan heeft wereldfaam verworven met zijn concept van ‘bruto nationaal geluk’. Het landje, destijds een dictatuur waar minderheden fors gediscrimineerd werden, lanceerde het concept in 1972 om de aandacht af te leiden van de slechte economische toestand.

Het idee vond opvallend genoeg een vruchtbare voedingsbodem in het Westen, waar men zich begon af te vragen of er geen alternatief was voor de puur materiële groei die het bruto nationaal product vertegenwoordigt. De twijfel over het kapitalistische credo van groei en rijkdom droeg bij tot de populariteit van fenomenen als loopbaanonderbreking, sabbaticals en consuminderen. Toch durfde vrijwel niemand zonder meer te beweren dat we het streven naar economische groei overboord moesten gooien. Zelfs de dreigende klimaatramp heeft de focus op groei niet kunnen aantasten.

De vraag in hoeverre economische groei, en dus meer materiële welvaart, bijdraagt aan ons algemene welbevinden, bleef knagen. Het rapport ‘How Was Life’, dat de Oeso deze week publiceerde, geeft een deel van het antwoord op die vraag.

De relatie tussen welzijn (een veel betere term dan het vage ‘geluk’) en economische groei bestaat, maar is niet eenduidig. Voor dimensies als opleidingsniveau en gezondheid is dat verband er heel duidelijk, voor democratie en veiligheid is het verband veel minder sterk. De relatie tussen economische groei en de kwaliteit van het leefmilieu is negatief.

Welke gevolgtrekkingen moeten we daar nu aan koppelen? Allereerst dat we ontwikkelingslanden alle kansen moeten bieden om economisch te groeien. Een toename van het bbp leidt daar wel degelijk tot een toename van het welzijn.

Het romantische idee dat meer primitieve samenlevingen er beter aan toe zijn omdat ze zich niet hoeven te bekommeren om de hypotheek, nooit in de file staan en geen last hebben van keuzestress, kan de prullenbak in. Want dat zijn ook de samenlevingen waar vrouwen niets te vertellen hebben, mensen niet oud worden en kinderen door gebrek aan onderwijs geen kansen krijgen hun leven te verbeteren.

Het is wel degelijk zo dat economische groei ons leven verbetert, en niet verslechtert. Dat blijkt ook uit de cijfers. Ondanks de stress en drukte, werken we steeds minder uren per jaar. De lange vakanties en de loopbaanonderbreking zijn mogelijk omdat we ons dankzij het hoge welvaartspeil dergelijke niet-productieve periodes kunnen veroorloven. En het is ook economische groei die nieuwe technologieën als windmolens of elektrische auto’s mogelijk maakt, waardoor op termijn ons leefmilieu erop vooruit gaat.

Maar tegelijk blijkt uit het rapport ook heel duidelijk dat het bbp een erg eenzijdige graadmeter is, die belangrijke dimensies van groei veronachtzaamt.

Een rijke samenleving waar vrouwen niets te zeggen hebben, waar niemand mag stemmen en waar de misdaad welig tiert, heeft misschien een superieur bbp, maar is er daarom niet beter aan toe dan een minder welvarende samenleving die vrouwvriendelijk, democratisch en veilig is.

Een nieuwe graadmeter voor groei dringt zich dus wel degelijk op.

MOOIJMAN, R. Groei en welzijn. De Standaard, 2014-10,05, 25.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo