De Vlaamse technologiebedrijven exporteerden vorig jaar voor bijna 55 miljard euro. De export naar BRICS-landen en andere nieuwe markten gaat goed, maar kan niet verhullen dat het moeilijk loopt in Europa.
‘Opnieuw het niveau van voor de crisis halen, moet toch minstens de ambitie zijn’, zei Wilson De Pril, de directeur-generaal van Agoria, bij de presentatie van de exportcijfers van de technologische industrieën onder die sectorfederatie. Met bijna 55 miljard euro is dat doel nog niet gehaald. Bovendien doet het eerste kwartaal voor dit jaar opnieuw voor een daling vrezen.
In de totale Vlaamse export tekenen de technologische sectoren voor een aandeel van ruim 29 %. Het gaat daarbij vooral over transportmiddelen (auto’s, trucks,… – samen voor bijna 22 miljard euro), machines (ruim 14 miljard euro) en elektrotechniek & ICT (9,6 miljard euro). Overigens werd loutere doorvoer (zoals afgewerkte wagens die via Zeebrugge Europa binnenkomen) zoveel mogelijk uit de cijfers gefilterd.
Het goede nieuws is dat de Vlaamse technologische bedrijven steeds meer exporteren naar groeilanden: alle BRICS-landen (Brazilië, Rusland, India, China, Zuid-Afrika) maar ook een hele rist andere, waaronder Japan, Zuid-Korea, Vietnam, Turkije, Marokko, Nigeria, Ghana en Mexico. Meer dan de helft van de groei van hun export over de voorbije tien jaar kwam van de vijf BRICS-landen: ruim 4 miljard extra in tien jaar, waarvan ruim 2 miljard naar China.
Het minder goede nieuws is dat de krimp vooral in Europa zit, wat vooralsnog de belangrijkste markt blijft. Dat de export naar de Europese PIIGS – landen in zware moeilijkheden: Portugal, Italië, Ierland, Griekenland en Spanje – sterk afneemt, kan niet verwonderen. Toch is niet de hele daling te verklaren door de slechte gang van zaken op de afzetmarkten. Ons land verliest de jongste jaren marktaandeel in de intra-Europese export van de technologische industrie.
Bron: De Tijd