België trekt nog altijd buitenlandse investeerders aan, maar ze geven minder geld uit en creëren almaar minder jobs. Dat blijkt uit de tiende editie van de investeringsbarometer van Ernst & Young.
‘Het was nooit zo ernstig.’ Met die woorden concludeerde Herwig Joosten, managing partner van Ernst & Young, gisteren dat buitenlandse bedrijven in ons land geen jobs meer creëren. Hun investeringen waren vorig jaar nog goed voor 2.939 banen, maar via bedrijfssluitingen en ontslagrondes schrapten ze er veel meer dan dat ze er creëerden. Buitenlandse investeerders zijn niet meer de jobmachines voor de Belgische economie die ze ooit waren.
Toen Ernst & Young in 2003 voor het eerst de buitenlandse investeringen in kaart bracht, werden per investeringsproject gemiddeld 47 banen gecreëerd. In 2012 zakte dat tot het historische dieptepunt van 17 jobs. Het Europees gemiddelde ligt op 45.
Dat komt omdat grote industriebedrijven minder fabrieken openen of uitbreiden. Buitenlandse marketing- of lobbykantoren vestigen zich nog wel in Brussel, maar daarvoor volstaat een kantoortje met één werknemer. Twee veelzeggend cijfers: E&Y telde in het Brussels Gewest vorig jaar 36 nieuwe buitenlandse investeringen, en die creëerden allemaal samen 36 jobs.
In aantal investeringsprojecten doet België of Vlaanderen het niet erg slecht, maar qua jobs en geïnvesteerde bedragen is de piek van voor de financiële crisis nog altijd niet bereikt.
In 2005 creëerden de buitenlandse investeerders volgens de E&Y-cijfers in ons land circa 6.000 banen. Nu is dat de helft. Dat toont aan dat de Europese concurrentie over het aantrekken van bedrijven sinds de crisis harder is geworden.
De Leuvense hoogleraar Leo Sleuwaegen, die de E&Y-studie begeleidt, benadrukte welke sleutelrol buitenlandse investeerders spelen in een klein land als België. Meer dan de helft van de industrie is bijvoorbeeld in handen van buitenlandse bedrijven, die op die manier goed zijn voor een aanzienlijk deel van de Belgische export en innovatie.
Dat België in 2012 weliswaar kleinere, maar dan toch méér investeerders aantrok, heeft in de eerste plaats te maken met Luik. De provincie was goed voor uitzonderlijk veel projecten. Ook Brussel deed het goed, zij het voor kleinere lobby-kantoren. Antwerpen en zijn haven kenden een gemiddeld jaar, dat ver verwijderd blijft van de piek die de provincie in 2010 bereikte. Toen werden 55 investeerders verwelkomd.
2013 is overigens niet zo goed begonnen. Tegenover een jaar eerder telde Ernst & Young in het eerste kwartaal 60 procent minder buitenlandse investeringen.
Bron: De Tijd