Over de periode 2008-2011 kende Wallonië een gemiddelde jaarlijkse economische groei van
1,18 %, terwijl Vlaanderen een gemiddelde groei kende van 0,58 % en Brussel van 0,62 %.

In 2010 bedroeg de Waalse bbp-groei 3 %, terwijl dat in Vlaanderen 2,1 % was en in Brussel
1,6 %. In 2011 nam de Waalse groei wat af tot 2,3 %, evenveel als in Vlaanderen, zo blijkt uit voorlopige cijfers. Brussel kende in 2011 een groei van 1,4 %.

Wallonië

De hogere groei in Wallonië werd in 2010 vooral door de industrie ondersteund, en dan vooral door de farmaceutische nijverheid en (in mindere mate) door de metaalnijverheid. In 2011 werd de Waalse groei vooral gedragen door de bouw, de industrie, vervoer en opslag, onroerend goed en groot- en detailhandel..

Vlaanderen

De groei in Vlaanderen in 2010 was vooral op naam te schrijven van de metaalnijverheid en de chemie en administratieve en ondersteunende diensten. In 2011 waren het vooral de bedrijfstakken industrie, vervoer en opslag, bouw, groot- en detailhandel, onroerend goed en administratieve en ondersteunende diensten die bijdroegen tot de Vlaamse groei.

Brussel

De Brusselse groei was in 2010 vooral te danken aan financiële activiteiten en verzekeringen, een bedrijfstak die bijna een vijfde van de Brusselse economie vormt. Die sector trok de groei in 2011 dan weer naar beneden.

Groei was er dan weer wel in administratie en ondersteunende diensten, vervoer en opslag en zakelijke dienstverlening. Het aantal loontrekkenden steeg er in 2010 0,5 %, het aantal zelfstandigen 1,8 %. In 2011 steeg dat naar 1,6 % en 2,8 %.

Primair inkomen

Het primair inkomen – dat is het inkomen uit arbeid én kapitaal – in Brussel bedroeg in 2010 23,4 miljard euro. In Vlaanderen bedroeg dat 156,4 miljard euro, en in Wallonië 70,8 miljard euro.

Het primair inkomen per inwoner zat in Brussel met 21.200 euro op 92,2 % van het nationaal gemiddelde, in Vlaanderen met 24.900 euro op 108,2 % van het nationaal gemiddelde en in Wallonië met 20.150 euro op 87,6 % van het nationaal gemiddelde.

Vlaanderen blijft wel voor het merendeel van de Belgische economie instaan: in 2010 was Vlaanderen goed voor 57,2 % van de toegevoegde waarde van de Belgische economie. Dat cijfer is de laatste jaren nauwelijks veranderd.

Bron: De Standaard