Het Britse blad The Economist gebruikt de prijs van een Big Mac al tijden om de koopkracht in landen te vergelijken. Een Brusselse denktank berekent nu op basis van de hamburger echter ook wie in Europa het meest effectief bezuinigt.

Guntram Wolff van de denktank Bruegel bestudeerde de prijs die je tussen juli 2011 en januari 2013 in de verschillende eurolanden van voor een Big Mac moest betalen. Op basis van deze studie concludeert hij dat vooral Ierland de economische broekriem de laatste tijd stevig heeft aangehaald en dat Italië van alle landen in nood dit het minst lijkt te doen.

Big Mac index als maatstaf voor koopkracht

Het idee van de Big Mac Index is al sinds zijn introductie hetzelfde. De hamburger zou bij gelijke koopkracht overal ter wereld hetzelfde moeten kosten (als de prijs zou worden omgerekend naar dollars). De burger is immers overal precies hetzelfde. Maar omdat in het ene land de koopkracht lager is dan in het andere, verschilt de prijs van een hamburger wel degelijk, of zou hij in ieder geval op de ene plek goedkoper moeten zijn dan op de andere.

Wie stevig bezuinigt (en de binnenlandse koopkracht dus verlaagt), zou ook de prijs van een Big Mac in zijn land moeten zien dalen. Dat is volgens Wolff ook zeker het geval in Ierland. Daar ging de prijs van een Big Mac de laatste tijd stevig omlaag, van 3,80 euro naar 3,50. En in drie andere landen die het erg moeilijk hebben, Griekenland, Portugal en Spanje, steeg de prijs op zijn minst minder hard dan het gemiddelde van alle eurolanden.

Een (relativerende) uitleg over de waarde en mogelijke toepassingen van Big Mac Index:
Logisch volgens Wolff, want deze landen dienen het hardst te bezuinigen vanwege hun hoge schulden. Eigenlijk is het zelfs vreemd dat de prijs van een Big Mac in Griekenland en Portugal nog altijd licht stijgt – in Spanje bleef de prijs nagenoeg gelijk. Ook Frankrijk kent een prijsstijging lager dan gemiddeld. Daar lijken de bezuinigingen dus ook aan te slaan.

In landen waar het economisch gezien beter gaat, in het bijzonder Duitsland (en toch ook Nederland), steeg de prijs van een Big Mac inderdaad harder dan het euro-gemiddelde. Zoals je dat mag verwachten van de sterkste economieën.

Italië de grote en zorgwekkende uitzondering

Er was eigenlijk maar één echte uitzondering: Italië. In dat land bleek een Big Mac het duurst van alle eurolanden. Terwijl Italië toch met een bijna onhoudbaar hoge staatsschuld kampt, en van Europa drastisch moet bezuinigen. De prijs van een Big Mac steeg in Italië bovendien het hardst van alle eurolanden, op Estland na.

Dat is volgens Wolff dus geen goed teken voor Italië. En daarmee een slecht teken voor de hele Europese Unie, die Italië zal moeten opvangen als het land financieel omvalt. Het is dus tijd dat hamburgers in het land van de pizza eindelijk eens een stuk goedkoper worden.

Bron: www.nrc.nl