Van de nieuwe auto’s die tot en met oktober in Vlaanderen aan particulieren werden verkocht, draaiden er 50,3 procent op een benzinemotor en 49,6 procent op een dieselmotor. Vlaamse particulieren schreven in die periode 62.285 benzinewagens in, tegenover 61.356 dieselauto’s. Het gaat hier niet om bedrijfswagens.

Die verhouding lag in 2011 nog heel anders. Toen was de benzinewagen goed voor maar 38,3 procent van de nieuw verkochte auto’s, tegenover 61,6 procent voor diesel. Dat blijkt uit het antwoord van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Joke Schauvliege (CD&V), op een vraag van parlementslid Griet Smaers (CD&V).

Het is historisch dat in ons dieselland de benzinewagen de diesel overtroeft. De dieselwagens zijn altijd populairder geweest omdat diesel aan de pomp traditioneel een pak goedkoper was dan benzine. Daardoor werd de duurdere aankoopprijs van een dieselauto al snel goedgemaakt.

Vanwaar nu die plotse omslag? ‘Door het wegvallen van de ecopremie eind vorig jaar zijn de kleinere dieselwagens een stuk minder aantrekkelijk geworden’, zegt Joost Kaesemans van de automobielfederatie Febiac. Hij wijst er ook op dat de laatste jaren het verschil in prijs tussen diesel en benzine flink is geslonken. ‘Bovendien begint het door te dringen dat een dieselauto zeker niet altijd de goedkoopste optie is.’ In Vlaanderen heeft de nieuwe berekening van de belasting op de inverkeerstelling (BIV) de consument nog meer richting benzine geduwd. ‘Die nieuwe BIV houdt niet alleen rekening met de CO 2-uitstoot, maar ook met de uitstoot van stikstofoxide en fijn stof’, zegt Schauvliege. Daardoor is die belasting voor de meeste dieselauto’s flink duurder geworden tegenover een benzinemodel.

‘Het doet mij plezier dat met die nieuwe regelgeving ook het gedrag is gewijzigd’, zegt de minister. ‘Dat er meer benzinewagens rondrijden, is heel belangrijk voor de luchtkwaliteit in Vlaanderen. Stikstofoxide en fijn stof zijn in Vlaanderen een groter probleem dan de CO 2-uitstoot.’

Bron: De Standaard