Armoede verjaart niet

Een verjaardag is feest: mooie wensen, warme gezelligheid, leuke attenties… Dat jaartje extra neem je erbij en stilaan schuif je op van een veertiger naar een vijftiger, medioren worden senioren, gepensioneerden zeventigplussers. Elke dag worden we een beetje ouder. Ook mensen in armoede blazen jaarlijks een kaarsje uit.

Hun feest heeft echter een bittere nasmaak want armoede verjaart niet. Wie in armoede leeft, vecht dagelijks om de eindjes aan elkaar te knopen… vaak vele jaren lang. Op hogere leeftijd uit armoede geraken, is nog zoveel moeilijker.

Het risico op een leven in armoede ligt bij ouderen veel hoger dan bij de rest van de bevolking en de gevolgen op latere leeftijd zijn dramatisch: 1 op 5 ouderen wordt geraakt door armoede. Gemiste kansen op de arbeidsmarkt, ziekte, faillissement of een echtscheiding kunnen mensen de armoede induwen. En een leven in armoede is altijd een leven met minder…

De gelukskaarten voor ouderen

Met de campagne ‘Armoede verjaart niet’ wil Welzijnszorg samen met en in naam van onze ouderen vier gelukskaarten trekken. Zodat zij op een menswaardige wijze hun leven kunnen verderzetten.

Om een menswaardig leven te kunnen leiden, heb je voldoende financiële middelen nodig. Op latere leeftijd is het pensioen de belangrijkste bron van inkomsten. Het kan het verschil maken tussen een leven in armoede of niet. Je pensioen is namelijk gebaseerd op je arbeidsverleden. Als daar iets is misgelopen, draag je dat je hele leven mee. Je kan je niet meer ‘verbeteren’: een andere job, een hoger loon… horen er niet meer bij.

België heeft daarenboven één van de laagste pensioenen van Europa. 3 op 10 Vlaamse ouderen moeten rondkomen met een gezinsinkomen tussen de 500 en 1.000 euro per maand. Voor vele ouderen is het wettelijk pensioen onvoldoende en niet in verhouding tot de reële levenskosten.

Voor mensen die geen pensioensrechten konden opbouwen of over onvoldoende bestaansmiddelen beschikken, is de situatie nog nijpender. Zij hebben recht op de InkomensGarantie voor Ouderen (IGO). Mensen krijgen dan een toeslag bovenop het pensioen, zodat ze een min of meer leefbaar inkomen hebben. Het aanvragen en de opvolging van de IGO vraagt echter wel wat administratieve vaardigheden. Mensen ervaren dit als een zware last en verantwoordelijkheid.

Dankzij de IGO hebben de meeste ouderen een inkomen dat ongeveer de armoedegrens benadert. Maar daarmee zijn de financiële zorgen niet van de baan. De kans op extra kosten omwille van zorg of gezondheid nemen toe naarmate je ouder wordt. Een grote groep ouderen loopt daardoor voortdurend een risico op armoede. Zij moeten hopen dat ze gezond blijven of er geen onverwachtse kosten opduiken, bijvoorbeeld aan hun woning. Om armoede bij ouderen te vermijden moeten we dus niet alleen zorgen voor een leefbaar inkomen maar ook voor betaalbare zorg en huisvesting.

Naarmate mensen ouder worden, neemt de zorgbehoefte toe. Voor wie regelmatig, langdurig of chronisch ziek is, kunnen de doktersbezoeken, ziekenhuisopnames, onderzoeken, revalidatie en geneesmiddelen de gezondheidskosten hoog doen oplopen. Bovendien stellen onderzoeken duidelijk vast dat hoe armer je bent, hoe slechter je gezondheid wordt. In armoede leven, brengt immers veel stress met zich mee, wat een rol speelt op iemands lichamelijke en geestelijke gezondheid. Maar ook een woning van slechte kwaliteit en ongezonde voeding dragen bij tot gezondheidsproblemen. Wie geen private hospitalisatieverzekering bezit, mag zich bovendien aan een hoger kostenplaatje verwachten. In België kunnen 41% van de 65-plussers hun uitgaven voor gezondheidszorgen maar moeilijk betalen. Daarbij zorgen ook niet-medische zorgkosten, zoals poetshulp, dat ouderen niet rondkomen.

Voor ouderen die in armoede leven blijft de betaalbaarheid van de zorg een serieus knelpunt, maar ook eenzaamheid speelt een belangrijke rol. Vanwege het wegvallen van familie en vrienden ervaren ouderen onvoldoende hulp en bijstand. Hierdoor zijn zij meer aangewezen op de formele zorg, die voor hen opnieuw een extra kost betekent.

Voor wie thuiszorg niet langer de beste oplossing is, is er het woonzorgcentrum. Ook daar weegt de voortdurende afhankelijkheid van zwaar hulpbehoevende ouderen op hun privéleven. Er wacht hen vaak een krappe kamer met open deur. Het kostenplaatje van deze zorgomgeving, maakt het bovendien extra zwaar.

Drie op vier ouderen beschikken over een eigen woning. Toch is het hebben van een eigen huis, geen garantie om niet in armoede terecht te komen. Het huis is vaak oud en verbouwings- of onderhoudswerken zijn te duur voor mensen met een laag inkomen. Veel woningen van ouderen zijn dan ook van mindere kwaliteit, slecht geïsoleerd en 50.000 woningen van ouderen hebben geen basiscomfort. Er bestaan nog steeds woningen zonder stromend water in de keuken en de badkamer, met een toilet buiten. 1 op 4 ouderen heeft ook geen centrale verwarming.

Niet alle ouderen zijn eigenaar: 1 op 5 huurt een woning. Wie met een beperkt budget afhankelijk is van de huurmarkt is er nog slechter aan toe. Wie niet terechtkan op de sociale huurmarkt, zoekt zijn woning op de private markt. Een te groot deel van het inkomen gaat dan op aan de huur van de woning, die vaak van mindere kwaliteit is. Naast de maandelijkse huurprijs zijn er nog andere kosten zoals elektriciteit, water, verwarming… Ouderen hebben niet altijd een duidelijk zicht op deze extra woonkosten. Ze zijn onzeker over de grootte van kosten voor onderhoud en eventuele herstellingswerken. Maar ook de grootte van de sociale huisvestingsmaatschappijen schrikt af. Voor verschillende diensten worden andere mensen ingezet: techniekers, maatschappelijk werkers, conciërges… Bewoners voelen dat de kloof met hun eigen leefwereld steeds groter wordt.

Wonen op het platteland kan ook schrijnende gevolgen hebben op latere leeftijd. Armoede zit daar vaak verborgen in oudere boerderijen, weg van de dorpskern. 1 op 4 landbouwhuishoudens heeft het vandaag financieel bijzonder moeilijk. Ouderen worden er met verschillende problemen geconfronteerd: de kwaliteit van de woning is zeer laag, er zijn weinig of geen sociale woningen en de mogelijkheden van het openbaar vervoer zijn beperkt. Verhuizen kost bovendien altijd veel geld en de huurwaarborg overbruggen is tijdelijk zeer duur. Ook als is de woning niet meer aangepast aan de noden van de bewoners, wil het merendeel van de ouderen het liefst zo lang mogelijk in zijn vertrouwde omgeving blijven want zoals men zegt: “Een oude boom verplant men niet”.

Naast de drie materiële knelpunten (inkomen, zorg en wonen) schuiven ouderen nog pijnpunten naar voren. Ze ondervinden verschillende drempels om te kunnen deelnemen aan het sociale leven. Zo legt de financiële drempel heel wat beperkingen op. Uit angst om niet rond te komen, gaan ouderen besparen op hun ontspanningsmogelijkheden, het verenigingsleven én vervoer. Mobiliteit speelt immers ook een belangrijke rol. Wanneer men zelf niet langer mobiel is of onvoldoende gebruik kan maken van het openbaar vervoer, worden mensen als het ware gedwongen om thuis te blijven. Het aanbod van vrijetijdsactiviteiten is bovendien niet altijd aangepast aan de verschillende leeftijden binnen de grote groep van ouderen. Wandelingen zijn te ver, fietstochten te vermoeiend, activiteiten te laat geprogrammeerd. De digitale kloof zorgt er bovendien voor dat mensen niet geïnformeerd of ingeschreven geraken.

Naast deze drempels speelt er nog een minder zichtbaar element mee. Eenzaamheid is één van de meest in het oog springende knelpunten die ouderen ervaren en voor velen het zwaarst om dragen. Armoede is de bijkomende factor die ervoor zorgt dat ouderen sociaal uitgesloten worden in onze maatschappij. Mensen zijn getekend door deze uitsluiting en trachten hun armoede zo goed mogelijk te verbergen uit schaamte of uit angst voor reacties. Mensen dragen de last van een zwaar en moeilijk leven. De gevoelens van uitsluiting en schaamte zitten zo diep dat mensen niet altijd de nodige levensmoed en fut hebben om te kunnen deelnemen aan het verenigingsleven. Mensen voelen zich niet aanvaard en niet welkom in de groep. Zonder extra ondersteuning wordt het heel moeilijk om ouderen met een beperkt budget warm te krijgen voor uitstapjes, culturele bezoeken of sportactiviteiten. Mensen die het (financieel) moeilijk hebben, raken zo in isolement op hun kamer, in hun huis of appartement. Nochtans heeft iedereen recht op ontspanning of vakantie. De spanning en de stress die een leven in armoede met zich meebrengt, zorgen ervoor dat mensen met een beperkt inkomen nood hebben aan een rustpauze. Een vakantie of uitstap kunnen mensen sterker maken en hun in contact brengen met anderen.

Bron: www.welzijnszorg.be

E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo