De recente instap van de Franse ondernemer Bruno Caron waardeert Le Pain Quotidien op 160 miljoen euro. Meer dan pakweg Roularta of Recticel.
De waarde van PQ Licensing, de consoliderende vennootschap boven de bakkerijketen Le Pain Quotidien, groeit fors. Dat valt af te leiden uit de voorwaarden waaraan de Franse ondernemer Bruno Caron, voorzitter en oprichter van de Franse voedingsgroep Norac, zijn intrede deed in het kapitaal.
Caron verving het Amerikaanse investeringsfonds Prentice Capital. Dat fonds bezat 9 procent van de aandelen. Maar dat was niet genoeg voor de Franse entrepreneur. Hij wou dat zijn belang even groot zou worden als dat van de andere kernaandeelhouders (tussen 13 en 15%). Dankzij een kapitaalverhoging kon hij zijn participatie uiteindelijk optrekken tot 15 procent.
Uit het Belgisch Staatsblad blijkt dat de kapitaalverhoging 9,2 miljoen in het laatje bracht en daarvoor 1.326 nieuwe aandelen werden gecreëerd. Dat gebeurde tegen een prijs per aandeel van 6.935 euro. Gezien er 22.866 A-aandelen zijn van PQ Licensing, bedraagt de waarde van het bedrijf bijna 160 miljoen euro. Ter vergelijking: het beursgenoteerde voedingbedrijf PinguinLutosa was gisterenavond op de beurs 188 miljoen waard, de mediagroep Roularta 150 miljoen en de schuimrubberproducent Recticel 139 miljoen.
Sommige waarnemers stellen zich vragen bij de kapitaalverhoging. ‘Als je groeit zoals Le Pain Quotidien en zo’n cash genereert, vind ik het ongebuikelijk om een kapitaalverhoging door te voeren enkel en alleen om de verhoudingen tussen aandeelhouders te corrigeren’, stelt een financiële bron. ‘Ofwel heeft het geld nodig om zijn groei te financieren. Of er moeten putten gedicht worden.’ Topman Vincent Herbert was niet bereikbaar.
Stijgende ‘koers’
Uit een historiek van de kapitaalverhogingen van PQ Licensing blijkt dat de ‘koers’ van het aandeel de jongste jaren groeide als kool. Eind 2005 werd een kapitaalverhoging doorgevoerd tegen 1.400 euro per aandeel. Twee jaar later was dat al verdubbeld naar 2.874 euro per aandeel. En in 2008 was een aandeel al 4.573 euro waard.
De keten zelf heeft er weliswaar een fors groeiparcours op zitten. Le Pain Quotidien opende zijn eerste bakkerijwinkel in 1990 in de Brusselse Dansaertstraat. 22 jaar later is de keten met de herkenbare houten gastentafel uitgegroeid tot een wereldspeler die actief is in 15 landen. Eind vorig jaar telde ze 157 winkels en eind dit jaar zouden het er 183 moeten worden, waarvan de helft in eigen beheer en de rest via franchise.
De omzet zou moeten afklokken op 310 miljoen dollar en de operationele kasstroom (ebitda) op ongeveer 34 miljoen (de topholding PQ Licensing is in België gevestigd maar heeft zijn hoofdkantoor in New York, waardoor de resultaten in dollar gegeven worden).
Het succes van Le Pain Quotidien ontgaat ook het buitenland niet. De Fransman Bruno Caron – die ooit de bijnaam ‘Le Petit Pinault Breton’ kreeg (een referentie naar de oppermachtige Bretoense luxepaus) – is de eerste buitenlandse aandeelhouder van de bakkerijketen. Naast hem zitten een reeks Belgische investeerders met een gelijkaardig – familiaal – profiel: het duo Tony Vandewalle/Bart Van Vooren (dat jarenlang instond voor de distributie van het merk O’Neill in België), de families Josi en Vaxelaire (ex-GIB), Emiel Lathouwers (ex-AS Adventure) en oprichter Alain Coumont. Ook Vincent Herbert is aandeelhouder.