jongerenwerkloosheid in Europa

Originele eigen bedrijfjes proberen op te starten, universitairen die kuisen, en wanhopige jongeren die zelfs willen werken in ruil voor eten: in Spanje legt de ‘verloren generatie’ zich niet zomaar neer bij haar lot.
‘Ik ben Gabriel en ik ben 31 jaar. Ik werkte als leraar Portugees tot ik mijn baan verloor. Ik ben bereid om voor ouderen en kinderen te zorgen in ruil voor eten en logement, waar dan ook in het land.’ Op internetfora groeien aanbiedingen van wanhopige werkloze jongeren in snel tempo aan. Ze flirten niet alleen met de illegaliteit, maar met de grenzen van de menselijke waardigheid tout court.

Nog nooit waren de Spaanse jongeren beter opgeleid als vandaag, nog nooit waren hun perspectieven zo somber. Enkele jaren geleden werd de Spaanse jeugd nog de generatie van de ‘mileuristas’ genoemd omdat een loon van amper 1.000 euro zowat de norm geworden was. Vandaag is voor de ‘verloren generatie’ werken op zich een luxe.

De cijfers zijn somber: de helft van de Spaanse jongeren heeft geen baan. Wie toch het geluk heeft om te werken, doet dat in meer dan 40 procent van de gevallen onder zijn opleidingsniveau. In geen enkel land van de Oeso zijn er bovendien meer werkloze universitairen dan in Spanje. ‘Een toestand waaronder deze generatie een leven lang zal lijden’, waarschuwen analisten.

Masochistisch

Voor een etalage vol T-shirts met gekke slogans is Miguel Sánchez Vázquez (24) een sigaret aan het roken. Hij heeft niet alleen de statistieken tegen, zijn studiekeuze — mijnbouwingenieur — is bijna masochistisch in een land waar boze mijnwerkers al maanden actie voeren omdat er voor hen geen toekomst meer is. Toch is de werkstudent niet bang om de crisis recht in de ogen te kijken. Al twee jaar bouwt hij samen met een vriend Lamíamolamás uit: een minibedrijfje dat T-shirts bedrukt. ‘Geen nieuw idee, maar in de winkels die ik kende, moest je altijd meteen meerdere stuks bestellen. Hier kan je gewoon één exemplaar laten ontwerpen. We bedrukken bovendien ook oude T-shirts’, vertelt hij. Een concept aangepast aan de crisis dus. ‘En met weinig risico’s. Als het bedrijfje over de kop gaat, verlies ik geld, maar een drama zou het niet zijn.’

Op de mezzanine van een copyshop huurt hij enkele vierkante meters. Het is er snikheet. Inmiddels verdient Miguel genoeg om zijn studies te betalen. Iets wat een pak moeilijker zal worden, nu het studiegeld in september flink verhoogd werd. ‘Een jaargenoot van me moet dit jaar in het midden van zijn studies stoppen, omdat zijn familie het geld niet meer heeft.’

Cursussen kopiëren

Er is nergens nog te ontsnappen aan de crisis, klinkt het. Hij wijst naar de dikke cursus chemie die op zijn werktafel ligt. Een hoop papieren in zwart-wit die met ringetjes ingebonden zijn. ‘Ik weet dat het verboden is om cursussen te kopiëren, maar ik ken niemand die de originele nog koopt. Die zijn gewoon onbetaalbaar geworden.’ Voor de studenten is er veel veranderd. ‘Ik heb ook altijd in een bar gewerkt in het weekend. Vroeger zaten studenten er tot vier uur nog flink te drinken. Nu is de bar om twee uur zo goed als leeg. Wie opstapt heeft bovendien een pak minder op.’

Maar waar hij zich nog het meeste aan stoort, is de mentaliteit van zijn generatiegenoten. ‘Ik heb altijd gewerkt en gestudeerd. En niet omdat ik moest, maar omdat ik het wilde doen. Daarom doe ik langer over mijn studies, maar ik krijg er veel voor terug. Als je wil werken, vind je werk, daarvan ben ik overtuigd. We moeten stoppen met over alles te klagen.’

Maar Miguel is ook realistisch: ‘Mijn vriendin studeert geneeskunde. Zelfs haar toekomst in onzeker. Door de zware besparingen in de gezondheidszorg is het niet alleen een vraagteken of ze een baan zal vinden als geriater, de lonen zijn ook belachelijk laag in vergelijking met wat een dokter in het buitenland verdient. Als het moet, dan vertrekken we uit Spanje, dat is zeker.’ Daarmee zou hij een van de honderdduizenden jongeren zijn die sinds het uitbreken van de crisis het land verlaten heeft.

Leven uitstellen

Miguel is een geval apart omdat hij zijn studies combineert met een eigen bedrijfje, maar heel wat afgestudeerde leeftijdsgenoten gaan met originele ideeën de strijd tegen de werkloosheid aan. Werkloze verplegers die met eigen ogen zagen hoe de gezondheidssector jarenlang vierkant draaide, geven nu advies om een en ander efficiënter te maken. Jonge architecten toveren braakliggende grond in steden om tot aantrekkelijke volkstuintjes. Een groep klasgenoten stampte een digitale winkel uit de grond met voeding voor mensen met om het even welke allergie. En al wat oudere vriendinnen bieden hun diensten aan om kinderhoofdjes luisvrij te houden.

Lang niet iedereen dus blijft bij de pakken zitten. Uit een recente studie van de kuissector blijkt bovendien dat het tegenwoordig Spanjaarden en niet de immigranten zijn die de stofvod opnemen. En daarbij zitten ook meer en meer universitairen, zegt Francisco Alonso, die voor de sectorvereniging werkt.

Desalniettemin blijft de algemene balans sowieso negatief. ‘Dit is een generatie jongeren die door de crisis gedwongen wordt om het leven zelf uit te stellen’, vertelt socioloog Antonio López Peláez. ‘Het was de generatie van alles nu, meteen. De realiteitszin was voor een stuk verloren. Ze hadden alles, maar als ze het ouderlijke huis vandaag verlaten, daalt hun levensstandaard enorm. Als ze al kunnen vertrekken. Daarom schuiven ze alles voor zich uit: alleen gaan wonen, kinderen krijgen. Ze willen er twee, maar ze hebben er geen.’

Oogappel

Tot voor kort verdienden Chema Diéguez en Eva Bonafonte, prille dertigers, nog goed hun brood. Ze illustreren deels de theorie van López Peláez. Hij was grafisch vormgever en maakte reclamecampagnes voor onder meer Mercedes en Opel. Zij werkte als architect, tot ze begin dit jaar op straat stond. Dankzij de gouden jaren wonen ze vandaag met hun tweejarig zoontje in een mooi appartement in het uiterste noorden van Madrid. Ook zij weigeren zich neer te leggen bij de dramatische toestand van hun land. Al zes maanden verkopen ze met hun bedrijfje ‘Caiman Azul’ kinderboeken op het internet. ‘Ouders sturen ons een foto van hun kind en wij zorgen ervoor dat het hoofdpersonage van de verhalen die we zelf schreven en tekenden, op hun oogappel lijkt’, vertelt Chema. ‘Een idee dat geen grote investeringen vergt.’

De verkoop zit in stijgende lijn, maar met 25 verkochte exemplaren aan een kleine 60 euro per stuk, zouden ze niet kunnen rondkomen. Ze moeten dus aan hun spaargeld zitten. Chema is nog als freelance graficus aan de slag. Eva heeft nog twee jaar een werkloosheidsuitkering, nadien valt ze terug op niets. ‘De afgelopen maanden was ik vooral met Caiman Azul bezig, nu ga ik weer naar ander werk op zoek. Maar als architect zal het moeilijk worden: er is echt niks. Mijn vader en mijn broer zijn ook architect, ook zij zijn werkloos.’

Angst voor toekomst

Het paar blijft positief. ‘We zijn niet van plan om bij de pakken te blijven zitten. De crisis is ook een kans om nieuwe dingen te bedenken.’ Toch moeten ze toegeven dat de crisis hun leven drastisch bepaalt. ‘We hebben een zoon, maar eigenlijk wilden we altijd twee kinderen. Dat gaat niet meer. In andere economische omstandigheden hadden we een andere keuze gemaakt, maar we willen dat híj het tenminste goed heeft.’

‘De toekomst boezemt ons angst in. Kijk bijvoorbeeld naar Griekenland en Portugal’, zegt Chema. ‘Van de Grieken kan je nog zeggen dat ze een geval apart zijn, het land is gewoon een ramp. Maar de Portugezen doen wat er van hen gevraagd wordt, ze maken hun huiswerk en nog gaat het er niet beter. Ach, er gaat zoveel fout in dit land. We dragen allemaal de schuld van de mislukking. We hebben jarenlang boven onze stand geleefd , dat is gewoon zo.’

Bron: De Standaard

E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo