Op het einde van de levenscyclus?
De verkoop van de iPod gaat kwartaal na kwartaal achteruit. Heeft de muziekspeler van Apple nog een toekomst?
Tien jaar geleden nog het uithangbord van de groep, vandaag niet meer dan een voetnoot in de cijfers van Apple. De iPod heeft zijn beste tijd gehad. De verkoop van de muziekspeler zit al ruim twee jaar in dalende lijn. De jongste kwartaalresultaten bevestigen nogmaals die trend. De iPod ging nog 6,8 miljoen keer over de toonbank, maar in vergelijking met een jaar geleden noteert Apple een daling van 10 procent.
Ook in België zijn mp3-spelers op hun retour. Volgens cijfers van het onderzoeksbureau GfK Retail and Technology daalde de verkoop in 2011 met 4 procent. Dit jaar wordt een daling van liefst 19 procent verwacht. In die cijfers zit ook de verkoop van de iPod. De verschillende versies van het apparaat zijn de best verkochte mp3-spelers in ons land.
De grootste redenen voor de achteruitgang van de iPod is binnen Apple te zoeken. De iPhone kannibaliseert de verkoop van de muziekspeler. Op elke Apple-smartphone is een muziekapplicatie ingebouwd die gelijkaardig is aan de iPod. iPhone-eigenaars kunnen hun muziek rangschikken via nummer, artiest, album, genre,… En ze kunnen even makkelijk hun favoriete nummers kopen via de internetmuziekwinkel iTunes. En voor de opslagruimte hoef je geen iPod aan te schaffen. De jongste iPhone heeft 16, 32 of 64 gigabyte opslagruimte, ongeveer evenveel als een iPod touch. Enkel de iPod classic heeft met 160 gigabyte meer opslagruimte, maar dat toestel dateert al van 2009.
Het internet is een andere reden voor de terugval in de verkoop van de iPod. Het (al dan niet legaal) downloaden van muziek op je mp3-speler is eigenlijk vreselijk ouderwets. Vandaag is streaming de norm. Daarbij luister je naar een nummer via het internet zonder dat je eigenaar bent van het liedje of de cd. Een bekende aanbieder is Spotify. Om via streaming naar muziek te luisteren heb je geen mp3-speler nodig. Elk toestel met een internetverbinding volstaat. Ook Apple heeft trouwens zijn clouddienst, waarmee je je muziekbibliotheek kan uploaden op het internet.
Het belang van de iPod voor Apple valt moeilijk te overschatten. Met dat toestel maakte Apple de sprong van een computerbouwer voor een nichepubliek tot een elektronicafabrikant voor het brede publiek. Steve Jobs stak al zijn energie in de mp3-speler. ‘We love music’, antwoordde hij gevraagd naar het waarom van dit toestel. Met iTunes werd Apple ook nog eens de grootste platenwinkel van de planeet.
Hebbeding
De iPod was niet de eerste mp3-speler op de markt. Maar de gebruiksvriendelijkheid, de – toen – gigantische opslagruimte en de koppeling met de iTunes-winkel maakten het toestel het perfecte hebbeding om de Amerikanen de aanslagen van 9/11 te helpen vergeten. Consumenten die een iPod in handen hadden, waren nadien sneller geneigd ook een Mac-computer of een iPhone van Steve Jobs te kopen.
Al is het belang gedaald, Apple laat zijn muziekspeler niet zomaar in de steek. Het toestel genereert nog steeds miljarden euro’s omzet met een aantrekkelijke winstmarge. Volgens hardnekkige geruchten op technologieblogs komt er dit najaar een nieuwe versie van de iPod Touch, de muziekspeler met aanraakscherm. Het toestel zou een nieuwe processor en een groter scherm krijgen. De iPod Touch wordt trouwens steeds meer in de markt gezet als een multimedia-apparaat: een muziekspeler maar evengoed een spelconsole.
Ook de andere modellen moeten we ondanks de dalende cijfers nog niet voor dood verklaren. De kleine iPod nano is ideaal bij het sporten, de shuffle is de goedkoopste optie en daardoor een ideaal cadeau, de classic zal dan weer consumenten met een grote muziekcollectie verleiden.
En zelfs in het ongeloofwaardige scenario dat het product zou verdwijnen, heeft de iPod een onuitwisbare indruk nagelaten op de muziekindustrie. Het muziekalbum heeft aan belang ingeboet, de trackcultuur is in de plaats gekomen: losse nummers worden apart beluisterd en gekocht. En de iPod met zijn iTunes-bibliotheek bleek een van de zeldzame successen tegen muziekpiraterij.
Bron: De Tijd