mens en samenleving logo

Kwart kinderen groeit op in huis zonder sanitair of verwarming

Armoedeverenigingen vragen inspanningen op de private huurmarkt nu de Armoedebarometer aantoont dat een kwart van de Vlaamse kinderen opgroeit in een huis zonder basiscomfort. Niet alleen missen ze verwarming of warm water, de gebreken hebben ook een direct gevolg op hun gezondheid.

Maar liefst een kwart van de kinderen die in Vlaanderen wonen, leeft in huizen waar ze basiscomfort als sanitair of verwarming mankeren. Ook hebben ze moeite met hun leefomgeving, die ze te vuil, afgelegen of onveilig vinden. De cijfers komen uit de recentste Armoedebarometer, zeg maar de sociale stresstest, die gisteren werd gepresenteerd. Concreet leven de kinderen zonder bad/douche, toilet, centrale verwarming of warm water. Een grote groep gezinnen heeft ook te maken met ‘ontoereikende woonkwaliteit’: zoals een vochtig huis of rottend raamwerk. Bij het kabinet van Vlaams minister van Wonen Freya Van den Bossche wordt niet getwijfeld aan de juistheid van de cijfers, wel vragen ze zich af of bijvoorbeeld wonen in een te donker huis een geschikt criterium is om armoede te meten.

Hoe dan ook duiden de cijfers op een reëel probleem op de private huurmarkt. “Een krappe markt, met dure woningen van lage kwaliteit”, zegt Bert D’Hondt van Welzijnszorg. Een markt ook waar velen met een laag inkomen terechtkomen. “Daar belanden ze vaak in een vicieuze cirkel. Ze huren een slecht maar duur appartement, dat energie verslindt, en hen zo verder op kosten jaagt. Maar door het gebrekkige aanbod hebben ze vaak geen alternatief.”

Dat die slechte woningen een kwalijke invloed hebben op de opgroeiende kinderen, staat buiten kijf. “Een gebrek aan verwarming of sanitair, of een vochtige ruimte hebben een rechtstreekse invloed op de gezondheid”, zegt D’Hondt. “Ze zijn sneller ziek, wat dan weer leidt tot ziekteverzuim. Mensen met lage inkomens leven doorgaans ook minder lang.” Andere gevolgen zijn het gebrek aan ruimte om te spelen, om huiswerk te maken, of ze leven in een onveilige buurt waardoor ze zich opsluiten.

D’Hondt haalt nog een voorbeeld aan: “Ik herinner me een vrouw die wel water had, maar geen verwarming. Ze kreeg de kleren van haar kinderen niet droog, waardoor die stinkend en muf naar school moesten.” Volgens D’Hondt is het voor velen moeilijk zich te onttrekken aan de realiteit van de woningproblematiek, en versnelt het generatiearmoede.

Volgens de armoedeorganisaties is er dus nog veel ruimte voor verbetering. Geert Marrin van Samenlevingsopbouw meent dat een grondige ommekeer in de private huurmarkt aan de orde is. “Negentig procent van alle overheidsmiddelen, zoals de hypotheekaftrek, richt zich op middenklassegezinnen met een eigen woning”, zegt Marrin. “De private huurmarkt, waar de onderlaag zich beweegt, wordt aan haar lot overgelaten.”

De Vlaamse overheid koestert wel plannen om binnen tien jaar 43.000 tot 60.000 nieuwe sociale woningen te bouwen, maar dat noemt D’Hondt achterhaald. “Als de wachtlijst blijft aangroeien zoals nu, zal dat aantal niet voldoen. Bovendien gaat het te traag.” Hij vraagt ook een uitbreiding van de huursubsidie. “Die krijg je pas als je vijf jaar op een wachtlijst staat. Dan is het vaak al te laat.”

Gerichte premies

“Aangezien de huurwet in federale handen is, treden we op in de marge”, reageert Gorik Van Holen, woordvoerder van Van den Bossche, die ook zegt dat het armoedeprobleem niet alleen via woonbeleid op te lossen is. “Maar we leveren wel inspanningen om, bijvoorbeeld via gerichte premies en isolatieprojecten, ons toe te spitsen op de lagere sociale klasse. Volgend jaar breiden we ook de huurpremie uit.”

Van Holen verwijst ook naar de nieuwe sociale woningen: “Een serieuze inhaalbeweging, waarvoor we een groeipad en het budget hebben.” Voorts worden ook verhuurders onder druk gezet, onder meer door de wooninspecties. “Huizen onbewoonbaar verklaren is misschien geen directe oplossing voor de mensen die dan moeten verhuizen. Maar ze krijgen dan wel een huursubsidie, en de eigenaar ziet zich gedwongen zijn huis te verbeteren. Op termijn vernieuwen we zo ons patrimonium.”

De Armoedebarometer wordt samengesteld door een alliantie van partners: ABVV, ACV, ACLVB, Minderhedenforum, Samenlevingsopbouw Vlaanderen, Socialistische Mutualiteiten en socio-culturele verenigingen, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, Verbruikersateljee, Vlaams netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen, Kruispunt Migratie-Integratie, Welzijnszorg.

Bert D’Hondt (Welzijnszorg):

Bron: De Morgen

  1. Wat versta je onder armoede?
  2. Hoe meet je de armoede?
  3. Bespreek aan de hand van het artikel de vicieuze cirkel van de armoede.
  4. Verklaar waarom de huurprijzen op de markt van woningen zo hoog zijn. 
  5. Som de maatregelen op om de armoede te bestrijden en leg een verband met het artikel. 


E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers