Coronacrisis doet voedselprijzen stijgen

Rijke gezinnen spenderen een iets groter deel van hun inkomen aan voeding dan arme gezinnen.

Twee economen van de Nationale Bank hebben onderzocht welke invloed de coronacrisis heeft op de consumptieprijzen. Een van de gevolgen is de sterke prijsstijging van verse voeding. ‘De voedselinflatie versnelt sinds eind 2019. Dat proces duurde voort tijdens de lockdown van de lente en de volgende maanden.’

De coronacrisis heeft volgens Hélène Zimmer en Jana Jonckheere sommige kosten doen stijgen. Ze verwijzen naar de kosten van maatregelen om de gezondheid te beschermen, de vervanging van ziek personeel door duurdere uitzendkrachten en het moeilijker transport van voedselproducten. Door de pandemie kon Spanje een deel van het fruit niet oogsten, waardoor de prijs van citrusfruit fors is gestegen. Ook het tijdelijk verbod op kortingen om hamsteren te bestrijden had een impact op de voedselprijzen.

Niet-bewerkte levensmiddelen – dat zijn fruit, groenten, vlees en vis – waren in september gemiddeld 7,20 % duurder dan in september vorig jaar. De prijs van bewerkte levensmiddelen steeg met 2,10 %, terwijl de index van consumptieprijzen slechts 0,50 % hoger noteerde dan een jaar ervoor.


Consumptiegedrag wijzigt

De eerste lockdown om de verspreiding van het coronavirus te bestrijden heeft het consumptiegedrag sterk doen veranderen. De sluiting van niet-voedingswinkels en de horeca verplichtte de gezinnen meer te sparen. Het gevolg is dat de gewichten van de producten in de index van consumptieprijzen in de lente niet representatief waren.

Daarom creëerden de twee economen een alternatieve index met gewichten die gebaseerd zijn op de effectieve consumptie-uitgaven van dit jaar. Ze baseerden zich op de uitgaven die zijn betaald met debetkaarten.

Een vergelijking van beide indexen toont aan dat de officiële index de inflatie in de periode februari tot en met juli raamt op gemiddeld 0,5 procent. De index met gewichten die zijn gebaseerd op de effectieve consumptie raamt de inflatie in die periode op gemiddeld 0,70 %. De onderschatting van de inflatie was het grootst tijdens de lockdown in april, toen het aandeel van de uitgaven voor voeding in de totale consumptie-uitgaven sterk toenam.

Arme en rijke gezinnen

Het artikel onderzoekt ook of de inflatie voor alle gezinnen even hoog is. Het gewicht van elk product in de indexkorf is gebaseerd op de uitgaven van een gemiddeld gezin. Opvallend is dat de gezinnen met een hoog inkomen een iets groter deel van hun inkomen spenderen aan voeding dan gezinnen met een laag inkomen. De reden is dat zij meer merkproducten kopen en voeding van hogere kwaliteit, die duurder is.

Arme gezinnen geven een duidelijk groter deel van hun inkomen uit aan elektriciteit, gas en huisbrandolie. Omdat de prijs van energieproducten sterk is gedaald bedroeg de inflatie voor de 25,00 % gezinnen met het laagste inkomen in de eerste negen maanden slechts 0,70 %, tegenover 0,90 % voor de 25,00 % rijkste gezinnen. Die raming is gebaseerd op de consumptie-uitgaven van 2018 en daardoor misschien niet meer representatief.

VERVENNE, W. Coronacrisis doet voedselprijzen stijgen. De Tijd, 19 november 2020, 7.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo