Inflatie getemd: dankzij of ondanks centrale banken?

Nu de Amerikaanse centrale bank de rente heeft verlaagd, lijkt de strijd tegen de grootste inflatiegolf van de laatste vier decennia voorbij. Was dat dankzij de centrale banken?

Woensdag was de Amerikaanse Federal Reserve de laatste grote centrale bank om de rente opnieuw te verlagen. Dat kan omdat de inflatie weer onder controle is. Daarmee zit het gevecht met de grootste inflatiegolf sinds de jaren 70 erop. Vooral de Federal Reserve slaagde erin de inflatie te beteugelen zonder de Amerikaanse economie in de prak te rijden. Verdienen de centrale banken nu een dikke pluim? Een balans.

“Het tussentijdse rapport, zeker dat van de Fed, oogt goed,” zegt Hans Dewachter, “maar voor een definitief oordeel is het nog afwachten of de inflatie niet weer oplaait, en of er niet alsnog een recessie uitbreekt.” Dewachter is hoofdeconoom bij KBC en professor financiële economie aan de KU Leuven. “De arbeidsmarkt in de VS zit dicht bij volledige tewerkstelling, de inflatie is gezakt van 9 tot 2 % en de economie presteert volgens haar potentieel.” Het meest waarschijnlijke scenario is volgens Dewachter dat die trend aanhoudt. “De kans op een nieuwe inflatiegolf lijkt klein. Het grootste risico is dat de economie alsnog fors afkoelt, maar dat is niet het basisscenario.”

Volgens Dewachter was er ook wat geluk in het spel. “De inflatie ging vooral omlaag omdat de energieprijzen daalden en de aanvoerketens opnieuw onder controle kwamen. Een centrale bank kan olie- en gastankers niet sneller doen varen en heeft daar dus geen directe verdienste aan.” Wat ze wel goed gedaan hebben? “Via de renteverhoging hebben ze de tweederonde-effecten van een inflatiegolf vermeden.” Een inflatiegolf van de tweede ronde ontstaat wanneer burgers en bedrijven verwachten dat de inflatie langdurig aanhoudt. Prijzen en lonen blijven dan stijgen, waardoor je in een inflatiespiraal terechtkomt.

Laat op gang gekomen

Gert Peersman, monetair specialist en professor economie aan de UGent, zit op dezelfde lijn, maar is iets kritischer dan Dewachter. “Zowel de Fed als de Europese Centrale Bank (ECB) is in deze cyclus wel heel laat op gang gekomen om de rente op trekken. De inflatie was al volop aan het oplopen toen ze pas de rente verhoogden.” Peersman maakt ook een onderscheid tussen de taak van de ECB en de Fed. “In de Verenigde Staten werd de inflatie vooral door de overheid veroorzaakt. Die was tijdens corona heel royaal met ondersteuningsmaatregelen, waardoor burgers en bedrijven veel geld te besteden hadden, wat de vraag aanzwengelde en zo leidde tot een oververhitte economie en inflatie. Bij zo’n situatie – een vraagschok in het jargon – is het vrij makkelijk de rente te verhogen terwijl de economie blijft groeien.”

De ECB had een moeilijkere taak, vindt Peersman: “Europa werd getroffen door een forse aanbodschok. Door de oorlog in Oekraïne stegen de energieprijzen fors, wat de inflatie omhoog duwde. Voor een centrale bank is een aanbodschok veel lastiger te beheersen, want zo’n schok gaat gepaard met een afkoelende economie. Als je de rente dan te veel verhoogt, dreig je de economie helemaal in een crisis te storten.”

Loon-prijsspiraal

Peersman is het met Dewachter eens dat zowel de ECB als de Fed behendig de tweederonde-effecten heeft vermeden. “Ze hebben niet dezelfde fout gemaakt als in de jaren 70. Toen durfde men de rente niet op te trekken uit angst dat de economie te sterk zou verzwakken. Daardoor ontspoorde de inflatie en ontstond er een loon-prijsspiraal. Alleen België heeft daar met zijn automatische indexering van de lonen nu nog last van.”

Beide academici zijn het er ook over eens dat voortschrijdend inzicht en onderzoek in de economie centrale banken helpt om crisissen beter te beheersen. “Centrale banken en economen leren van iedere crisis bij. Economische modellen worden bijgestuurd. In deze crisis heeft de ECB de energieprijzen in de modellen bijvoorbeeld verfijnd. Niet alleen de olieprijs, maar ook elektriciteit, gas en CO2-prijzen worden nu meegenomen”, zegt Dewachter.

“Toen Fed-voorzitter Volcker begin jaren 80 de inflatie met forse renteverhogingen bestreed, leerde men dat de negatieve gevolgen voor de economie meevielen”, vult Peersman aan.

Niet iedereen is zo tevreden over het werk van de centrale bankiers. Geert Noels, hoofdeconoom bij Econopolis, was in zijn boeken en columns altijd al scherp voor centrale bankiers. Dat is hij nu ook. “Op zich heeft de Fed een goed traject gelopen. Maar ik stoor me aan het gemak waarmee centrale banken naar allerlei instrumenten grijpen om de economie te sturen. De inflatiegolf in Europa had niets te maken met de rente. Is het optrekken van de rente dan het juiste wapen om de inflatie te bestrijden? Centrale banken willen steeds meer interveniëren en glijden zo stilaan af naar een soort planeconomie. De ECB meent altijd alles beter te weten.”

Noels waarschuwt voor de negatieve gevolgen van interventionisme door centrale banken. “Je creëert roekeloos gedrag door financiële partijen, want die rekenen erop dat de centrale banken altijd zullen tussenkomen als een markt ergens ontspoort. De renteverhogingen van de ECB hebben ook de euro duurder gemaakt, wat weegt op bedrijven die exporteren.”

Ook Peersman, die achter de genomen rentebeslissingen staat, ziet een risico als centrale bankiers te veel hooi op hun vork nemen. “Centrale bankiers moeten technocraten blijven met een eenvoudig mandaat: het garanderen van prijsstabiliteit. Dat de ECB ook klimaatbeleid centraal zet, vind ik een slechte zaak. Bij klimaatbeleid moet je afwegingen maken en prioriteiten stellen, wat aan de politiek toekomt en niet aan een centrale bank. Die mag niet voor het dilemma staan dat een lage rente goed is voor klimaatinvesteringen, maar slecht voor de inflatie.”

Von der Leyen

Hoe goed waren de voorzitters Jerome Powell (Fed) en Christine Lagarde (ECB)? “Er was bij het aantreden van Powell onder president Donald Trump angst dat hij te afhankelijk zou zijn van de regering. Dat was niet het geval. Hij luistert vooral goed naar zijn administratie en baseert zich op de economische wetenschap”, vindt Peersman. Dewachter houdt ook van zijn communicatiestijl. “Powell legt het helder uit en gaat in persconferenties in dialoog met journalisten.

Bij Lagarde is het wat strakker georganiseerd.” Ook Noels heeft meer lof voor Powell dan voor Lagarde. “Zij wil toch iets te dicht bij de politiek staan en bij EU- voorzitter Ursula von der Leyen. Powell zoekt minder de spotlights op, wat een goede eigenschap is voor een centrale bankier. Ex-voorzitters Alan Greenspan (Fed), Ben Bernanke (Fed) en Mario Draghi (ECB) wilden net als Lagarde meer in de aandacht lopen. Het enige wat Powell meer zou mogen doen is de Amerikaanse presidentskandidaten waarschuwen voor een groot begrotingstekort, zoals gouverneur Pierre Wunsch in België durft te doen.”

DECOCK, S. Inflatie getemd: dankzij of ondanks centrale banken? De Standaard, 21 september 2024, 30.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo