De Chinese producent van elektrische auto’s BYD heeft met de Turkse regering een akkoord gesloten om een grote fabriek in het land te bouwen, waar jaarlijks 150.000 auto’s kunnen worden geproduceerd. Het bedrijf omzeilt hiermee de nieuwe importheffingen van Europa.
De ondertekeningsceremonie in Istanbul, die plaatsvond in aanwezigheid van de Turkse president Recep Tayyip Erdogan, volgt daags nadat Europa de importheffingen op Chinese e-auto’s heeft verhoogd. Voor elektrische auto’s die de Europese Unie binnenkomen, gold al een tariefmuur van 10 %. De nieuwe percentages, die oplopen tot 37,60 %, komen hier nog bovenop. Voor BYD, de hoofdsponsor van het EK voetbal, bedraagt de heffing 17,40 %.
Het gaat om een voorlopige maatregel, die in november waarschijnlijk definitief wordt. De lidstaten van de Europese Commissie moeten hier nog wel mee instemmen. Daarna zal het openstaande bedrag worden geïnd. Vooralsnog ligt vooral Duitsland dwars, omdat het tegenmaatregelen voor de eigen auto-industrie vreest.
Peking waarschuwde eerder al dat de nieuwe heffingen een handelsoorlog kunnen veroorzaken. Ook dreigt het land de import van Europees varkensvlees aan banden te leggen, als wraak voor de importbeperking van elektrische auto’s.
Vooruitlopend op de verhoogde importtarieven, kondigde de Zweedse autofabrikant Volvo Car vorige maand aan dat het de productie van zijn elektrische automodellen EX30 en EX90 zal verplaatsen van China naar België. Volvo Car is voor het grootste deel eigendom van de Chinese Zhejihang Geely Holding Group.
Gelijk speelveld
De Europese Commissie wil met heffingen een gelijk speelveld creëren voor fabrikanten van elektrische auto’s, een miljardenindustrie waarin China koploper is. Omdat China nu zijn eigen fabrikanten subsidieert, is er volgens de Europese Commissie sprake van oneerlijke concurrentie. Europese fabrikanten verkeren hierdoor in zwaar weer.
De voorbije maanden liep er een Europees onderzoek naar de Chinese subsidies. Voor bedrijven die inzage hebben gegeven in hun boekhouding zijn lagere tarieven vastgesteld dan voor bedrijven die medewerking weigerden.
De vastgestelde importheffingen zijn laag in vergelijking met de verviervoudiging van de tarieven, tot boven de 100 %, die de Amerikanen onlangs aankondigden. Toch raken ze de Chinese markt harder. Er rijden in Europa relatief gezien meer Chinese stekkerauto’s rond dan in de VS.
Het aandeel verkochte elektrische auto’s van Chinese merken in de Europese Unie steeg van 0,40 % in 2019 tot bijna 8 % vorig jaar, blijkt uit cijfers van de Europese Federatie voor Transport en Milieu. Verwacht wordt dat bedrijven als BYD en Automotive Industry Corporation, de Chinese eigenaar van het voormalige Britse merk MG, tegen 2027 een marktaandeel van 20 procent bereiken.
Hongarije
De nieuwe productiefaciliteit van BYD in Turkije heeft een waarde van 1 miljard dollar en bevat naast een fabriek voor de bouw van auto’s ook een onderzoeks- en ontwikkelingscentrum. Naar verwachting opent de fabriek eind 2026 de deuren. Er komen zo’n vijfduizend mensen te werken. De locatie is nog niet bekendgemaakt.
Deze maand opende BYD ook al een fabriek van vergelijkbare grootte in Thailand. Het bedrijf heeft daarnaast aangekondigd dat het zijn eerste Europese fabriek in Hongarije wil openen.
Ook voordat de nieuwe Europese importheffingen werden aangekondigd, gold Turkije als aantrekkelijke uitvalsbasis voor autofabrikanten. Het land ligt op het kruispunt tussen Europa, Azië en het Midden-Oosten, en heeft een economisch samenwerkingsverband met de Europese Unie. Fiat en Renault openden er begin jaren zeventig vestigingen. Later volgden onder meer Ford, Toyota en Hyundai.
