De Vlaamse werkloosheid krimpt sinds augustus 2015: eind augustus 2019 telt Vlaanderen 196.433 niet-werkende werkzoekenden (NWWZ). Op jaarbasis daalt de Vlaamse werkloosheid met 10.852 eenheden of 5,2%. Het dalingsritme is opnieuw licht gestegen ten opzichte van vorige maand.
- De werkzoekenden met een werkloosheidsuitkeringsaanvraag (WZUA) staan voor 64,00 % van de Vlaamse geregistreerde arbeidsreserve,
- de jongeren in beroepsinschakelingstijd (BIT) voor 8,60 %,
- de vrij ingeschreven werkzoekenden voor 14,70 %
- en de groep ‘Andere’ voor 12,70 %. ‘Andere’ omvat de deeltijds lerenden zonder baan maar ook de werkzoekenden met een leefloon. Erkende vluchtelingen met een leefloon die zich registreren als werkzoekende worden bij ‘Andere’ geteld.
De WZUA’s dalen met 7,10 %, de daling bij de BIT jongeren ligt meer dan 5 procentpunten lager dan het gemiddelde en bedraagt 13,30 %. Bij de overige twee groepen noteren we een stijging, bij de vrij ingeschreven werkzoekenden betreft het een toename van 2,60 %, bij de groep ‘Andere’ een toename van 2,30 %. Het jaarverschil is bij beide groepen meer dan 5 procentpunten hoger dan het gemiddelde.
De werkloosheid bij de jongeren en de middenleeftijdsgroep daalt met 7,40 % en 6,40 %. De tragere daling bij de 50-plussers (-1,40 %) volgt uit de langere beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt door wijzigingen in de regelgeving en de toename van het aantal 50-plussers in de Vlaamse bevolking omwille van de vergrijzing. Het opdrijvend effect hiervan concentreert zich bij de 60-plussers (+26,90 %). De 50- tot 55-jarigen en de 55- tot 60-jarigen noteren wel lager (-9,00 % en -15,20 %).
56.395 of 28,70 % van de werkzoekenden hebben een migratieachtergrond. De allochtone werkloosheid daalt op jaarbasis met 1,20 %, de autochtone met 6,80 %.
De werkloosheidsgraad bedraagt zowel voor mannen als voor vrouwen 6,30 %.
NWWZ – Jaarverschillen
Kenmerken Niet-Werkende Werkzoekenden Categorie
Vlaanderen telt eind augustus 2019 196.433 NWWZ, dat zijn er 10.852 of 5,20 % minder dan een jaar eerder. De Vlaamse werkloosheid krimpt ondertussen sinds augustus 2015.
De NWWZ omvatten de werkzoekenden met een werkloosheidsuitkeringsaanvraag (WZUA), de werkzoekenden tijdens hun beroepsinschakelingstijd, de vrij ingeschrevenen en een reeks andere niet-werkende werkzoekenden:
- De WZUA’s zijn met 125.674 de grootste subgroep binnen de NWWZ, al is hun aandeel de voorbije jaren wel sterk gedaald. Eind augustus 2019 behoorde 64,00 % van de NWWZ tot deze categorie. De WZUA dalen op jaarbasis met 7,10 %;
- Het aantal werkzoekende jongeren in beroepsinschakelingstijd (BIT) daalt sterk met 13,30 %. Jonge schoolverlaters moeten een beroepsinschakelingstijd van één jaar doorlopen en twee positieve evaluaties van hun zoekgedrag krijgen, vooraleer ze een inschakelingsuitkering ontvangen. Vanaf dan worden ze gerubriceerd bij de WZUA’s;
- De vrij ingeschreven werkzoekenden kennen een stijging van 2,60 %. De ‘vrije werkzoekenden’ groeperen de herintreders, de werknemers in vooropzeg die tijdens de opzeg niet moeten werken en migranten die niet in aanmerking komen voor een werkloosheidsuitkering of leefloon;
- De restgroep ‘Andere’ kent een stijging van 2,30 %. Deze groep omvat de deeltijds lerenden zonder baan1 maar ook de werkzoekenden met een leefloon. Erkende vluchtelingen met een leefloon die zich registreren als werkzoekende worden bij deze groep geteld.
Geslacht
Vlaanderen telt meer mannelijke (104.674 of 53,30 %) dan vrouwelijke werkzoekenden (91.759). Dat is ooit anders geweest. De ommekeer baseerde zich op een banenverlies in de industrie waar vooral mannen actief zijn en de groei van de tewerkstelling in de tertiaire en quartaire sector met jobkansen voor vrouwen. Deze evolutie volgt ook uit de betere schoolse prestaties van meisjes. De jaarlijkse VDAB- schoolverlatersstudie signaleert dan ook niet onverwacht dat mannelijke schoolverlaters gemiddeld moeilijker aansluiting vinden met de arbeidsmarkt dan hun vrouwelijke collega’s. De tewerkstelling van laaggeschoolde vrouwen kreeg bovendien een extra-stimulans door de dienstencheques terwijl laaggeschoolde mannen repetitieve banen in de industrie zagen verdwijnen door automatisering en delokalisatie.
Leeftijd
Er is een daling in de drie leeftijdsgroepen:
– De jeugdwerkloosheid daalt met 7,40 %;
– De middenleeftijdsgroep krimpt met 6,40 %;
– Het aantal werkzoekende 50-plussers neemt af met 1,40 %. Doordat werkzoekenden langer moeten beschikbaar blijven voor de arbeidsmarkt en omwille van de vergrijzing groeit het aantal werkzoekende 60-plussers met 26,90 %. De 50- tot 55-jarigen en de 55- tot 60-jarigen dalen daarentegen met respectievelijk 9,00 % en 15,20 %. Kenmerkend voor de 50-plussers zijn het hoge aandeel langdurig werkzoekenden.
Studieniveau
De laaggeschoolden staan voor 44,40 % van de Vlaamse werkzoekenden. De laaggeschoolde en middengeschoolde werkloosheid daalt met respectievelijk 4,90 % en 6,50 %, de hooggeschoolde met 3,90 %.
Werkloosheidsduur
Meer dan de helft (54,00 %) van de Vlaamse werkzoekenden is kortdurig werkzoekend (minder dan 1 jaar), 15,60 % is langdurig werkzoekend (tussen 1 en 2 jaar) en 30,40 % is zeer langdurig werkzoekend (meer dan 2 jaar). We noteren een daling op jaarbasis bij de drie onderscheiden groepen. Bij de kortdurig werkzoekenden bedraagt deze daling -4,50 %, voornamelijk het aantal werkzoekenden die minder dan 1 maand werkzoekend zijn is sterk gedaald (-7,60 %). De daling bij de langdurig werkzoekenden bedraagt 9,90 %. Bij de zeer langdurig werkzoekenden noteren we een afname van -3,90 %, binnen deze groep blijft het aantal werkzoekenden die meer dan 10 jaar werkzoekend zijn echter wel toenemen. Concreet zijn 7.659 NWWZ eind augustus 2019 al meer dan 10 jaar op zoek naar een job.
