In het merendeel van de gevallen zijn elektronische betalingen voor de handelaar goedkoper dan contant geld aanvaarden. Dat schrijft het Prijzenobservatorium, dat de kosten van elektronisch betaalverkeer heeft geanalyseerd. Voor drie van de vier geanalyseerde profielen (een bakker, een kledingwinkel en een supermarkt) kost een elektronische transactie 0,11 tot 0,23 euro. Dat is minder dan een contante betaling, waarvan de kosten door de Betaalvereniging Nederland worden geschat op 0,29 euro.
Alleen voor het profiel dat overeenkomt met dat van een ambachtsman, liggen de kosten hoger: 0,66 tot 1,09 euro. In bijna alle onderzochte scenario’s zijn de kosten voor elektronisch betalen sinds 2015 gedaald. De daling bedraagt 1,8 tot 26 procent, afhankelijk van het profiel en de gekozen formule.
Volgens het Prijzenobservatorium functioneert de markt van elektronische betalingen goed. Minister van Economie Kris Peeters (CD&V), die de analyse bestelde, concludeert dat er voor de handelaars geen risico is voor stijgende kosten. Sinds augustus mogen handelaars kosten niet langer doorrekenen aan de klanten. Bankenfederatie Febelfin leidt uit de analyse af dat ‘er geen reden is om digitaal betalen niet aan te bieden’. Het is een misvatting dat digitaal betalen voor de handelaars duur is, aldus Febelfin.
