Gebuisd voor levenslang leren

‘Geen goesting om bij te leren’, zegt Proximus-CEO Dominique Leroy over haar met ontslag bedreigde werknemers. Achter de krasse uitspraak schuilt een groot, aanzwellend probleem: België loopt hopeloos achter in het bijscholen van personeel.

Er rolt een schokgolf over de arbeidsmarkt. Nu nog traag, straks onontkoombaar. De schreeuw om gespecialiseerde technische en informaticaprofielen klinkt steeds luider. Tegelijk kan een groeiende groep – vooral oudere – werknemers niet meer volgen. Dat het telecombedrijf Proximus 1.900 banen schrapt en tegelijk 1.250 mensen wil aanwerven, verwondert Sofie Cabus niet. Zij leidt het onderzoek naar onderwijs en arbeidsmarkt aan het Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving (HIVA, KU Leuven). Waarom zo’n grote ontslagronde hand in hand gaat met nieuwe aanwervingen? De jarenlange verwaarlozing van om- en bijscholing van laag- en middelgeschoolde arbeiders. ‘Ze zijn uitgesloten van het bijleren op de werkvloer terwijl we ze net heel hard nodig hebben om mee te gaan in de digitalisering.’

Het gebeurde eerder al bij ING, dat 3.000 mensen wil ontslaan, maar wel een leger ingenieurs en ontwikkelaars nodig heeft om het Spotify van de banken te worden. De banken stuurden de afgelopen jaren duizenden vijftigers naar huis met behoud van salaris: te duur om te ontslaan, te oud om bij te scholen. Ook de verzekeraars maken zich op voor ‘het digitale tijdperk’ en schrapten al honderden jobs.

België hinkt zwaar achterop in leren en werken. In 2016 volgde gemiddeld 6,90 % van de Belgische werknemers een opleiding. In Finland, Denemarken en Zwitserland schommelt dat rond 30,00 %. Verontrustend, meent Cabus. ‘De notie ‘een leven lang leren’ staat niet hoog aangeschreven bij Belgen. Voor wie geen diploma heeft, is dat een soort tweedekansonderwijs, is de perceptie. Werknemers denken nog te vaak: wat levert het mij op, wie gaat het betalen?’

Misverstand

Het zal nochtans moeten. Het Wereld Economisch Forum stelt dat de arbeidsmarkt er tegen 2026 helemaal anders uitziet. Dan is digitalisering – het verdwijnen van taken door het gebruik van technologie – en automatisering – door artificiële intelligentie en het inzetten van robots – doorgesijpeld in alle sectoren en beroepen. Alleen al in de VS zullen in de productie 368.000 jobs verdwijnen. Maar er komen 11 miljoen Amerikaanse jobs bij. Een aanzienlijk aantal vacatures is er voor de makers en ontwikkelaars van ICT, maar ook in de zorg (+2,3 miljoen jobs), de bouw (+800.000 jobs), en onderwijs en opleiding (+790.000 jobs) zal er veel meer werk zijn.

‘Het is een van de misverstanden over digitalisering’, zegt Ans De Vos, loopbaanexpert en hoogleraar aan de Antwerp Management School. ‘Het gaat om de groeiende vraag naar ingenieurs en software-ontwikkelaars, profielen die nu al zo schaars en duur zijn dat omscholing van werkzoekenden noodzakelijk wordt.’ Maar nog groter is de impact op alle andere jobs. ‘Een operator in een chemiefabriek zal geen schroevendraaier meer nodig hebben, maar een tablet. Hoe vaardig je bent, wordt minder belangrijk dan hoe snel je kan beslissen. De machine monitort voor jou, een lampje flikkert: wat doe je? Welke expert moet je bellen?’

Dat vraagt om nieuwe vaardigheden. Niet alleen technisch inzicht is vereist, operatoren en mensen die aan de productie werken, moeten ook goed leren communiceren, creatief zijn en beslissingen nemen om problemen op te lossen. Uit een analyse van 4,9 miljoen vacatures bij de VDAB tussen 2010 en 2016 concludeerde De Vos dat die verschuiving al is ingezet. ‘Voor technisch kunnen blijven de eisen hoog, maar belangrijker worden de soft skills. Uitgerekend die ‘softe’ zaken, attitude en mentaliteit, zijn moeilijk aan te leren.’

Kijk om je heen, zegt Jan Laurijssen, hr-consultant bij het sociaal secretariaat SD Worx. ‘De digitalisering is er al. In je gemeente vind je vandaag alle documenten digitaal, de ambtenaar geeft je hoogstens nog wat extra uitleg.’ Het gaat niet zozeer om het verdwijnen van jobs, zegt Laurijssen, maar van taken. ‘De opmars van self servicing vraagt dat al wie administratieve diensten verleende, maar ook wie in de verkoop zat, veel meer met klanten moet leren werken. Met digitale middelen.’

Speciaal geval

België is, in vergelijking met een aantal andere Europese landen, een speciaal geval, zegt Cabus. ‘We hebben niet zoveel routinejobs, zoals in Oost-Europese landen, die door automatisering dreigen te verdwijnen. We zijn ook heel goed in innovatie. Maar dat gaat vooral over hoogopgeleiden. Ook andere mensen moeten die vernieuwing onder de knie krijgen. En omdat laagopgeleiden veel minder deelnemen aan opleidingen, wordt de kloof nog groter. Zo ontstaan grote correcties op de arbeidsmarkt: massale ontslagen, massale aanwerving.’
Cabus verwijst naar Denemarken, een land met een gelijkaardig profiel. ‘Ook daar zijn er relatief minder routinejobs, maar het leren is er algemeen ingeburgerd. Werknemers kunnen zich nagenoeg kosteloos omscholen om in de sector, of daarbuiten, een andere baan te vinden. Dat georganiseerde aspect ontbreekt hier. De overheid heeft geen langetermijnvisie. Ik denk dat we 20 à 30 jaar achterophinken tegenover sommige andere landen.’

Alle hr-professionals beamen het: de arbeider, laag- of middelgeschoold, vindt moeilijker de weg naar het cursusaanbod dan de kenniswerker, die dol is op zelfontplooiing. ‘Iemand met alleen een secundair diploma of die net geen diploma heeft behaald, heeft wellicht een moeilijk onderwijsparcours gelopen’, zegt Cabus. ‘Die moest overschakelen naar een beroepsrichting, bleef zitten of verliet de school vroegtijdig. Hij komt op de arbeidsmarkt met een hekel aan het onderwijs. En wordt dan in zijn job ’terug naar de klas’ gestuurd, waar hij net slechte ervaringen had. Dat kan leiden tot de vaststelling dat werknemers ‘minder goesting’ hebben, maar er zit wel een ander verhaal aan vast.’

Maar het kán wel. Jan Van Huffel beheert met ‘Iedereen leert’ een opleidingsplatform dat een zestigtal cursussen aanbiedt aan 125 bedrijven. Dat gaat van leiderschapstraining en Excel tot stress- beheersing, ecodriving of een workshop Tax-on-Web. ‘Zo’n cursus op zich heeft weinig te maken met werk, maar heeft veel impact op het dagelijks leven. We merken dat arbeiders, die we moeilijker bereiken dan bedienden en kaderleden, daar gretig op ingaan. En daarna sneller geneigd zijn om toch een opleiding te proberen.’
Tijdsgebrek en de kostprijs, vooral door de niet-gewerkte uren, wegen vooral zwaar bij kmo’s, stelde Cabus vast. ‘We zijn harde werkers, we werken minder deeltijds dan in Nederland. Daarom zien we levenslang leren als iets dat we er ook nog bij moeten nemen. Online opleidingen kunnen een oplossing bieden.’ Het verwaarlozen van de om- en bijscholing van de beroepsbevolking heeft een onmiddellijk effect op de economische groei, berekende ze. ‘Als België dezelfde inspanning zou doen als Finland, zou de groei 0,5 procentpunt hoger liggen. Op een gemiddelde groei van zo’n 2,00 % is dat aanzienlijk.’

Kijk naar de sectoren die onder spanning staan, zegt De Vos. Banken, verzekeringen, farma, chemie, energie. ‘Ze sluiten met hun mensen een psychologisch contract: we willen een relatie op de lange termijn. Dus trekken ze mensen aan die stabiliteit zoeken. Het kwetsbaarst is de groep die dicht bij haar pensioen staat. Wie wil investeren als ze nog maar zo’n kort deel van hun carrière te gaan hebben?’

Yoga, pottenbakken, fietsen herstellen of een MBA? Bij Boss Paints kan het, op kosten van het bedrijf. Is er een link met het werk, dan mag het zelfs tijdens de werkuren. Bijna alle 275 werknemers volgden het afgelopen jaar een opleiding. ‘Belangrijker dan wat je leert, is dát je leert, zegt Gwen Declerck, hr-directeur van de verf- en lakfabrikant (50 miljoen euro omzet). Ook strategie speelt. Een labomedewerker en een marketeer worden omgeschoold tot businessanalist. ‘Ze kennen het bedrijf. Externe IT-profielen aanwerven is duur. En nieuwe mensen hebben inwerktijd nodig.’

Voor de arbeiders is het trainen op levenslang leven moeilijker, maar ‘verplichten doen we niet’. Voor wie liever niet in een klaslokaal leert, zijn er interne stages. Het bedrijf investeert jaarlijks 300.000 euro. Daarbij komen de kosten van de niet-gewerkte uren, die hoger liggen dan de prijs van de cursussen zelf.

Bij TVH, het vorkheftruckbedrijf met wereldwijd 6.000 werknemers en 1,5 miljard euro omzet, is levenslang leren al jaren ingeburgerd. Het investeerde 0,5 miljoen euro in zijn TVH Academy. Het opleidingscentrum telt tien vaste trainers, kan een beroep doen op 400 gespecialiseerde interne lesgevers en is er vooral op gericht mensen te laten doorstromen naar hogere functies. ‘Echte IT’ers huren we in bij IT-consultancybedrijven’, zegt Koen Mathys, directeur van de Academy. ‘Bredere digitale profielen leiden we zelf op.’ Ongeveer 85,00 % van de 2.000 werknemers passeert jaarlijks in de Academy, waarbij elk gemiddeld een werkweek opleiding volgt. ‘We merken weinig weerstand, zelfs niet bij laaggeschoolden’, getuigt Mathys. ‘Opleiding en omscholing zitten ingebakken in onze bedrijfscultuur.’

LEGRAND, R. Gebuisd voor levenslang leren. De Tijd, 19 januari 2019, 24.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo