mens en samenleving logo

Oergeld leek op bitcoin

Cryptomunten vertonen opvallende gelijkenissen met een primitieve geldvorm van eeuwen geleden. Die vaststelling gebruiken wetenschappers in hun zoektocht naar de oorsprong van geld.
muntschijvenGeld dat wordt ‘opgedolven’, niet onder controle staat van enige overheidsinstelling en waarvan de transacties een onverbreekbare ketting vormen. Klinkt bekend? Inderdaad, de bitcoin voldoet aan al die eigenschappen. Maar dat geldt ook voor het primitieve geld van het Yap-volk in Micronesië. De opmerkelijke parallellen tussen beide geldtypes worden in de verf gezet door archeoloog Scott Fitzpatrick van de universiteit van de Amerikaanse staat Oregon. Hij hield er dit jaar een presentatie over voor de Vereniging van Amerikaanse Archeologie, die werd opgepikt door het tijdschrift Science News.

‘Mijn vaststelling is dat deze traditionele vormen van uitwisselbare waardevolle objecten de voorlopers waren van de bitcoin en andere technologieën die een eenvormige en continue informatie­ketting vereisen’, schrijft Fitzpatrick in een samenvatting van zijn presentatie. ‘Waar het op aankomt, is de zekerheid over de waarde en de onbetwistbaarheid van het eigenaarschap.’

Stenen schijven

De stenen schijven van het eiland Yap worden in de monetaire geschiedenis gezien als een primitieve vorm van het geld zoals wij het kennen. De leden van het volk trokken er eeuwen geleden in schepen op uit naar naburige eilanden om daar manshoge schijven kalksteen op te delven. Ze boorden een gat door de schijven, waar een houten paal doorheen geschoven kon worden. Zo werden de schijven op een vlot naar Yap getransporteerd.

Op Yap stonden de schijven in de dorpen tentoon­gesteld, de bitcoins bevinden zich in een grootboek dat voor alle leden van het netwerk raadpleegbaar is
Daar werd tijdens een openbare bijeenkomst een waarde aan elke individuele schijf toegekend, waarna de schijven verdeeld werden over de verschillende stammen op het eiland. De schijven (rai in de lokale taal) werden gebruikt als huwelijksgeschenk, als gift waarmee politieke twisten bezegeld werden of als ruilmiddel voor voedingsmiddelen in geval van schaarste. De loodzware schijven konden van eigenaar veranderen zonder van hun plaats te komen. Ze bleven doorgaans waar ze waren.

Fitzpatrick somt een aantal overeenkomsten op. Zowel de Yap-schijven als de bitcoins worden opgedolven. Bij de bitcoins gebeurt dat door het inzetten van computer-rekenkracht, maar het Engelse woord dat hiervoor wordt gebruikt is ‘mining’, naar analogie met goud of zilver. De manier waarop het geld bewaard wordt, is ook vergelijkbaar: op een voor iedereen zichtbare plaats. Op Yap stonden de schijven in de dorpen tentoongesteld, de bitcoins bevinden zich in een grootboek (ledger in het Engels) dat voor alle leden van het netwerk raadpleegbaar is. Ook in de traceerbaarheid zijn er parallellen te trekken: de transactie­geschiedenis van elke bitcoin wordt vastgelegd in het computersysteem; de geschiedenis van de Yap-schijven werd oraal overgedragen.

Geld voor schulden

Fitzpatrick trok in zijn presentatie geen harde wetenschappelijke conclusies. Maar zijn vaststellingen passen in de wetenschappelijke discussie over het ontstaan van geld. Theoretici zoals Adam Smith, de grondlegger van het kapitalisme, denken dat geld het antwoord was op de behoefte van de mens om ruiltransacties te vergemakkelijken. Maar hard empirisch bewijs is daar niet voor. De theorie werd zeven jaar geleden in vraag gesteld door de antropoloog David Graeber in zijn boek Schuld: de eerste 5.000 jaar.

Hij hangt de stelling aan dat geld niet ontstaan is vanuit een behoefte om te ruilen, maar om schulden te kunnen aangaan. Al vijfduizend jaar geleden gebruikten de Mesopotamiërs en Egyptenaren klompjes zilver. Die worden in verband gebracht met schulden die boeren aangingen bij de heersers. De eerste echte munten, die geslagen werden in Lydië, in het huidige Turkije, waren bedoeld om overheidsuitgaven mee te bekostigen, vooral oorlogen. Pas later zouden de aldus ontstane munten gebruikt zijn in de handel.

Graeber onderbouwde zijn boek met voorbeelden van Afrikaanse, Aziatische en Europese samenlevingen. Maar sindsdien is er meer onderzoek gedaan naar de oorsprong van geld, ook op het Amerikaanse continent. De bijeenkomst van de Vereniging voor Amerikaanse Archeologie, waar de Yap-schijven ter sprake kwamen, was bedoeld om de resultaten van die onderzoeken naast elkaar te leggen.

MOOIJMAN, R. Oergeld leek op bitcoin. De Standaard, 2018-08-03, 23.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers