Een kopje koffie? Da’s dan twee miljoen

De Venezolaanse regering schrapt vijf nullen van haar munt, de bolivar, om de hyperinflatie een halt toe te roepen. Maar of dat veel zal helpen?

Door de waardedaling van de bolivar kan het land nog nauwelijks voedsel, medicijnen en andere levensnoodzakelijke producten invoeren.

In de Venezolaanse hoofdstad Caracas kost een kop koffie sinds deze week 2 miljoen bolivar. Een week geleden was dat nog ‘maar’ 1,4 miljoen, eind april 190.000 bolivar. Het Internationaal Monetair Fonds schatte maandag dat de inflatie in Venezuela dit jaar zal uitkomen op 1 miljoen procent. Om een idee te geven: dat zou betekenen dat voor een brood dat op 1 januari 1 euro kostte, op 31 december 10.001 euro neergeteld moet worden.

De ‘cafe con leche’-index van Bloomberg suggereert dat het nog erger kan zijn: de prijsstijging van een kop koffie (met melk) in de voorbije drie maanden stemt overeen met een prijsstijging met 1 227,64 % op jaarbasis. Het persbureau lanceerde die index omdat de regering in Caracas geen economische cijfers – onder meer over de inflatie – meer vrijgeeft. Dan meten we de inflatie zelf maar, dacht Bloomberg, aan de hand van één simpel product: de prijs van een cafe con leche. Weinig gesofisticeerd, maar veelzeggend.

De gigantische stijging van de prijzen is het gevolg van de beslissing van president Nicolas Maduro om almaar sneller en meer geld bij te drukken, in de – vergeefse – hoop daarmee de economische motor weer aan de gang te krijgen. Hij heeft het minimumloon dit jaar al vier keer verhoogd, intussen tot ongeveer 5 miljoen bolivar per maand. Daar koop je vandaag in Caracas geen drie koppen koffie meer mee. 5,2 miljoen bolivar is op de zwarte markt ongeveer 1,3 dollar waard.

Dan maar ruilen

Het geld in Venezuela is zo weinig waard geworden dat handelaars niet meer weten hoeveel ze moeten vragen voor hun producten. Een knipbeurt bij de kapper kost een miljoen bolivar. Maar de waarde van dat geld vermindert sneller dan de kapper het kan tellen. Voor dat miljoen kan hij ’s avonds soms nauwelijks iets kopen. Sommige handelaars weigeren dan ook nog geld te aanvaarden: ze ruilen hun producten liever voor goederen of diensten die ze zelf nodig hebben.

Economen zeggen al lang dat Venezuela, om de economie weer op het spoor te krijgen, moet stoppen met allerlei producten te subsidiëren – zoals de olie die het land ooit rijk maakte. Begin deze maand kon je bijvoorbeeld je auto voltanken voor nauwelijks 200 bolivar.

Maar president Maduro denkt daar anders over. Hij hoopt nu dat een munthervorming soelaas brengt. Op 20 augustus worden er vijf nullen geschrapt van de bolivar. Aanvankelijk zouden er slechts drie nullen af gaan, maar door de voorthollende inflatie bleek dat niet genoeg te zijn.

De nieuwe munt zal gekoppeld worden aan de petro, een cryptomunt die Venezuela onlangs lanceerde en die de steun van de regering krijgt. Dat zou de economie moeten ‘stabiliseren’, zei Maduro tijdens een speech woensdagavond. Maar de vooruitzichten van de petro zijn, volgens economisten, niet al te rooskleurig.

Intussen lijden de Venezolanen honger. Door de waardedaling van de bolivar kan het land nog nauwelijks voedsel, medicijnen en andere levensnoodzakelijke producten invoeren. Meer dan een miljoen inwoners hebben hun toevlucht al gezocht in buurlanden zoals Colombia.

DE RUYTER, K. Een kopje koffie? Da’s dan twee miljoen. De Standaard, 2018-07-27, 5.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo