mens en samenleving logo

‘Er loopt te veel mis om te genieten van chocolade’

Tony’s Chocolonely, het populairste chocolademerk van Nederland, is goed op weg om ook België in te palmen met zijn hippe smaakcombinaties en zijn verhaal over slaafvrije cacao. Is de fabrikant echt eerlijker dan de andere?

‘Melk karamel zeezout’ staat er op de oranje verpakking van de reep Tony’s Chocolonely. Maar ook: ‘samen maken we chocolade 100% slaafvrij.’ Is chocolade nog niet slaafvrij dan? En kun je daar iets aan doen door een nieuw smaakje te proeven?

Het oprukkende Nederlandse chocolademerk Tony’s Choco­lonely is zo charmant dat je haast vergeet hoeveel vragen het oproept. Toch wil het die vragen niet onder de mat vegen, zegt bedrijfsleider Henk Jan Beltman. Integendeel: ‘Het is voor ons heel belangrijk om te groeien, maar het allerbelangrijkste is dat we ons druk blijven maken over sociale problemen in de cacao-industrie.’

Aanklacht: eten van chocolade

Daar begon het vijftien jaar geleden alleszins mee voor Tony’s Chocolonely. ‘Tony’s’ komt van Teun, meer bepaald Teun van de Keuken, een bekende Nederlandse tv-journalist die het kritische consumentenprogramma Keuringsdienst van waarde presenteerde, en de reep lanceerde bij wijze van journalistieke stunt. ‘Chocolonely’ verwijst naar de eenzame strijd die Van de Keuken aanbond: hij werd chocolade­producent om beter te kunnen tonen hoe de chocolade-industrie profiteerde van armoede, uitbuiting en kinderarbeid.

‘Er ging een hele zoektocht aan vooraf’, vertelt Van de Keuken. ‘Ik had samen met mijn collega’s Maurice Dekkers en Roland Duong een reportage gemaakt over slavernij in de chocolade-industrie, en we hadden daar al een eerdere stunt bij bedacht: ik had een flinke portie chocolade gegeten en was mezelf gaan aanklagen omdat ik op die manier deelgenomen had aan criminele praktijken – we wisten nu eenmaal dat er illegale arbeid mee gemoeid was. Als de rechter mij zou veroordelen, zou dat een gigantische impact hebben: het eten van chocolade zou strafbaar worden.’

Maar het werd niets, dus kwam er een tweede stunt. ‘In 2005, bij de release van Sjakie en de chocoladefabriek, probeerden we Nestlé, dat de film sponsorde, zo ver te krijgen dat het een speciale slaafvrije reep op de markt zou brengen. Lukte niet, en ook Ben & ­Jerry’s vonden we niet bereid om slaafvrij chocolade-ijs te maken. Wij wilden laten zien dat het wél kon, dus lanceerden we ons eigen repen, met verpakkingen die beloofden dat ze “slaafvrij” waren.’

‘Intussen konden we onderzoeken waar onze cacaobonen vandaan kwamen. Onze reep werd gemaakt van chocolade met het keurmerk van Max Havelaar (intussen omgedoopt tot Fairtrade, red.), en de man van Max Havelaar stuurde ons naar een cacaoboerencoöperatie in Ghana. Daar bleken best veel dingen mis te gaan: de boeren betaalden meer lidmaatschap aan de coöperatie dan dat ze verdienden, en tussen de bonen met keurmerk bleken ook weleens bonen zonder keurmerk te belanden. Later hoorden we dat de werkelijkheid nog absurder was: die Ghanese coöperatie leverde wel Max Havelaar-bonen, maar de kans was heel klein dat die bonen effectief in onze repen terechtkwamen.’

Fairtrade-bonen en gewone bonen worden in de cacaohandel en -verwerking immers niet gescheiden gehouden. Aan het begin van het verwerkingsproces wordt opgetekend welk aandeel van de bonen fairtrade is, en chocolade­fabrikanten worden eraan gehouden om precies hetzelfde aandeel van hun repen een Fairtrade-label te geven. ‘In dat opzicht is het systeem dus wel eerlijk. Maar wij konden op onze repen niet langer schrijven dat het slaafvrije chocolade was, want de kans was heel groot dat er cacao in zat van boeren of arbeiders die vreselijk werden uitgebuit.’

100,00 % hip, 99,50 % slaafvrij

Vandaag mag Tony’s Chocolonely wel weer slaafvrij heten, vindt Teun Van de Keuken. ‘Het bedrijf heeft hard gewerkt aan transparantie.’ Het koopt zijn cacao en cacaoboter niet meer uit de anonieme massa, maar werkt direct samen met een reeks boerencoöperaties in Ghana en Ivoorkust. Het heeft nog altijd een Fairtrade-label, maar betaalt meer dan de Fairtrade-prijs, omdat het zich richt op het ‘leefbaar inkomen’ dat bepaald wordt door de International Labour Organiza­tion van de VN. Fairtrade schiet daarin tekort (zie inzet).

Maar hoe dat dan moet heten, beslist Teun Van de Keuken niet meer, want hij heeft het merk allang overgelaten aan mensen met meer liefde voor marketing, zoals Henk Jan Beltman. En Beltman wil nog altijd niet beweren dat zijn producten 100,00 % slaafvrij zijn, zegt hij. ‘Ik denk dat we aan 99,50 % zitten, en die laatste 0,50 % kost heel veel energie. We monitoren de ­levensomstandigheden van onze boeren en hun families, en we kunnen met een gerust hart zeggen dat de ergste vormen van slavernij niet voorkomen op onze plantages. Maar voor ons is elke vorm van illegale arbeid slavernij, ook een kind van een boer dat een keer met een machete op de plantage helpt. En dat kunnen we nog altijd niet uitsluiten.’

Kan hij armoede uitsluiten? ‘Onze boeren halen het leefbaar inkomen van de International Labour Organization nét. Maar om eerlijk te zijn: ze zijn nog altijd arm. Ze zijn wel duidelijk minder arm dan de boeren een dorp verder. Ze moeten zelf trouwens ook mee aan de weg timmeren. Hun bedrijven kunnen productiever worden; daar begeleiden we hen ook in.’

De grootste van de wereld

Beltman combineert een confronterende eerlijkheid met een onstuitbaar optimisme. ‘Zoals chocolade vandaag geproduceerd wordt, kun je er eigenlijk niet van genieten, er loopt te veel mis. Maar er komt binnenkort een kantelmoment en dan zullen wij daar een rol in hebben gespeeld, omdat wij met ons kritische verhaal steeds meer klanten aan ons binden. Op de duur zullen de grote spelers wel mee moeten. En ze kúnnen ook mee. Wij werken nu samen met vijfduizend boeren en laten al onze chocolade produceren door Barry Callebaut, de grootste cacaoverwerker ter wereld. Onze aanpak is niet veroordeeld tot kleinschaligheid, integendeel, ze is perfect opschaalbaar.’

Maar de grote wereldspelers zoals Nestlé, Mars en Mondelez (van onder meer Côte d’Or) hebben tot nu toe vooral getoond dat ze hardleers zijn. Kinderarbeid in de cacaoproductie wordt al decennialang aangeklaagd, maar is nog nooit succesvol ingedijkt: het probleem groeide gewoon mee met de productie, met als gevolg dat vandaag naar schatting 2,12 miljoen kinderen in Ghana en Ivoorkust op cacaoplantages werken. De meeste doen dat in hun thuis­omgeving, sommigen worden slachtoffer van kindertrafieken. Ook het lot van volwassen cacaoboeren verbeterde niet. Het overgrote merendeel van de boeren in Ivoorkust en Ghana, die samen twee derde van alle cacao produceren, leeft vandaag onder de armoedegrens.

Teun van de Keuken is niet echt mee met Beltmans optimisme. ‘Tony’s Chocolonely lijkt nu te redeneren: als we de grootste van de wereld worden, kunnen wij de eisen stellen. Maar dat is een moeilijke methode. Waarom legt het de grote spelers niet vaker het vuur aan de schenen? Het wil zo vrolijk overkomen dat het niet altijd meer scherp kan zijn.’

Zo eenzaam is Tony nu ook weer niet

Voor Tony’s Chocolonely opkwam, verkochten andere merken al Fairtrade-chocolade. En de jongste jaren zijn er kleinschalige choco­lademakers het nog beter willen doen. Wie garandeert wat?

Staat er een Fairtrade-keurmerk op chocolade, dan wil dat zeggen dat er cacao gekocht is volgens de spelregels van Fairtrade. ‘De voornaamste eis is een minimumprijs, die momenteel op 2.000 dollar per ton ligt’, zegt Stijn Decoene van Fairtrade België. ‘Zakt de marktprijs daaronder, dan zakt de prijs voor Fairtrade-cacao niet mee. Boven op de cacaoprijs krijgen boerencoöperaties een premie van 200 dollar per ton die ze naar eigen goeddunken kunnen uitkeren of investeren.’

Veel cacaoboeren die Fairtrade-bonen produceren, leven toch in armoede, enerzijds omdat de vraag naar Fairtrade-bonen kleiner is dan het aanbod, anderzijds omdat de Fairtrade-prijs en -premie krap berekend blijken. ‘Het is iets wat we moeten blijven evalueren. Maar voor Fairtrade is het heel belangrijk om genoeg volume te halen, zodat we voor steeds meer boeren het verschil maken’, zegt Decoene. ‘Als Fairtrade nog duurder wordt, dreigen we terrein te verliezen.’

Coöperaties die Fairtrade-bonen verkopen, verbinden zich ertoe zich democratisch te organiseren en geen ongeoorloofde kinderarbeid te gebruiken. ‘Dat wordt gecontroleerd, ook onaangekondigd.’

De Fairtrade-cacao die voor jouw Fairtrade-reep is gekocht, zit niet echt ín die reep. Dat komt doordat de grootschalige cacaoverwerkers Fairtrade-bonen en gewone bonen niet gescheiden houden. ‘Het volume dat ze verkopen met Fairtrade-label, moet overeenkomen met het volume dat ze hebben ingekocht met Fairtrade-label’, zegt Decoene. ‘Dat wordt streng gecontroleerd. Het is niet ideaal, maar als we alles gescheiden zouden houden, zou Fairtrade-chocolade veel duurder zijn.’

Wereldwijd draagt ongeveer 3,00 % van alle chocolade een Fairtrade-keurmerk. In België schommelt het marktaandeel rond 1,00 %.

Naast die niche ontstond een nog kleinere beweging, die vaak bean-to-bar of ‘single origin’-chocolade wordt genoemd. Het gaat om chocolade die terug te voeren is tot één cacaoregio of zelfs één plantage. Voor de traceerbaarheid is dat een goede zaak en het komt ook de onderhandelingspositie van boeren ten goede: hun bonen worden er meteen een pak minder inwisselbaar op.

Maar of zo’n terroirchocolade vrij is van uitbuiting, bepaalt elke fabrikant voor zich. ‘Sommigen zijn heel sociaal bevlogen, anderen streven vooral een bijzondere smaak na en liggen van hun boeren niet wakker’, zegt Isabelle Quirynen van Coup de Chocolat, dat in Antwerpen chocolade maakt van bonen uit Colombia. ‘Wij werken samen met twee plantages die we bezocht hebben en die we goed betalen. We vragen een fijne kwaliteit maar betalen dan ook 8.800 dollar per ton. We hanteren een simpel principe: als je een reep van Coup de Chocolat koopt, gaat een derde van de prijs naar de winkelier, een derde naar de fabrikant en een derde naar de boeren.’

KNOCKAERT, D. ‘Er loopt te veel mis om te genieten van chocolade’. De Standaard, 2018-01-27, 24.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers