mens en samenleving logo

5 redenen waarom revolutionaire uitvindingen toch de winkel niet halen

Innoveren, innoveren, innoveren, klinkt het in alle bedrijven. Toch botsen op het eerste gezicht fantastische uitvindingen, zoals de ultralichte wasmachine, in de praktijk vaak op een muur van bezwaren. Waarom worden zo veel ideeën in de kiem gesmoord?

Waar komt die herrie toch vandaan?

De Brit Amin Al-Habaibeh staart verbaasd naar zijn wasmachine, die heftig heen en weer schudt en oorverdovend trilt. Waar menigeen de uitknop zou indrukken en een monteur zou bellen, besluit Al-Habaibeh het apparaat zelf open te schroeven. Je bent hoogleraar Intelligent Engineering Systems of je bent het niet.

Wat blijkt? Het blok beton in de machine, bedoeld als massa om het apparaat op z’n plek te houden tijdens het draaien van de trommel, is flink beschadigd. Aan stukken gescheurd door jarenlang trillen en schudden. Het is dit moment waaraan de hoogleraar aan Nottingham Trent University terugdenkt als hij jaren later een verzoek krijgt van een ontwerpbureau. Dat betonblok in wasmachines, is dat niet hopeloos achterhaald? Zou Al-Habaibeh misschien een alternatief willen onderzoeken?

De professor is meteen enthousiast en zet een student aan het tekenen en experimenteren. Het resultaat haalde dit jaar de wereldpers met koppen als ‘22-jarige student ontwikkelt wasmachine die de wereld kan redden’. Wat de wasmachine van deze student – Dylan Knight – zo anders maakt is de introductie van een navulbaar waterreservoir. Het idee: tijdens het transport is dat reservoir leeg, wat het apparaat 30,00 % lichter maakt dan de gebruikelijke wasmachine. Verhuizers blij, want die hoeven minder te tillen. Planeet blij, want de energiekosten van transport dalen aanzienlijk, net als de CO2-uitstoot.

Zodra de wasmachine op haar plek staat, vul je het reservoir met water en heb je alsnog een flink gewicht om de trillende trommel te dempen. Het nieuws over de revolutionaire wasmachine is afgelopen zomer een van de grote klikhits. Op sociale media regent het complimenten. ‘Simpel maar briljant!’, ‘Ik zeg: doen!’, ‘Uitvinding van het jaar!’

Dat de uitvinding zo veel lof krijgt, is waarschijnlijk omdat het zo’n beetje alle magische elementen van innovatie bevat. Het gegeven dat een slimme student iets bedenkt waarmee hij wereldproblemen zoals brandstofverbruik en CO2-uitstoot te lijf gaat. Dat die student grote bedrijven die al tig jaar in de witgoedbusiness zitten te slim af is, en dat ook nog eens met een waanzinnig simpel idee.

Kortom, laat ze de fabrieken maar uitrollen, die wasmachines zonder rugbrekende betonblokken. Er is alleen één kleine hindernis. Of, nu ja, eigenlijk een behoorlijk grote hindernis. En dat is het gegeven dat ook ideeën die met zoveel enthousiasme worden begroet slechts zelden uitmonden in een product dat daadwerkelijk de winkels haalt. “Ter indicatie: voor start-ups hanteren investeerders vaak de vuistregel dat slechts één op de tien een succes wordt”, zegt Deborah Nas, hoogleraar aan de faculteit Industrieel Ontwerpen (TU Delft) en directeur van het strategische-ontwerpbureau Sunidee. “Twee op de tien start-ups lijden een kwakkelend bestaan, zeven op de tien gaan ten onder.”

Maar met die geniale, alom bejubelde wasmachine zal het toch wel goed gaan? Vijf redenen waarom ideeën zo vaak stuklopen, mét een verkenning van de kansen van de revolutionaire wasmachine.

1. Geen tv voor radioluisteraars

Bekend struikelblok: de uitvoering is te complex. “Je moet niet met hightech, gebogen flat­screentelevisies aankomen in een tijdperk waarin iedereen alleen maar radio luistert”, zegt Bauke Bokma de Boer, zelf succesvol uitvinder van onder meer spoelbakken voor de horeca die afhankelijk van het aantal spoelbewegingen automatisch vers water en zeep toevoegen. “De grootste kans op succes heb je bij een wezenlijke, maar tegelijkertijd behapbare innovatiestap ten opzichte van bestaande producten.”

Dat lijkt bij de Britse bedenkers van de ultralichte wasmachine wel goed te zitten. Zo zitten de verbindingen van het waterreservoir precies op de plek waar nu het betonblok vastzit aan de machine. Amin Al-Habaibeh: “Het is gewoon: betonblok eruit, plastic waterreservoir erin.”

Bauke Bokma de Boer: “Wat dat betreft is dit idee middenin de roos. Fabrikanten zullen niet terugdeinzen omdat ze hierdoor het complete ontwerp van de wasmachine moeten omgooien, inclusief de inrichting van hun fabrieken.”

Voorlopige tussenstand in de strijd van de revolutionaire wasmachine tegen het kerkhof van geknakte ideeën: 1-0.

2. Kannibalen: gelieve zich te onthouden

Nog zo’n fantastisch idee: de inktloze printer van de Delftse start-up Inktless. Een laser brandt het papier zwart op de plek waar teksten en grafieken moeten komen. De voordelen voor de consument zijn evident: geen printers die onverwacht stoppen wegens inktgebrek, geen noodzaak meer om peperdure inktpatronen te kopen. Ook het milieu profiteert, omdat de productie van cartridges niet meer nodig is en de afvalberg zal slinken.

Toch is het nog geen uitgemaakte zaak dat de inktloze printer een succes zal worden, zegt Deborah Nas. ‘Traditionele printerfabrikanten verdienen een groot deel van hun geld met de verkoop van inktcartridges. Alleen al daarom zullen ze niet direct staan te juichen bij dit idee. Zo’n inktloze printer kannibaliseert hun bestaande producten.”

Wat dat betreft zal de wasmachine met het waterreservoir als contragewicht waarschijnlijk beter in de smaak vallen bij producenten: witgoedgiganten kunnen haar verkopen zonder dat direct hun hele verdienmodel in duigen valt, of hun andere producten inferieur lijken. De revolutionaire wasmachine loopt uit op het kerkhof van geknakte ideeën: 2-0.

3. Jammer dat je niet bij ons werkt

Not invented here. Het is een van de oudste en bekendste valkuilen voor innovatieve geesten. Met het idee zelf is weinig mis, alleen richten bestaande bedrijven hun aandacht liever op hun eigen mensen en projecten. Het idee van de revolutionaire wasmachine is bedacht aan een universiteit en daarna overgedragen aan het bedrijf Tochi Tech, gespecialiseerd in het vastleggen van intellectueel eigendom en samenwerkingsverbanden creëren om product—ideeën commercieel levensvatbaar te krijgen. Tochi Tech laat desgevraagd weten dat er nog een lange weg te gaan is, onder meer om wasmachinefabrikanten te overtuigen van de waarde van de uitvinding.

Het verhaal doet in de verte denken aan dat van de Brit James Dyson, die zich in 1978 ergerde aan zijn stofzuiger. Wéér wilde het ding maar niet zuigen, omdat de filters verstopt raakten. Kon dat nu niet slimmer? Als ontwerper was Dyson zelf al eens betrokken geweest bij het maken van een fabrieksinstallatie die verfdeeltjes scheidt van lucht door gebruik te maken van centrifugale krachten. Zou die truc ook voor stofzuigers toe te passen zijn, vroeg Dyson zich af? Geen enkele stofzuigerfabrikant wilde met hem in zee. De enige uitweg bleek: zélf stofzuigerfabrikant worden.

Het werd een zware tijd voor hem en zijn vrouw, vertelde Dyson in een interview met het zakenblad Forbes. “We hadden te weinig geld, kweekten ons eigen voedsel, maakten onze eigen kleding en raakten nog dieper in de schulden. (…) Vrijwel elke dag wilde ik ermee stoppen.” Maar vele prototypes later was daar toch echt ’s werelds eerste zakloze stofzuiger. Dyson zelf werd miljonair en bedrijf heeft nu vestigingen in meer dan 65 landen.

Stel dat wasmachinefabrikanten ‘nee’ zeggen tegen het nieuwe idee? Is Tochi Tech dan bereid om alles uit de kast te halen om de lichte wasmachines zélf te gaan maken en de strijd aan te gaan met bestaande fabrikanten? Nee, luidt het antwoord, het bedrijf heeft geen plannen om wasmachines of componenten te gaan maken.

Ai, tegendoelpunt. Wasmachine versus kerkhof van geknakte ideeën: 2-1.

4. Dat kunnen we zelf ook wel maken

Een iconische scène in Het beste idee van Nederland. Voor de jury van deze talentenjacht voor uitvinders presenteert een student in 2005 een opladersnoertje voor mobiele telefoons met een USB-stekkertje dat je in een laptop kunt pluggen. Het snoertje is zo klein dat je het aan je sleutelhanger zou kunnen hangen en is handig dik zodat het niet snel kapotgaat.

‘Wat een apart gezicht!’, lacht de jury, wanneer de student demonstreert hoe het mobieltje aan de achterkant van een pc kan blijven hangen. Niet veel later krijgt hij te horen dat hij niet door mag naar de volgende ronde.

De scène is vooral zo opmerkelijk omdat USB-laadkabeltjes voor mobiele telefoons inmiddels de standaard zijn. Zelf heeft die student – Gregor van Egdom – daarvan helaas niet kunnen profiteren. “Ik had niet het geld noch het netwerk om mijn idee in de winkels te krijgen. Bovendien was de techniek lastig te beschermen met patenten. Er waren vergelijkbare ideeën.”

Wacht de uitvinders van de revolutionaire wasmachine eenzelfde toekomst? Jarenlang genegeerd worden door fabrikanten, die uiteindelijk zelf met iets vergelijkbaars de winkels bestormen? Zeker een mogelijk scenario, zegt Peter Blok, hoogleraar octrooirecht en privacy aan de Universiteit Utrecht. Want na een zoektocht op wasmachinepatenten vindt hij al snel een vergelijkbaar octrooi. Ingediend in 2012, door een Italiaanse uitvinder. Doel van de uitvinding, zo is te lezen in de beschrijving: een lichtere wasmachine maken met een watertank, met behoud van kwaliteit op het gebied van stabiliteit en vibratie. “Zo gaat het vaak met productideeën die op het eerste oog geniaal lijken”, zegt Blok. “Er blijkt ergens op de wereld al een vergelijkbaar idee te circuleren.”

Eis voor een beschermbaar octrooi is dat het écht innovatief is: de gemiddelde vakman zou het idee niet op een vrije middag hebben bedacht. Dat wordt bij de ultralichte wasmachine lastig als de Italiaanse uitvinder het idee al eerder publiceerde, denkt Blok. In dat geval kan de uitvinding alleen nog in de specifieke uitwerking van het concept zitten. “Het is de vraag of dat wel voldoende inventief is.”

Maar goed: zelfs als de Britse uitvinders er zelf niet van profiteren maar de ultralichte wasmachine er uiteindelijk tóch komt, is het idee maar mooi gerealiseerd en profiteren consumenten en milieu net zo goed. Van Egdom – inmiddels zelfstandig ontwerper – kijkt in ieder geval niet met wrange gevoelens terug op zijn vondst. “Dat USB-laadkabels voor telefoons nu zo zijn ingeburgerd, is voor mij het ultieme bewijs dat ik de behoefte van de markt goed aanvoelde.”

Geen nieuwe doelpunten in de strijd tussen de revolutionaire wasmachine en het kerkhof van geknakte ideeën. Stand blijft 2-1.

5. Zo briljant is dat idee nu ook weer niet

Goed: stél dat de uitvinders van de revolutionaire wasmachine hun idee met succes kunnen beschermen tegen kapers. En stél dat ze een fabrikant zover krijgen het apparaat daadwerkelijk te maken. Ligt succes dan voor het grijpen? Nog stééds niet, blijkt uit een rondgang langs industrieel ontwerpers, die zich stuk voor stuk afvragen of het waterreservoir de trillingen wel voldoende zal dempen. Ook witgoedgigant Miele oordeelt negatief. “Dit is voor ons geen denkbare oplossing”, zegt Robert Bakker, hoofd communicatie.

Miele gebruikt zelf een gietijzeren massa om wasmachines te stabiliseren. Dat materiaal heeft een veel grotere dichtheid dan water. “Wil men een gietijzeren gewicht door watergewicht vervangen, dan moet het volume van dat gewicht acht keer zo groot zijn. Zoveel ruimte is er niet in het apparaat. Een vergelijkbare redenering geldt voor beton.” Bakker komt met nog een waslijst aan bedenkingen, variërend van klotsgeluiden tijdens het centrifugeren tot extra te installeren veiligheidsfuncties.

Bam! Twee tegendoelpunten in de slotfase van de wedstrijd. Lijkt het kerkhof van geknakte ideeën toch weer te winnen, met 2-3.

Of komen de bedenkers van de nieuwe wasmachine met een laatste offensief?

Tochi Tech, dat de ultralichte wasmachine marktrijp wil maken, laat in een reactie weten het waterreservoir iets groter te maken dan het huidige betonblok om extra gewicht te creëren. Bovendien, zo zegt een woordvoerder van het bedrijf: “We hebben een nóg efficiëntere manier bedacht om het probleem van de lagere waterdichtheid te tackelen.”

Hoe dat idee eruitziet? Dat willen de makers nog niet onthullen. Maar vooruit, misschien is het wel een briljant idee dat alle bezwaren doet verdampen. Rommeldoelpunt, einduitslag 3-3.

Verlenging en penalty’s zullen moeten uitwijzen of de revolutionaire wasmachine binnenkort echt in badkamers te bewonderen is. Hoewel het apparaat er van buiten als een gewone wasmachine zal uitzien, merk je bij verhuizingen direct het verschil. Wel eerst het waterreservoir leeg laten lopen.

Vernieuwen doe je samen, en liefst buiten de deur

Innoveren: dat doe je er niet even bij. Experimenteren kost tijd, geld en extreem veel doorzettingsvermogen. Veel ideeën beginnen bij wat innovatiehoogleraar Deborah Nas van de TU Delft noemt een idea champion: iemand die bezeten raakt van een idee en alles uit de kast haalt om het tot een succesvol einde te brengen. Alleen: in z’n eentje redt zo iemand het niet. “Er is steun nodig van collega’s en van het topmanagement. Als dat er niet is, gaat je idee onder aan andermans to-dolijstje bungelen. Je moet collega’s op cruciale posities dus in een vroeg stadium bij je idee betrekken. Of liever nog: zorg dat het idee sámen met hen ontstaat, zodat een teamgevoel ontstaat.” Nas noemt het voorbeeld van het kinderzitje dat je tegenwoordig vaak ziet op de stang van herenfietsen.

Beeld 2017-12-02 om 10.45.05“Bij de brainstorm over nieuwe producten waren zowel ontwikkelaars van Sparta aanwezig, als hun distributeurs. De verkopers zagen dat vrouwen vaak kinderzitjes kochten en de man dan vroeg: heb je ook nog iets voor mij? Een zitje achterop heeft nadelen bij een herenfiets, dan kun je je been er niet meer overheen zwiepen. Zo ontstond een idee waar duidelijk behoefte aan was, en waarbij partijen vanuit allerlei disciplines vanaf het prille begin konden meedenken.”

Zodra zo’n ideeënteam is gevormd, is het belangrijk dat het niet continu wordt afgeleid door lopende zaken binnen het bedrijf. Nas: “Ik zie steeds vaker dat bedrijven zo’n ontwikkelteam zelfs op een andere locatie onderbrengen. Het is dan alleen wel zaak om precies op het juiste moment de rest van de organisatie er weer bij te betrekken. Doe je het te vroeg, dan gaat iedereen zich ermee bemoeien en kan het alsnog stranden. Maar doe je het te laat, dan groeit het risico dat de rest van de organisatie zich niet meer betrokken voelt. Misschien dat ze zelfs wel afgunst voelen: o ja, dat is dat speciale team met hun speciale project.”

Dát is pas een broodtrommel!

Beeld 2017-12-02 om 10.45.14Nederlanders staan erom bekend: vlak voor de vakantie nog even langs de kaasboer, om daar een flink stuk kaas vacuüm te laten verpakken. In een luchtloze omgeving gaat voedsel immers veel langer mee. De Haagse uitvinding Vacuvita maakt gebruik van dit principe. Een hip vormgegeven opbergdoos kan de complete inhoud vacuüm trekken. Zo blijven producten als brood, kaas en sla beduidend langer houdbaar. VacuVita is verkrijgbaar in diverse afmetingen en kan ook snel de lucht zuigen uit speciaal bijgeleverde plastic zakjes, bijvoorbeeld om vis of vlees in te bewaren.

Uitvinder Bauke Bokma de Boer slaagde er niet in bestaande fabrikanten te overtuigen van het idee. “Je moet dan echt het geluk hebben dat een producent nét op dat moment zijn assortiment wil uitbreiden met nét zo’n type product. Dat is vrij zeldzaam.”

Bokma de Boer ontwikkelde zijn product daarom zelf verder, en vond investeerders via crowdfundingsites. Hij vertelt dat in korte tijd zo’n 7.000 mensen tussen de 100 en 300 dollar betaalden, voor zijn nog niet-bestaand product. “Dat gaf een enorme boost: blijkbaar was er een aanzienlijke markt voor. De interesse in de Verenigde Staten bleek het grootst, vandaar dat we ons eerst op die markt concentreerden.”

Bokma de Boer, die eerder aan de basis stond van een innovatieve rollator die in één handomdraai verandert in een rolstoel, weet als geen ander dat de weg van idee naar product bezaaid is met valkuilen en hindernissen. “In het begin worstelden we zelfs nog enorm met de techniek. Imploderende broodtrommels, dat werk. Nu zijn gelukkig alle kinderziektes eruit en kan het product eindelijk wereldwijd de keuken in. Een prachtig moment, maar miljonair ben ik er nog niet van geworden.”

Met beschuit naar de rechter

Beeld 2017-12-02 om 10.45.24Decennialang een terugkerende ergernis aan ontbijttafels: beschuit dat in stukken breekt zodra je er een uit de rol probeert te halen. En toen was daar ineens de vondst van Theo Tempels uit Apeldoorn. In het octrooi van eind december 2000 staat ze omschreven als “een randuitsparing waarin de top van een vinger van een consument past, zodanig dat de consument het bovenste baksel van de in de strakke folie-omhulling verpakte stapel baksels kan uitnemen door de genoemde vingertop in de genoemde randuitsparing te steken”. Beschuitfabrikanten hadden in eerste instantie geen interesse in Tempels’ uitvinding, maar kwamen daarna wel een voor een zélf met beschuit met inkeping op de markt. Het leidde tot diverse rechtszaken. Daarbij draaide het om de vraag: hoe vernieuwend is de uitvinding van Tempels?

Peter Blok, hoogleraar octrooirecht aan de Universiteit Utrecht: “Als een rechter oordeelt dat een uitvinding voor de hand ligt, dan mogen andere partijen er toch mee aan de slag, ondanks het octrooi. Het ingewikkelde daarbij: zodra een uitvinding bekend is, lijkt ze vaak voor de hand liggend. Maar probeer het maar eens te bedenken vóórdat iemand de oplossing heeft laten zien. Bij deze zaak oordeelden rechters in het voordeel van de uitvinder: hij was toch echt de eerste die deze slimme oplossing had bedacht.”

MUDDE, T. 5 redenen waarom revolutionaire uitvindingen toch de winkel niet halen. De Morgen, 2017-12-02, 52
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers