De Belg en zijn spaarboekje, dat is al sinds jaar en dag trouwe liefde. Maar de meesten sparen op automatische piloot. Amper één op de vijf weet hoeveel rente hij krijgt en slechts de helft weet dat inflatie vreet aan het rendement. Meer nog: zelfs als ze elders meer rente krijgen, blijven ze trouw aan hun bank.
Dat we spaarkampioenen zijn, is geen nieuws. Bijna 259 miljard euro staat geparkeerd op gereglementeerde spaarrekeningen. Zelfs de lage rente heeft ons er nauwelijks toe aangezet om geld te beleggen of te investeren, zo blijkt uit het onderzoek dat Ivox in opdracht van Spaargids en de Spaanse ‘Santander Consumer Bank’ bij 1.000 Belgen uitvoerde in september. Wie kan sparen, doet dat in drie kwart van de gevallen nog altijd op een spaarrekening. Bijna de helft (45,00 %) doet ook nog aan pensioensparen. Maar het aantal mensen dat zijn spaargeld nog elders parkeert, is beperkt. Bijna een kwart belegt een deel van zijn geld en 12,00 % steekt zijn centen in vastgoed. Meestal gaat het om ouderen of hogeropgeleiden. Echt een doel hebben de meeste Belgen niet met hun spaargeld. Bijna zes op de tien leggen een reserve aan ‘voor als het even tegenzit’ – zowel jongeren als ouderen. Ook het pensioen en een vakantie zijn typische voorbeelden waarvoor men een cent opzijzet.
Maar de Belgen sparen al te vaak met de kop in het zand. Zo heeft de financiële crisis aangetoond dat al je spaargeld bij één bank onderbrengen niet ideaal is voor je gemoedsrust. Toch is nog 47,00 % van de ondervraagden trouw aan één bank. Vier op de tien hebben hun spaargeld verdeeld over twee banken.
Het wordt nog erger als men de Belgen ondervraagt over de rente op hun spaarrekening. Slechts één op de vijf spaarders kan precies zeggen hoeveel rente hij krijgt. Ruim 37,00 % geeft eerlijk toe er totaal geen benul van te hebben. En als we een gokje wagen naar de rente, blijken we die veel te hoog in te schatten. Toch liggen de Belgische spaarders daar hoegenaamd niet wakker van. Twee op de drie Belgen geven eerlijk toe dat hun spaargedrag totaal niet beïnvloed wordt door de rentestand. Zelfs als een bank 0,20 % meer zou bieden op een spaarrekening, zet dat weinig Belgen aan om van bank te verwisselen.
Of dat slim is, is een andere vraag. Wie vandaag 10.000 euro op zijn spaarrekening gedurende vijf jaar laat staan met een rente van 0,11 %, ziet het bedrag oplopen tot 10.055,12 euro. Op een rekening die 0,50 % opbrengt, loopt dat kapitaal op tot 10.252 euro of een verschil van 200 euro – een extraatje waar je niks voor hoeft te doen. Maar daar malen de meeste Belgen niet om. “Te veel gedoe om van bank te verwisselen”, klinkt het meest gehoorde argument. Hoewel een paar muisklikken volstaan om elders een rekening te openen en het bedrag over te schrijven. Of nog: “Ik ben tevreden met de dienstverlening van mijn bank.” Einde discussie.
Die laksheid is vooral te wijten aan een gebrek aan financiële kennis, zo blijkt uit de enquête. Slechts 10% weet op welke manier de rente op meerdere jaren berekend moet worden of weet waarom de rente zo laag staat. En dat de inflatie een stevig deel van je rendement opvreet, weet bijna de helft (47,00 %) van de spaarders niet. Dat laatste is opvallend, want driekwart beseft dat je met 100 euro van vorig jaar minder kan kopen dan met 100 euro van dit jaar. Maar dat die inflatie ook effect heeft op je rendement, beseffen veel Belgen niet.
Smartphone is de nieuwe bankkaart
Drie op de vier Belgen bankieren met z’n smartphone. Dat is een record, zo blijkt uit de jaarlijkse Digital Payments Study van Visa. Verder blijkt dat twee derde van de Belgen (65,00 %) een app gebruikt om bijvoorbeeld geld over te schrijven en hun saldo te raadplegen – een stijging van 13,00 % tegenover 2016. Meer dan de helft (58,00 %) van onze landgenoten gebruikte al eens een digitale portefeuille (bijvoorbeeld PayPal), een card-on-fileservice (waarbij je betaalgegevens worden bijgehouden op een website) of een mobiele betaalservice (zoals Android Pay). Opvallend is dat vooral millenials vertrouwd zijn met digitaal betalen. Van de respondenten tussen 18 en 34 jaar noemt 87,00 % zichzelf een gebruiker van mobiel geld.
