Stockholm leerde de wereld al cash afzweren en muziek streamen. En daar stopt het niet. Tienduizenden starters popelen er om de wereld te veroveren. Belangrijkste recept? Een overheid én een maatschappij die disruptie omarmen. ‘Als je onderneemt en mislukt, dan is het ergste dat kan gebeuren dat je een nieuwe job moet zoeken.’
IKEA. H&M. Electrolux. Allemaal multinationals die de wereld veroverd hebben. Ze zijn Zweeds, dat wist u wel. Maar wist u ook dat techreuzen als Spotify, King (dat het spel ‘Candy Crush’ bedacht), Mojang (het bedrijf achter ‘Minecraft’), de videobeldienst Skype en het muziekplatform Soundcloud Zweeds zijn? Ik stapte dan ook met veel vragen over de bloeiende lokale techreuzen en start-ups uit het vliegtuig in Bromma, een van de luchthavens van Stockholm.
Het is een kleine maar fijne hoofdstad waar je enorm veel buitenlandse talen hoort, met talloze hippe eettenten en koffiebars – de Zweden drinken er sloten van. Je ziet opmerkelijk veel jongeren in het straatbeeld. Mobiel betalen is er de norm en cash geld de uitzondering. Het is een propere stad ook, en alles lijkt er op wieltjes te lopen. Wat een contrast met Brussel, zijn afbrokkelende tunnels en viaducten, zijn chaos en zijn onbegrijpelijke institutionele wirwar…
Ronnie Leten glimlacht als ik hem dat voorleg. De Vlaamse manager leidde acht jaar lang het Zweedse conglomeraat Atlas Copco en kent het land als geen ander. ‘Ik had eens een vriend op bezoek. Hij keek door het raam van mijn appartement naar de stad en zei: ‘Het is ongelooflijk. Hier werkt alles, maar niemand werkt hier blijkbaar’, vertelt hij. ‘Maar mispak u niet: iedereen werkt hier hard.’
Inspiratiebron
Het succesverhaal waar iedereen naar verwijst, is Spotify. De Zweedse streamingdienst werd in 2008 opgericht en overtuigde wereldwijd al 60 miljoen abonnees. Spotify – gewaardeerd op 16 miljard dollar (13,6 miljard euro) – is dé grote inspiratiebron voor de lokale start-ups. Er langsgaan stond dan ook hoog op mijn verlanglijst, maar er binnengeraken lukte niet. De persdienst – die allicht de handen vol heeft met de beursintroductie die op til staat – antwoordde zelfs niet op mijn vraag om een bezoek te mogen brengen aan het hoofdkwartier.
Stel u daar maar niet te veel van voor. Geen gigantisch ruimteschip à la Apple hier. Spotify’s hoofdkantoor bevindt zich in een anoniem gebouw iets ten noorden van het centrum van Stockholm waar ik bijna voorbij wandelde. De ingang? Een deur met een klein Spotify-logo. En datzelfde logo prijkt op de gevel ter hoogte van de vierde verdieping. De soberheid zelve.
De start-upgolf die Stockholm sinds enkele jaren overspoelt, ontstond in het spoor van Spotify en unicorns of eenhoorns – jonge techbedrijven met een waardering van meer dan 1 miljard dollar – als Skype, King en Mojang. Qua aantal eenhoorns per inwoner moet Stockholm enkel onderdoen voor Silicon Valley.
‘Het jaar 0 van de huidige start-upscene is 2013’, stelt Joseph Michael, verantwoordelijk voor business development bij Invest Stockholm, het stadsagentschap dat lokale (tech)bedrijven bijstaat. Hij staat ons te woord in de cafetaria van Epicenter, een van de historische hubs pal in het centrum van de Zweedse hoofdstad. Een plek waar werknemers sinds 2015 vrijwillig een microchip in hun hand kunnen laten inplanten als alternatief voor een toegangspas en betaalkaart (lees inzet).
‘De eerste hub in de hoofdstad – SUP46 – en de eerste techevents ontstonden in 2013. En ook de hashtag #sthlmtech (een inspiratie voor het Belgische #betech, red.) werden toen gelanceerd’, zegt hij terwijl hij slides met de plattegrond van Stockholm erbij neemt om de groei van de techscene te illustreren. ‘Sindsdien schieten de initiatieven rond start-ups als paddenstoelen uit de grond.’ Michaels laatste slide met de stand van zaken staat zo vol met namen dat de plattegrond van de stad amper nog te zien is.
Volgens een rapport van Google telde Stockholm in 2014 liefst 22.000 technologiebedrijven. Bijna een vijfde van de 2 miljoen inwoners werkte toen in technologiegerelateerde functies. Programmeur was de meest courante job. De cijfers zijn vandaag allicht nog indrukwekkender.
Twee werelden
Een van de recentste hubs is STHLM Music House. Hij ligt op Djürgarden, een eiland op een kwartier varen van het centrum van Stockholm. Enkele meters verder ligt het ABBA-museum.
‘Spotify is een voorbeeld, een inspiratie’, zegt medeoprichtster Grace McCallum in de lounge van de hub, terwijl jeugdige ondernemers rondom ons in een typische start-upsfeer relaxed vergaderen. ‘Vóór Spotify bestond, zagen jonge entrepreneurs die met muziek bezig zijn misschien niet hoeveel mogelijkheden er voor hen bestonden.’ Door start-ups die muziek en technologie combineren samen te brengen, wil ze de muren tussen de twee werelden slopen. ‘Hopelijk zal het volgende Spotify hier ontstaan’, hoopt ze.
Nog geen half jaar na de oprichting telt STHLM Music House al 50 leden. Een ervan is Gigital, een boekingsplatform waar particulieren en concertorganisatoren artiesten kunnen boeken. Op het platform is alle mogelijke informatie beschikbaar over de artiest, zijn concerten, zijn management en de prijs die hij vraagt voor een optreden. Ook betalingen kunnen via het platform verlopen.
Givar Shabani richtte Gigital samen met zijn vriendin op. Hun ambitie? Het boeken van concerten voorgoed veranderen, de wereld veroveren. De Zweden zien de dingen onmiddellijk in het groot. Dat moet wel, gezien de kleine lokale markt.
Shabani staat wel ook met beide voeten op de grond. Terwijl veel van onze gesprekspartners op de start-uphype lijken mee te surfen, is hij heel realistisch. ‘Je moet veel opofferen. En dan nog is de kans klein dat je succes kent. 90,00 % van de start-ups gaat failliet’, zegt hij. Shabani moest zijn appartement opgeven en weer bij zijn ouders intrekken om de kosten te drukken. De hoge vastgoedprijzen in Stockholm – de stad kreunt al jaren onder een ‘bostadsbubbla’ (huizenzeepbel) – zijn vaak een struikelblok voor jonge ondernemers.
Influx
‘De start-upscene is de jongste jaren heel zichtbaar geworden en de stad is aantrekkelijker voor talent, voor nieuwe bedrijven en voor investeerders. Dat leidt tot een grote influx van kapitaal en mensen’, zegt Joseph Michael. Het geld stroomt massaal toe. Zweedse start-ups haalden vorig jaar 1,2 miljard euro op om hun groei te financieren, waarvan meer dan de helft uit Scandinavië. Ter vergelijking: Belgische start-ups verzamelden vorig jaar zo’n 320 miljoen euro.
Parallel is ook de Stockholmse beurs springlevend, wat jonge bedrijven een extra financieringsmogelijkheid geeft en durfkapitalisten een kans om uit te stappen. Er waren vorig jaar 69 beursintroducties op Nasdaq Nordic – de beurzengroep waar Stockholm deel van uitmaakt – voor een totaalbedrag van 7,7 miljard euro. Dat is beter dan Londen en Frankfurt. In juni brak de Zweedse beurs alle records. Er verschenen toen vijf nieuwe namen op de beurstabellen op een en dezelfde dag.
Aanzuigeffect
Lauri Rosendahl, de voorzitter van de beurs van Stockholm, glimlacht als hij onze verwondering ziet. ‘Het fundament voor die records ligt in 2012’, vertelt hij. ‘Na de financiële crisis staken alle stakeholders (beurs, banken, consultants, maar ook de toezichthouder en de Zweedse overheid) de koppen bij elkaar om uit te vlooien hoe ze de financiële markten uit het slop konden halen. We identificeerden de pijnpunten en vonden oplossingen.’ Dat creëerde een aanzuigeffect richting beurs (lees inzet).’
Ook bij de fintechhub van Stockholm floreert dat samenwerkingsmodel. Hier zijn niet enkel start-ups aanwezig, maar straks ook grootbanken, kredietkaartbedrijven en vertegenwoordigers van de toezichthouder en het ministerie van Financiën. Samenwerking, openheid, transparantie. Alles wordt in het werk gesteld om de zaken vooruit te helpen.
‘De Zweden staan veel meer open voor vernieuwing dan wij. Dat is de grootste les van die maatschappij’, meent Ronnie Leten. ‘De Vlamingen daarentegen zijn een regeltjesvolk. We willen alles omkaderen. Maar controleren brengt niets op. Transparantie, eenvoud, snelheid daarentegen wel.’
Hij haalt het voorbeeld van de taxidienst Uber aan. ‘Bij ons in België zijn er stakingen en protesten geweest tegen Uber. In Zweden hebben de taximaatschappijen zich aangepast, gemoderniseerd, gedigitaliseerd.’ Onlangs bleek ook dat Union, ’s lands grootste vakbond, de dialoog aanging met maaltijdleveranciers als Deliveroo en Uber Eats. Een verzoenende houding die je elders in Europa niet ziet.
Sociaal vangnet
Het succes van Stockholm als techhoofdstad kwam niet uit het niets. Het is het resultaat van ingrijpende en structurele veranderingen die enkele decennia geleden werden ingezet. Begin jaren 90 werd Scandinavië getroffen door een diepe vastgoed- en financiële crisis, met hoge werkloosheid en een recessie tot gevolg.
De Zweedse regering dereguleerde tal van sectoren om het tij te keren. ‘Er zijn toen fundamentele veranderingen doorgevoerd, onder meer op het vlak van belastingen en pensioenen’, vertelt Leten. ‘Er kwamen ook stimulansen om mensen ertoe aan te zetten te investeren. Voeg daar het goede onderwijssysteem en de ondernemersspirit aan toe en de wil om innovatief en trendy te zijn en dan volgt het dynamisme bij wijze van spreken vanzelf.’
Een van die regeringsmaatregelen uit de jaren 90 was een belastingverlaging voor bedrijven die pc’s kochten voor hun werknemers. En midden jaren 90 besliste de overheid een omvangrijk glasvezelnetwerk aan te leggen. Breedbandinternet is er alomtegenwoordig. Zweden staat niet per toeval al jaren bovenaan op de lijst van landen gerangschikt naar hun digitale transformatie. België staat op de 22ste stek. ‘Elke Zweed jonger dan 40 groeide op met een pc in huis’, vatte de durfkapitalist Pär-Jörgen Pärson (Northzone) het onlangs in het tijdschrift The Atlantic samen.
Andere Zweedse troeven zijn de meertaligheid – de gemiddelde Zweed praat drie talen -, het efficiënte en goedkope schoolsysteem en vooral het sociale vangnet. ‘Als je onderneemt en mislukt, dan is het ergste dat kan gebeuren dat je een nieuwe job moet zoeken’, stelt Henrik Ryden. Hij is medeoprichter van Impact Pool, een start-up die fungeert als jobkantoor voor ngo’s en internationale instellingen. Het besef dat er een vangnet is, zet aan tot meer risico’s nemen en tot meer ondernemen. ‘In de VS is dat vangnet er niet. Daar zullen mensen nooit alles riskeren om een idee uit te werken tot een bedrijf. In Zweden wel’, zegt Grace McCallum. Elin Elkehag, die met haar start-up Stilla een slimme ‘pad’ ontwikkelde om voorwerpen te beveiligen, gaat zelfs een stap verder: ‘Het is geen groot risico om ondernemer te zijn in Zweden.’
Zweden én buitenlanders zijn het roerend eens: de overheid speelde een grote rol in de opkomst van #sthlmtech en blijft een belangrijke ondersteunende speler. Met goedkope leningen, lokale agentschappen zoals Stockholm Invest, en begeleidingsprogramma’s zoals Sting, naar wiens steun jonge bedrijven jaarlijks hengelen.
Die ondersteunende overheid heeft wel een keerzijde. De winsten uit aandelenopties, die in Stockholm net als in Silicon Valley welig tieren om knappe bollen aan te trekken, worden tot ergernis van velen soms voor twee derde wegbelast. Maar Henrik Ryden relativeert dat. ‘Het is voor veel starters minder een probleem dan voor de grote jongens.’ En het zijn net die vele kleine, ambitieuze jongens die Stockholm groot maken.