Hoe tem je de wilde globalisering?

Globalisering en vrijhandel brachten ons veel welvaart, maar er moet meer oog zijn voor de verliezers. Dat beseft nu ook de Europese Commissie. Hoe zullen we de ‘wilde globalisering’ temmen? Een econoom waarschuwt: ‘Europa slaat een gevaarlijke weg in’.

Zijn we laat? Ja, misschien. Zijn we té laat? Absoluut niet.’ Frans Timmermans, vicevoorzitter van de EU, heeft zijn lessen getrokken uit het Brexit-referendum en de verkiezingen in Frankrijk en Nederland. De vrijhandel die vrede en welvaart bracht in Europa, is losgeslagen, een wilde kracht die vooral de multinationals en hun aandeelhouders dient. Er zijn te veel verliezers bij de globalisering, beseft Timmermans, en als de winnaars geen rekening met hen houden, zal de verkiezing van Macron slechts een pyrrusoverwinning zijn.

De EU-lidstaten moeten meer doen om schadelijke neveneffecten van de globalisering bij te schaven, vindt de Commissie. De Amerikaanse president Trump wil daartoe nieuwe handelsmuren optrekken, maar de EU hoedt zich voor een protectionistische kramp.

Hoe dan wel de nadelen van de wilde globalisering aanpakken? Veel verder dan vage plannen om ‘vrije handel’ om te vormen tot ‘eerlijke handel’ komt Europa voorlopig niet. De EU-landen moeten hun krachten bundelen zodat handelsakkoorden de Europese milieu- en arbeidsnormen niet ondermijnen. En Europa moet zich beter wapenen tegen vijandelijke overnames van belangrijke bedrijven en tegen de concurrentie van producten die met staatssteun zijn gemaakt, zoals Chinees staal.

Zal dat volstaan? De Nederlandse professor financiële geografie Ewald Engelen is niet onder de indruk. ‘Dit is window dressing’, sneert hij aan de telefoon vanuit de Universiteit Amsterdam. ‘Brussel wil wel wat maatregelen nemen, maar gaat ondertussen gewoon door met het afsluiten van vrijhandelsverdragen.’ Het steeds terugkerende argument dat ‘meer groei voor meer jobs zorgt’, wuift Engelen weg als ‘flauwekul’. Hij is een fervent voorstander van deglobalisering, liep mee in protestmarsen tegen onder meer TTIP en Ceta, en kiest in zijn economische analyse openlijk de zijde van populistisch rechts. Zijn conclusie? ‘We moeten nu eerst en vooral een deel van de globalisering terugdraaien’.

Maar dat blijkt gemakkelijker gezegd dan gedaan, leert een rondvraag bij vier economen. ‘Dit wordt het vraagstuk van een generatie’, voorspelt Freddy Van den Spiegel, professor economie aan de VUB en de Vlerick Business School. Bovendien is het niet zonder risico. ‘De weg die Europa nu inslaat, is gevaarlijk’, waarschuwt KBC-econoom Jan van Hove.

1. Wat meer protectionisme kan geen kwaad

Bij elke grote fabriekssluiting door buitenlandse multinationals steekt protectionisme de kop op. Toch is het geen goed idee om pakweg Bombardier hier te houden met nieuwe Vlaamse bestellingen, vinden de meeste economen. ‘Dat ouderwetse, ruwe protectionisme kan je alleen verantwoorden als er duizenden jobs op de helling staan, zoals destijds bij de sluiting van Ford of GM’, vindt Freddy Van den Spiegel.

Het selectief beschermen van een aantal sociale verworvenheden in de eigen markt, moet volgens hem wel kunnen. Gerichte importheffingen bijvoorbeeld op producten uit landen zonder sociale zekerheid of die de mensenrechten met voeten treden, zoals China of Oost-Europa. ‘Arbeid is in die landen per definitie goedkoper. We zouden dat concurrentievoordeel gericht kunnen compenseren’, aldus Van den Spiegel. ‘Elegant is dat niet, maar het maakt het systeem wel eerlijker.’

Jan Van Hove merkt op dat het protectionisme in Europa al langer in opmars is. Vaak sluipend, via strengere regels. Maar ook via een toenemend aantal antidumpingmaatregelen, zoals tegen Chinees staal. Dat wil hij nog een correct soort protectionisme noemen, maar veel verder zou de KBC-econoom niet gaan, of we dreigen in een handelsoorlog terecht te komen. ‘We hebben veel te danken aan globalisering. We moeten oppassen dat het oprukkend populisme geen excuus wordt voor blind protectionisme.’

Van Hove ziet één uitzondering. ‘Je kan de scherpe kantjes van de globalisering wat afvijlen door sociale bescherming op te nemen in nieuwe handelsakkoorden, zoals de Commissie nu voorstelt. Maar eigenlijk moet je daarover op wereldvlak afspraken maken, onder de vleugels van de Wereldhandelsorganisatie WTO. Het laatste grote vrijhandelsakkoord dateert daar al van 1995.’

Andere economen durven wel verder te gaan. Van Den Spiegel en Engelen zien er geen graten in grote bedrijven aan te moedigen om meer in Europa te produceren, zoals de aanstaande Franse president Emmanuel Macron deed. Tijdens zijn campagne pleitte hij voor een ‘Buy European Act’. Alleen bedrijven die voor minstens de helft in de EU produceren, mogen meebieden op overheidsopdrachten.

Paul De Grauwe, professor aan de London School of Economics (LSE), is dan weer voorzichtiger. ‘Meer protectionisme? Alleen om het milieu te beschermen. De transportkosten van ingevoerde producten uit China of India zitten nu niet in de prijs verrekend. Je zou dat negatieve milieueffect kunnen belasten met een heffing.’

Maar ook dat is makkelijker gezegd dan gedaan. ‘Er bestaat nu al een soort Europese CO2-belasting, maar ze werkt niet’, zucht De Grauwe. ‘Ik stel voor nieuwe vrijhandelsverdragen in de ijskast te zetten, tot we een oplossing hebben.’

2. Een radicale aanpak van belastingontwijking en kapitaalvlucht

Het staat al langer wereldwijd op de agenda: alleen radicalere Europese belastingafspraken kunnen voorkomen dat multinationals landen tegen elkaar uitspelen en uiteindelijk geen of nauwelijks belasting betalen. Maar om die fiscale shopping te beletten, is er unanimiteit nodig tussen de 28 EU-landen. Die omslachtige procedure kan volgens Van den Spiegel gelukkig wel omzeild worden met stapsgewijze, gerichte afspraken in internationale verdragen. ‘Ook dat zal veel tijd vragen, maar op die manier is ook het bankgeheim in Europa grotendeels verdwenen.’

Ewald Engelen gaat nog een stap verder. In essentie gaat het volgens de Nederlandse professor over een nog fundamentelere vraag: willen we een grotere gemeenschappelijke markt waarin kapitaal steeds vrijer kan bewegen, terwijl arbeid grotendeels aan een plek gebonden blijft?

‘De meeste mensen blijven wonen en werken in de streek waar ze geboren zijn’, legt Engelen uit. ‘Maar kapitaal kan zich overal vrij vestigen. Dat leidt tot situaties waarbij de holding van een multinational gevestigd is in land A, de belastingen betaald worden in land B en de arbeid gebeurt in land C. Met kapitaalcontroles kan je dat veranderen. Te beginnen op nationaal vlak.’

Maar dat gaat volgens Van den Spiegel veel te ver. ‘Interne kapitaalcontroles? Als je dat doet, valt de Europese Unie uiteen.’ Van Hove is het daarmee eens. ‘Ik heb daar zelf uitgebreid onderzoek over gedaan: kapitaalcontroles werken niet. Geld is bijzonder mobiel. Je snijdt in je eigen vlees.’

3. Maak de verliezers weerbaarder

De flexibilisering van de arbeidsmarkt is een weerkerend mantra om mensen aan boord te houden van een snel evoluerende economie. In tijden van crisis kunnen bedrijven makkelijker werknemers ontslaan, maar ze kunnen ze ook makkelijker aanwerven als de economie weer aantrekt. Om op zo’n onzekere arbeidsmarkt voorbereid te zijn, moet de werknemer zich snel kunnen omscholen. Levenslang leren en investeren in onderwijs zijn daarom bijzonder belangrijk.

‘Meer opleiding, een flexibele arbeidsmarkt en constante innovatie zijn broodnodig om onze bedrijven te beschermen tegen de toenemende concurrentie’, vindt Jan Van Hove.

Maar Van den Spiegel beseft dat er ook grenzen zijn aan flexibiliteit en de mogelijkheid tot omscholen en innoveren. ‘Je moet het als werknemer maar doen.’

Engelen is gewoontegetrouw nog kritischer. ‘Ik noem dat de Davos-consensus: globalisering is goed. De verliezers van de globalisering kunnen alleen maar geholpen worden via investeringen in onderwijs. En milieuvraagstukken kunnen we alleen oplossen via technologische innovatie, zo wordt eindeloos herhaald.’

4. Meer subsidies voor zorg en onderwijs

‘Er zijn zo veel jobs nodig in het onderwijs en in de zorg. Waarom zouden we niet wat subsidies afnemen van de grote bedrijven en daar naartoe sluizen?’, stelt Engelen voor. Van den Spiegel ziet daar ook wel iets in. ‘Tot nu toe hadden we voor laaggeschoolde jobs in België altijd aparte statuten en kunstmatige systemen, zoals de dienstencheques. Vervang nu eindelijk eens dat knip- en plakwerk door een structurele oplossing om laaggeschoold werk aantrekkelijk te maken’.

Meer mensen aan het werk zetten via verregaande arbeidsvermindering met behoud van loon –zoals in de 20ste eeuw – is volgens Van den Spiegel geen optie. Van Hove voegt daaraan toe dat er in België genoeg jobs zijn voor laaggeschoolden. ‘Het échte probleem is dat hun lonen te laag zijn. Waarom werken als je nauwelijks meer verdient dan als je werkloos bent?’

5. Herverdeel de rijkdom

De populairste remedie tegen wilde globalisering is herverdeling. De Franse econoom Thomas Piketty pleit voor een wereldwijde vermogensbelasting om de ongelijkheid te bestrijden. Alleen is ook dat makkelijker gezegd dan gedaan. De vele schandalen rond belastingparadijzen zoals Luxemburg en Panama tonen dat de ultrarijken altijd weer een manier vinden om aan dat soort belasting te ontsnappen.

‘We kunnen ook herverdelen via de nationale belastingen’, countert De Grauwe. ‘We doen dat nu veel minder dan vroeger. In de VS moesten de ultrarijken tot de jaren tachtig liefst 90 procent van hun vermogen afstaan. Dat was bijna pure confiscatie.’

‘Een groot deel van de herverdeling gebeurt nu al via de sociale zekerheid. Daardoor is de impact van de globalisering in Europa minder groot dan in de VS’, nuanceert Van Hove. ‘Zomaar extra belastingen heffen kunnen we ons in Europa niet permitteren. En zeker niet in België: het overheidsbeslag is hier al zo hoog.’

Het koppelen van een lagere vennootschapsbelasting aan meer herverdeling, is volgens Van Hove ‘wel een legitiem debat’. Dat er herverdeling moet komen, betwist in principe niemand. ‘Wie gaat anders de producten van de grote bedrijven nog kopen?’ vraagt Van den Spiegel.

De sleutelvraag is ook hier: hoe? Sommige economen pleiten voor een basisinkomen, een formule waarmee Finland vandaag al experimenteert. ‘Maar dat werkt alleen als het wereldwijd of minstens op Europees niveau wordt ingevoerd’, vindt Van den Spiegel.

De Grauwe vindt het maar een dom idee. ‘Volgens mijn berekeningen zal ons dat in België 40 miljard euro extra per jaar kosten. Dat geld kan je beter elders aan besteden.’

TANGHE, N. Hoe tem je de wilde globalisering? De Standaard, 2017-05-13, E6.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo