mens en samenleving logo

Het beste moet nog komen

Het gaat steeds beter met de wereld. Alleen wordt dat opzienbarende feit overschaduwd door de paar oorlogen, hongersnoden en milieurampen die de vooruitgang nog niet heeft kleingekregen. Maar ook dat zal niet lang meer duren, denkt de Zweedse historicus Johan Norberg.

Het gebeurt wel eens dat mensen boos worden, nadat ze Johan Norberg hebben horen spreken. ‘De boodschap dat de wereld niet ten onder gaat, is soms lastig te aanvaarden’, zegt hij aan de telefoon vanuit Zweden. ‘Dat is ook logisch. Je zorgen maken is deel van je identiteit. Daarmee laat je zien dat je om de wereld geeft.’
Niet dat Norberg zich geen zorgen maakt. Hij ontkent niet dat de wereld voor problemen staat. Alleen, hij denkt dat de mensheid ze kan oplossen. Voor die stelling heeft hij een ijzersterk argument: in het verleden is het ook altijd gelukt. Zijn boek ‘Vooruitgang’ is een adembenemend overzicht van menselijke progressie. De wereld is rijker, gezonder, vrijer, gelijker en democratischer dan ooit.

Keiharde cijfers

Dat toont Norberg aan met keiharde cijfers. In de afgelopen eeuw is de levensverwachting dubbel zoveel gestegen als in de 200.000 jaar daarvoor. Een kind dat vandaag ter wereld komt, heeft meer kans om zijn pensioen te halen dan zijn voorouders hadden om hun vijfde verjaardag mee te maken. In 1961 kregen inwoners van 51 landen minder dan 2.000 calorieën per dag binnen, in 2013 was dat er nog maar één. Haïti heeft nu minder zuigelingensterfte dan de rijkste landen op aarde in 1900. Elke tien minuten ontsnappen er wereldwijd duizend mensen aan extreme armoede. De twintigste eeuw was de minst bloedige ooit – ondanks twee wereldoorlogen. Nu kan 14,00 % van de wereldbevolking niet lezen en schrijven, in 1820 kon 12,00 % dat wel.

De wereld is rijker, gezonder, vrijer, gelijker en democratischer dan ooit

3fd9c15c-be4a-11e6-8b48-3a5f41b0bba1leeftijdslavernij overvoeding
Norberg promoot zijn boek op Twitter met een grafiekje dat hij bovenaan zijn tijdslijn heeft geplaatst. Het vat het boek samen op een oppervlak van tien bij tien centimeter. Vijf scherp dalende curves stellen honger, armoede, analfabetisme, kindersterfte en vervuiling voor. De cynicus vraagt zich dan af waarom hij de stijgende curves van de ecologische voetafdruk, de broeikasgassen en het smeltende poolijs heeft weggelaten.
‘Ik ontken het probleem niet’, antwoordt hij. ‘Maar ik ben optimistisch over de kans dat we het kunnen oplossen. We hebben in het verleden ook getoond dat we grote milieuproblemen de baas kunnen. Dus waarom nu niet? De technologie is er, we weten wat er moet gebeuren en ik denk dat het zal lukken.’
Oké, gezondheid dan. In het boek toont Norberg dat we langer leven, dat kindersterfte drastisch is teruggedrongen en dat veel dodelijke ziektes op de terugweg zijn. Maar hoe zit het met onze geestelijke gezondheid? Het aantal zelfmoorden stijgt, klachten over burn-out en depressies ook. ‘Mee eens’, antwoordt hij. ‘Maar een spreekwoord luidt: wie niet over voedsel beschikt, heeft één probleem; wie er wel over beschikt, heeft er duizend. Ik denk dat onze mentale gezondheid nu niet slechter is dan voorheen, maar dat we er meer aandacht aan besteden omdat andere problemen zijn opgelost. Als je elke dag strijd moet leveren om te overleven, dan ben je niet bezig met de vraag of je leven is wat je ervan verwachtte. Vergelijk het met kanker. Vroeger stierven er weinig mensen aan kanker, omdat ze al aan andere oorzaken waren bezweken voordat die ziekte de kop kon opsteken. Dat kanker nu een belangrijke doodsoorzaak is, toont aan hoe goed het met onze gezondheid gesteld is. Dat is nu eenmaal altijd zo. Achter elke drempel die je geslecht hebt, doemt er weer een andere drempel op.’

Globalisering

Volgens Norberg is de vooruitgang van de mensheid voor een flink deel te danken aan globalisering. Hij plaatst de globalisering op dezelfde hoogte als de verlichting en de industriële revolutie. Doordat landen en werelddelen zich voor elkaar hebben opengesteld, is de extreme armoede in landen als China en India spectaculair afgenomen. Ook de oprukkende democratie en de teloorgang van dictaturen heeft met de globalisering te maken. De democratie is nu eenmaal de staatsvorm die de meeste kansen biedt op materiële vooruitgang. Daarmee gepaard gaat dan weer meer vrijheid: de positie van vrouwen, homo’s en etnische minderheden is er de afgelopen decennia spectaculair op vooruitgegaan.
Maar globalisering ligt onder vuur. Het zou volgens sommigen de ongelijkheid vergroten, en een race to the bottom in de hand werken. ‘Globalisering is niet altijd en overal goed, maar grosso modo wel’, zegt hij. ‘Het staat vast dat door globalisering de sociale verhoudingen en de levensstandaard in de wereld de afgelopen jaren sterker zijn verbeterd dan ooit tevoren. De mensheid heeft zoiets nooit eerder meegemaakt. Het probleem is dat mensen denken dat dit een zero sum game is, en dat de winst in de ontwikkelingslanden ten koste gaat van de rijke landen. Maar wat globalisering heeft gedaan, is een stootkussen creëren voor de negatieve gevolgen die er in het Westen ook zijn: het heeft veel producten goedkoper gemaakt en daardoor de koopkracht verbeterd. Het probleem is dat dit een onzichtbaar proces is.’
Die vaststelling suggereert dat de onrust bij de middenklasse in de westerse wereld op verkeerde aannames is gebaseerd. Hebben de Trump-stemmers en de Le Pen-aanhangers het dan helemaal verkeerd begrepen? ‘Er speelt meer mee’, denkt Norberg. ‘Er is de globalisering, maar ook de financiële crisis en een algemeen onbestemd gevoel dat het verkeerd gaat met de wereld. Immigratie, terrorisme, dat draagt allemaal bij aan het verhaal dat het de verkeerde kant opgaat.’
Gevaar en teleurstelling hakken er bij de mens veel zwaarder in dan veiligheid en geluk
Terwijl dat dus helemaal niet zo is. Het aantal terrorisme-slachtoffers in het westen is verwaarloosbaar (‘Er verdrinken meer mensen in hun badkuip’), en nam zelfs af, laat Norberg zien. In de jaren 70 vielen er meer slachtoffers door separatistische en communistische terreur dan nu onder religieus terrorisme. Maar angstige mensen zijn vatbaarder voor populisten, zegt Norberg.
Een van de interessantste hoofdstukken in zijn boek gaat over hoe die paradox te verklaren is: we worden steeds angstiger, terwijl er steeds minder is om bang of ongerust over te zijn. Voor een deel komt dat door hoe het brein functioneert: het fight or flight instinct. Gevaar en teleurstelling hakken er bij de mens veel zwaarder in dan veiligheid en geluk. Vandaar dat we meer aandacht hebben voor een neerstortend vliegtuig, dan voor het nieuws dat er nooit minder mensen stierven in een crash.

De media zijn ook verantwoordelijk

Maar ook de media dragen eraan bij, zegt Norberg. Om te beginnen doordat nieuws zich tegenwoordig razendsnel over de hele aardbol verspreidt. ‘De kans dat je in een overstroming sterft, is met 99,00 % afgenomen. Maar er altijd wel ergens een overstroming om over te berichten. Ook het aantal moorden is spectaculair gedaald. Maar er is altijd wel ergens een moordenaar te vinden voor een verhaal’. En op de sociale media worden de meest spectaculaire of vreemde verhalen het vaakste gedeeld en verspreid.

Norberg ontslaat de journalisten niet volledig van hun verantwoordelijkheid. Niet dat ze voortaan alleen over goed nieuws moeten berichten. ‘Dat is geprobeerd, en het werkt niet. Je mag je ogen niet sluiten voor de problemen. Maar wel: meer context geven. Als je een verhaal brengt over honger in Noord-Nigera, zet dan in een klein kaderstukje dat er nu acht miljoen Nigerianen minder honger hebben dan 25 jaar geleden. Want het is belangrijk dat ook daarover wordt geschreven.’
Het heeft geen zin om te verwachten dat mensen meer zullen openstaan voor de vooruitgang in de wereld, zegt Norberg. ‘De mentaliteit van de mens kan je niet veranderen. Maar we kunnen wel zelf proberen het andere, positieve verhaal meer nadruk te geven.’
Norberg: ‘De mogelijkheden zijn eindeloos. Dat heb ik geleerd van de vooruitgangsdeskundige Julian Simon: het zijn niet de fysieke hulpbronnen die de mogelijkheden begrenzen, maar het menselijk brein. En dat is een hulpbron die zich continu vernieuwt. Globalisering leidt ertoe dat menselijk talent dat voorheen niet tot bloei kwam wegens een gebrek aan mogelijkheden, nu wel de kans heeft om zich te ontwikkelen. Dus de kans op een nieuwe Leonardo Da Vinci of Steve Jobs wordt steeds groter.’

MOOIJMAN, R. Het beste moet nog komen. De Standaard, 2016-12-10, E8.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers