Voor het eerst sinds 2007 kan de Belgische handelsbalans in het eerste halfjaar een positief saldo laten zien. We voerden liefst 1,2 miljard euro meer uit dan we invoerden. Met dank aan de lagere olieprijs en ondanks de Brexit-perikelen.
De handelsbalans is het verschil tussen wat ons land invoert en wat het uitvoert. De tendens ging al enkele jaren de goede richting uit, maar toch was het van 2007 geleden dat ons land meer uitvoerde dan het invoerde. Tussen januari en mei bouwde ons land een overschot van 1,5 miljard op, blijkt uit cijfers van het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR), waarover De Tijd gisteren berichtte. In juni helde de balans weer licht over in het voordeel van de import, maar voor de eerste zes maanden is de balans nog steeds 1,2 miljard in ons voordeel.
‘We hebben meegeprofiteerd van de redelijke groei bij onze belangrijkste handelspartners Duitsland en Nederland,’ zegt Belfius-econoom Geert Gielens. Aan de importzijde hielpen de goedkopere fossiele brandstoffen het prijskaartje drukken. Voor een land dat zowat al zijn brandstoffen moet invoeren en bovendien een omvangrijke petrochemische nijverheid heeft, is een lagere olieprijs geen klein cadeau.
Maar minstens even belangrijk voor een positieve handelsbalans is de concurrentiekracht van de economie. Die zit volgens Gielens op het goede spoor dankzij de loonmatiging en de indexsprong. Maar waakzaamheid is geboden. ‘De inflatie in België – momenteel om en bij de 2,00 % – ligt hoger dan in de buurlanden. Als die binnenkort ook de lonen weer omhoog jaagt, neemt de concurrentiehandicap opnieuw toe.’
Geen Brexit-paniek
Volgens Gielens kan ons land de positieve trend wel doorzetten. Zelfs de nakende Brexit hoeft volgens hem geen grote bedreiging te vormen voor de handelsbalans, al is het Verenigd Koninkrijk volgens de Nationale Bank goed voor 7,70 % van de Belgische export. Gielens verwacht dat de eerste concrete maatregelen pas in 2018 merkbaar worden.
Staatssecretaris voor Buitenlandse Handel Pieter De Crem (CD&V) vindt de cijfers een opsteker. ‘De verbetering van de handelsbalans is duidelijk niet het gevolg van technische ingrepen. Sinds het eerste semester 2015 zien we een verbetering, zodat we kunnen gewagen van een zekere duurzaamheid’, klinkt het. ‘In de afgelopen jaren moesten we het stellen met hoerabulletins waarin het handelstekort verder gekrompen was. Het duurzaam verbeteren van de handelsbalans moet op middellange en lange termijn ook een positieve impact hebben op de intrestlasten die ons land moet afbetalen, en dus mogelijk een toekomstig positief effect op het begrotingstekort’, besluit De Crem.
