De kurk voor wijn mag best van plastic zijn

Kraakt u vandaag een flesje wijn? Eentje met een plastic kurk? Dan is de kans heel groot dat die in het Luikse van de spaghetti werd geknipt.

Het lijkt wel een ballenbad, maar dan eentje voor wijnfreaks. In een grote productiehal in Thimister-Clermont staan bakken vol met kurken voor wijnflessen. Duizenden, wel tienduizenden. En van de lopende band rollen er non-stop nieuwe exemplaren naar beneden in de vergaarbakken. Geen gewone kurken, maar synthetische. Thimister-Clermont, een klein Luiks dorpje op een boogscheut van Eupen, is zowat de hoofdstad van die moderne kurk.

‘15,00 % van alle wijnflessen ter wereld wordt afgesloten met onze kurken’, zegt François-Xavier Denis, marketingdirecteur en man van het eerste uur bij Nomacorc. ‘Van de synthetische kurken hebben wij een marktaandeel van meer dan 70,00 %. We zijn afgetekend wereldleider.’

Hobbyproject

Nomacorc is een klinkende naam in de wijnwereld, die liefst 2,4 miljard plastic kurken per jaar op de markt brengt. Er rollen er 75 per seconde van de band. En te weten dat het ooit begon als een hobbyproject. Want na zijn pensioen stortte Gert ­Noël, een Belgische ondernemer die in de jaren vijftig het plasticbedrijf NMC opbouwde, zich op zijn wijnkelder. Uit frustratie over kurkwijnen en afbrokkelende kurken ging hij zelf op zoek naar een betere afsluiting: eentje van plastic. Hij deed daarbij een beroep op zijn zoon Marc, die in de Verenigde Staten intussen een zuster­bedrijf van NMC had opgestart.

Bijna een decennium later was de kurk van Gert en Marc klaar: van zachte kunststof, gemaakt via coëxtrusie: daarbij worden twee kunststoffen onder hoge temperatuur door een matrijs geperst tot een lange sliert. ‘Zoals een spaghetti’, vertelt een medewerkster, terwijl ze een rondleiding geeft. Een spaghetti waarvan nadien allemaal kurkjes worden geknipt.

De eerste exemplaren liepen in de VS van de band, in de staat North Carolina. ‘Omdat ze daar meer dan in de Europese landen openstonden voor alternatieven voor kurk’, zegt Denis. Enkele jaren later volgde de uitbreiding naar Europa. Het Europese hoofdkwartier – en de fabriek voor heel Europa – kwam in België te liggen. Lekker neutraal ten opzichte van de grote Europese wijnlanden als Frankrijk, Italië, Spanje en Duitsland, klinkt het.

‘En ons hart ligt ook in België’, zegt Denis. ‘Ook al is het bedrijf officieel wel Amerikaans, het DNA is op en top Belgisch. We staan, zeker in Europa, bekend als een Belgisch bedrijf.’ Van de in totaal 580 werknemers werken er 230 in het Luikse.

Glazen plafond

Het bedrijf kent een stevige groei. Want waarom zou een wijnproducent niet voor een plastic afsluiting kiezen? Geen natuurlijke kurk die er tegenop kan, klinkt het, want die van Nomacorc hebben zelfs verschillende gradaties van zuurstofdoor­latendheid. Weinig, zodat die sauvignon blanc niet bederft, en veel, zodat die Merlot met z’n tanines lekker ‘rond’ gaat smaken. Bovendien is de prijs redelijk: ze houdt zowat in het midden tussen de goedkoopste en de duurste natuurlijke kurk.

Het aanvalsplan was eenvoudig: eerst de goedkopere massawijnen voor zich winnen, daarna stukje bij beetje de duurdere flessen binnenrijven. Maar daar botsten de Belgen op weerstand. ‘We kwamen een glazen plafond tegen’, zegt Denis. ‘Voor flessen tot 6, 7 of 8 euro wordt een synthetische afsluiting aanvaard. Maar eens een fles duurder is, verwachten klanten een natuurlijke kurk.’

Ook al is er kwalitatief geen verschil. ‘Het gaat om het gevoel’, klinkt het. ‘De fles openmaken met een kurkentrekker, aan de kurk ruiken… Zeker in landen als België, Frankrijk en Italië maakt dat ritueel deel uit van wijn drinken.’

Bovendien wist de traditionele kurken­sector, die vooral in Portugal is gevestigd, zich te herpakken. Die kon de groeiende populariteit van wijn in de jaren tachtig en negentig amper volgen, want bomen voor kurk groeien nu eenmaal maar zo snel als ze groeien. Dat leidde lange tijd tot productietekorten en kwaliteitsproblemen waarvan het jonge Nomacorc dankbaar gebruikmaakte. Maar die problemen raakten de jongste jaren stilaan opgelost, wat voor de plastic kurk een streep door de rekening was.

Diversificatie

Zo komt het dat de omzet van Nomacorc de jongste jaren stabiliseerde. Dus werd een nieuwe aanpak gekozen: die van de diversificatie. Nomacorc werd ondergebracht in Viventions, een nieuwe holding die alle vormen van wijnafsluitingen wil aanbieden. Niet alleen synthetische kurken, maar ook de klassieke en zelfs aluminium schroefdoppen. Daarvoor werd intussen al het Duitse bedrijf Ohlinger ingelijfd. Dat moet opnieuw tot groei leiden.

Toch heeft het paradepaardje, de synthetische kurk, nog heel wat potentieel, geloven ze. Het bedrijf is druk bezig de productie om te vormen, waardoor in de toekomst alleen nog milieuvriendelijkere biopolymeren uit suikerriet worden gebruikt. Dat moet Nomacorc opnieuw een boost geven. En met ‘Zest!’ heeft het recentelijk ook een kunststof kop voor mousserende wijnen en champagnes op de markt gebracht. In Wallonië geloven ze heilig dat hun plastieken spaghettisliert zijn piek nog lang niet heeft bereikt.

LEMMENS, K. De kurk voor wijn mag best van plastic zijn. De Standaard, 2016-08-16, 17.

 

E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo