Wat met het gat in de begroting? Vijf economen aan het woord

John Maynard Keynes (1883 – 1946)
Overheidsingrijpen:
  • grondlegger van het keynesianisme
  • overheid moet investeren in economie om zo de vraag te stimuleren
  • onder meer via investeringen in infrastructuur en lage rentes
  • ontwikkelde zijn theorie tijdens de Grote Depressie van de jaren 30
Milton Friedman (1912 – 2006)
Vrijemarktdenken:
  • ontwikkelde zijn theorie als reactie op Keynes in de jaren 50 en 60
  • voorvader van het neoliberalisme
  • voorstander van deregulering en privatisering
  • ziet een beperkte rol voor de overheid, wil de markt laten spelen: laisser-fairemodel

“Economie als platte autobatterij”
Peter Vanden Houte is hoofdeconoom bij ING.

1. Keynes of Friedman?
“Op dit ogenblik heb ik een lichte voorkeur voor Keynes. Ik sta ook achter structurele hervormingen om de economie marktgerichter en efficiënter te maken, maar daar krijg je de economie vandaag niet mee aan de praat. Vergelijk het met een platte autobatterij. Je moet die eerst een beetje opladen om ze dan te laten draaien.

“Voor mij blijft het belangrijk om naar structurele maatregelen op de lange termijn te kijken. De verhoging van de pensioenleeftijd, bijvoorbeeld, dat heeft geen effect op de korte termijn, maar zal een gigantische besparing opleveren op de lange termijn.”

2. Is economie ideologisch?
“Door de jaren heen zijn er een aantal verbanden gevonden, maar het is niet omdat je aan een bepaald hendeltje trekt, je altijd hetzelfde resultaat krijgt. Vandaar dat je bij vele beslissingen moet vertrekken vanuit een bepaald mensbeeld om de gevolgen te kunnen inschatten. Een economische maatregel kan perfect zijn doel bereiken in de VS, maar niet in Europa. Hoe komt dat? Omdat Amerikanen bijvoorbeeld meer op marktstimuli reageren.”

3. Wie of wat heeft uw denken beïnvloed?
“Op het microniveau de symbiose van economie en psychologie. De mate waarin het gedrag van individuen afwijkt van de standaard economische theorieën. Op het macroniveau dat de financiële wereld enorm verruimd is en waar de echte wereld een invloed heeft op de financiële en omgekeerd, wat we bij de kredietcrisis hebben gezien.”

“En dan de geschiedenis natuurlijk. Wie de laatste crisis wil doorgronden, moet de Grote Depressie van de jaren 30 begrijpen.”

“Geen tanker die je kunt sturen”
Peter De Keyzer is hoofdeconoom bij BNP Paribas Fortis.

1. Keynes of Friedman?
“Ik bevind mij in het continuüm tussen beide, maar eerder in de richting van Friedman. De keynesiaanse recepten zijn wat gedateerd. Die zeggen dat de overheid meer moet uitgeven voor meer groei. Volgens mij moet de groei komen van vertrouwen, optimisme en ondernemerschap. De economie is geen tanker die je zomaar in een bepaalde richting kan sturen.”

2. Is economie ideologisch?
“Voor een stuk wel. Elke situatie verschilt omdat het een interactie is van mensen, bedrijven, politici of onverwachte gebeurtenissen. Het is nooit perfect duidelijk welk voorgeschreven model in een gegeven situatie het juiste is. Als je vijf economen in een zaal zet, kom je met tien meningen buiten, luidt een bekende uitspraak.”

3. Wie of wat heeft uw denken beïnvloed?
“De val van de muur heeft een enorme impact gehad. Toen heeft het vrijemarktmodel het pleit gewonnen in de gedachtenstrijd. De 25 jaar erna hebben we een enorme welvaartsexplosie gezien. Miljoenen mensen uit opkomende economieën zijn rijker worden, maar er is ook een groter inkomensgelijkheid in het Westen ontstaan. Zelfs de opkomst van het populisme kun je tot aan de val terugbrengen.”

“Vandaag merken we dat we botsen op dat model: zowel politiek als ecologisch en geopolitiek. We worden gedwongen om op een nieuwe manier naar groei te kijken. Ik zeg niet dat ik er uit ben. Maar de extreem lage rente van de ECB, typisch Keynes, daar geloof ik niet zo in. We hebben meer nood aan ondernemerschap en concurrentie.”

“Vandaag populair, morgen misschien met grote gevolgen”
Geert Noels is hoofdeconoom bij vermogensbeheerder Econopolis.

1. Keynes of Friedman?
“Stukken van beide maar geen van de twee. De ene keer speelt de vrije markt te weinig, de andere keer kan de overheid meer doen. Erg veel hangt af van context en plaats, de recepten die in de Europese Unie werken zijn niet dezelfde die goed zijn voor de Verenigde Staten of China.”

“Ideologie kan gevaarlijk zijn omdat het de feiten verstoort. Veel vertrekt vanuit de goede analyse van een situatie. Zo zal je voor een linksere doelstelling soms uit het rechtse menu moeten kiezen. De begrotingsdiscipline loslaten is vandaag een populair idee, maar dat kan binnen een paar jaar grote gevolgen hebben voor de zwaksten in de maatschappij.”

2. Is economie ideologisch?
“Mensen die wat jonger zijn, proberen zich in een school te zetten omdat het comfortabel is. Maar het is lui om de markt te volgen of je vast te klikken aan ideologie omdat het je zekerheid geeft. Ik vind die grote verscheidenheid aan meningen net interessant. Het is geen pleidooi voor grijs, wel voor zwart én wit.”

3. Wie of wat heeft uw denken beïnvloed?
“Ik besteed veel aandacht aan de geschiedenis. Charles Mackay heeft in 1841 een interessant boek geschreven over zeepbellen. Hij beschrijft onder meer de Nederlandse tulpenmanie (speculatiegolf in de zeventiende eeuw die de handel in tulpen snel deed floreren, maar nog sneller deed instorten, AF).”

“De continue worsteling van mensen of maatschappijen die meegesleurd worden door wat Mackay manieën noemt.”

“Als we naar vandaag kijken, is de mens eigenlijk niet veel veranderd.”

“Vrijemarktsysteem werkt best, tot een beter systeem komt”
Koen De Leus is senior economist bij KBC.

1. Keynes of Friedman?
“Het vrijemarktdenken inspireert mij meer, maar tot op zekere hoogte. Sommige zaken kan de vrije markt niet oplossen, en dan moet de overheid tussenkomen.”

“Denk aan luchtververontreiniging. Lucht is van iedereen, wie wil daar de verantwoordelijkheid voor opnemen? Dat moet de overheid zijn. Zelfde verhaal bij de auto’s. Er zijn er te veel, maar de meeste onder ons zullen er niet zelf iets aan doen. Daar is een rol voor de overheid weggelegd.”

2. Is economie ideologisch?
“Economie is geen exacte wetenschap, maar een levend ding dat evolueert. Als econoom ga je ook evolueren naarmate je rijper wordt. Je benadert het niet meer dogmatisch omdat je hebt gezien dat bepaalde recepten al dan niet werken. Vroeger was ik tegen het basisinkomen, maar nu denk ik dat het in sommige omstandigheden wel kan werken. Nochtans leunt dat dichter aan bij Keynes (die voorspelde dat we dankzij de technologie niet meer zoveel zouden moeten werken, AF).”

3. Wie of wat heeft uw denken beïnvloed?
“De ervaring met de Sovjet-Unie toont aan dat het niet de goede weg was. Churchill zei over democratie dat het de slechtst mogelijke staatsvorm was, op alle andere na. Wel, als we zien welke economie vandaag het best functioneert, dan is dat vrijemarktsysteem. Tot er een beter systeem gevonden wordt.”

“Menu aanbieden aan politiek”
Ivan Van de Cloot van denktank Itinera.

1. Keynes of Friedman?
“Keynes en Friedman volstaan vandaag niet om een antwoord te bieden op de economische vraagstukken. Het is vooral extreem belangrijk om niet vanuit een theoretisch vacuüm te redeneren. Je kunt wel zeggen dat er ideale oplossingen bestaan, maar de politiek kent nu eenmaal haar beperkingen.”

2. Is economie ideologisch?
“Het is niet aan de econoom om politieke keuzes te maken, maar om een menu aan te bieden waaruit de politiek kan kiezen. Economen zouden eerder pedagogen moeten zijn. Economische mechanismen zijn wel eens contra-intuïtief.”

“Zoals de btw-verlaging op de horeca. Juristen zeggen vaak: dat is een cadeau voor de horeca. Economen zeggen: we moeten nog afwachten bij wie dat cadeau terechtkomt. Bij de ondernemers? De staat? De klant?”

3. Wie of wat heeft uw denken beïnvloed?
“Het is een kwestie van bij de les te blijven en veel te lezen. Er zijn duizenden wetenschappelijke tijdschriften die inzoomen op erg gespecialiseerde economische domeinen. Maar ik verwijs graag naar het Oude Testament en de droom over zeven vette en magere koeien. Jozef, die de droom aan de farao moet uitleggen, adviseert hem om tijdens de zeven vette jaren genoeg graanvoorraden aan te leggen voor de zeven magere.”

“Vandaag kunnen economen perfect een wiskundig modelletje maken waarin de broeksriem losgelaten wordt, maar als dat model geen rekening houdt met de overschotten die je moet boeken voor de moeilijke momenten, dan werkt het niet. In goede tijden moet je overschotten boeken, zodat je in slechte tijden niet hoeft te snijden.”

FLUYT, A. Wat met het gat in de begroting? Vijf economen aan het woord. De Morgen, 2016-03-10, 8.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo