Voormalig WHO-topman Pascal Lamy vindt dat de Europese Commissie fouten heeft gemaakt bij het begin van de vrijhandelsgesprekken tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie.
Voormalig Europees commissaris voor Handel Karel De Gucht heeft de gesprekken over een vrijhandelsakkoord tussen de EU en de VS, ook bekend als TTIP, onhandig aangepakt. Dat zegt Pascal Lamy, die tussen 1999 en 2004 zelf op de stoel van De Gucht zat en die daarna acht jaar lang de baas van de Wereldhandelsorganisatie (WHO) was.
In die laatste functie zat hij de Doha-ronde voor, waarin vrijwel alle landen ter wereld probeerden afspraken te maken over een vrijere wereldhandel. Dat mislukte, al is Doha niet officieel begraven. Ook Doha botste op massaal publiek protest, net zoals de Europees-Amerikaanse gesprekken nu. De vraag is welke lessen voor de wereldhandel kunnen worden getrokken uit die mislukking.
Lamy ontkent echter dat het om een mislukking gaat. ‘De wereldhandel is vandaag vrijer dan gisteren en nog vrijer dan eergisteren. Er zijn de jongste jaren wel degelijk akkoorden gesloten in de Wereldhandelsorganisatie.’
‘Maar de Doha-onderhandelingen hebben inderdaad nog altijd niet tot een akkoord geleid. Dat komt onder meer omdat de Verenigde Staten er een probleem mee hebben dat hun landbouwers minder subsidies zouden krijgen.’
Zijn er uit die Doha-nederlaag lessen te trekken voor TTIP?
Pascal Lamy: ‘De belangrijkste les is dat we een nieuw tijdperk betreden. Vroeger gingen handelsakkoorden over hoe je obstakels kon wegwerken die bepaalde producenten beschermden tegen buitenlandse concurrentie. Het ging daarbij over lagere douanetarieven en de afbouw van subsidies. Dat was al zo bij het allereerste handelsakkoord ooit, tussen de farao van Egypte en de koning van Kreta. Die wereld is nu aan het sterven.’
‘Nu betreden we een wereld waarin we het obstakel voor vrijhandel niet de bescherming van bedrijven is, maar de bescherming van de volksgezondheid of het milieu. Dat verandert alles. Het gaat niet om een douanetarief op geïmporteerde bloemen. Het gaat over hoeveel gif er in pesticiden mag zitten of hoe je in de voedingsindustrie kippen schoonmaakt. Dit gaat over risico’s, over waarden, over de keuzes die een samenleving maakt.’
‘Dat maakt alles anders. Toen ik Europees commissaris voor Handel was, had ik de producenten tegen mij en de consumenten met mij. De huidige commissaris, Cecilia Malmström, heeft de consumenten tegen haar en de producenten met haar.’
TTIP, het handelsverdrag waarover de EU en de VS onderhandelen, is het eerste van die nieuwe wereld?
Lamy: ‘Ja. En daarom kan het niet dat onderhandelaars van het directoraat-generaal Handel van de Commissie daarmee bezig zijn. Het is niet aan hen te beslissen hoe we crashtests bij auto’s organiseren of hoe giftig een pesticide mag zijn. De regulatoren moeten dat doen. Onderhandelen over regels voor dierenwelzijn is iets anders dan discussiëren over douanetarieven op fietsen.’
‘Er is nu luid protest in Duitsland. Niet omdat Duitsland een protectionistisch land zou zijn. Maar omdat het een land is waar de bescherming van het milieu en de volksgezondheid heel gevoelig ligt. De Europese ecologische beweging is er ontstaan. Die gevoeligheden zijn bij het begin van de TTIP-onderhandelingen op een extreem onhandige manier genegeerd.’
Wat was dan de grote fout?
Lamy: ‘De grote communicatiefout was dat de Commissie die gevoeligheden toen blijkbaar niet begreep. Ze hebben TTIP aan de publieke opinie verkocht als een klassiek handelsverdrag. Dat is het niet.’
Waardoor de indruk ontstond dat over milieunormen kon worden onderhandeld.
Lamy: ‘Exact. Daardoor is een verdachtmaking ontstaan – en sommige organisaties onderhouden die verdachtmaking op een zeer professionele manier – dat de consument slechter zal worden beschermd. Wat niet zo is. De grote fout is dat de Commissie volgens mij niet eens begreep vanuit welke bezorgdheden die verdachtmakingen ontstonden.’
Is er nog een kans om dat goed te krijgen?
Lamy: ‘Tuurlijk. Vergelijk het met de interne markt in de Europese Unie. Die is 30 jaar geleden opgericht en we zijn er nog altijd niet helemaal. Ook dit proces zal tijd vragen. Het grote verschil is dat de Europese interne markt ontstond onder de paraplu van de Europese politieke instellingen. In de Europees-Amerikaanse relaties ontbreekt zo’n paraplu. Dat maakt het moeilijker.’
Had u dit protest zien aankomen?
Lamy: ‘Ja, maar zolang ik directeur-generaal van de Wereldhandelsorganisatie was, kon ik niets zeggen. Daarom heb ik twee maanden na mijn afscheid in 2013 een boek geschreven, The Geneva Consensus. Ik had die verschuiving trouwens al opgemerkt aan het einde van mijn mandaat in de Europese Commissie. Dat deed me toen al botsen met de klassieke ‘free traders’ die vinden dat ideologie niets te maken heeft met vrijhandel.’
Waarom kan men politieke ideologie niet los zien van vrijhandel?
Lamy: ‘In oktober 2013 heb ik in Financial Times al een opiniestuk geschreven om uit te leggen waarom. Ik heb daarvoor verschrikkelijk op mijn kop gekregen van de toenmalige Europese commissaris voor Handel, Karel De Gucht, en zijn Amerikaanse evenknie, Michael Froman. Ik legde namelijk een zeer ongemakkelijke waarheid op tafel. Ik legde uit dat je in een handelsverdrag enkel over regulering kan spreken, als je eerst onderzocht hebt in welk land de consument het best wordt beschermd. Dat niveau moet je dan als de nieuwe norm nemen.’
HAECK, B. ‘Vroeger waren de producenten tegen vrijhandel, nu de consumenten’. De Tijd, 2015-11-24, 12.