De lidstaten van de Europese Unie hebben vorig jaar bijna 283 miljard euro uitgegeven aan Onderzoek en Ontwikkeling (O&O), of 2,03 % van het bbp. De Belgische uitgaven aan O&O liggen iets boven het gemiddelde, op 2,46 % van het bbp.
Dat blijkt maandag uit cijfers van Eurostat. Alleen de Scandinavische landen, Duitsland en Oostenrijk scoren in Europa beter dan ons land.
Hoewel de Europese uitgaven voor O&O in tien jaar tijd gestegen zijn van 1,76 % van het bbp naar 2,03 %, blijven ze veel lager dan die in Zuid-Korea (4,15 % in 2013) en Japan (3,47 % in 2013), maar ook dan die in de Verenigde Staten (2,81 % in 2012).
De bedrijfswereld is de belangrijkste sector voor O&O in Europa, goed voor een aandeel van 64,00 % in 2014. Daarna volgen het hoger onderwijs (23,00 %), de overheden (12,00 %) en de non-profit (1,00 %).
In België zijn de uitgaven voor O&O gestegen van 1,81 % in 2004 naar 2,46 % vorig jaar. In absolute cijfers gaat het om een bedrag van 9,875 miljard euro.