Met de nieuwe millenniumdoelstellingen gaven de Verenigde Naties gisteren een vervolg aan het grootste humanitaire programma uit de geschiedenis. De oorspronkelijke doelstellingen hielpen om de armoede in de wereld meer dan te halveren.
Iedereen was er gisteren in New York op de algemene vergadering van de VN. Van de Amerikaanse president Barack Obama, tot de paus en onze premier Charles Michel. Ze keurden er de nieuwe Millenniumdoelstellingen goed, een ‘to do’-lijst voor de wereld van ongeziene omvang. Hij moet de humanitaire agenda zetten tot 2030.
Tegelijkertijd zetten de staatshoofden en regeringsleiders een streep onder de oorspronkelijk Millenniumverklaring. Die werd in 2000 goedgekeurd door de 189 toenmalige lidstaten van de VN. Zeven concrete doelstellingen moesten de voorbije 15 jaar iedereen bij de les houden, met de strijd tegen de armoede als overkoepelend thema. Aan de hand van drie uitspraken van VN-topman Ban Ki-moon lichten wij ze door.
1. De Millenniumdoelstellingen waren het meest succesvolle programma tegen de armoede ooit.
Vijftien jaar na het aftrappen van de Millenniumdoelstellingen is de extreme armoede gehalveerd. Daarover zijn alle waarnemers het eens. Ook twee andere doelstellingen zijn gehaald. Bij alle andere is er op zijn minst forse vooruitgang geboekt.
Alleen is het moeilijk om het rechtstreekse effect van de doelstellingen aan te tonen. ‘Wetenschappelijk kunnen we erg weinig zeggen over de bijdrage die ze hebben geleverd aan bijvoorbeeld de strijd tegen armoede’, zegt Jan Vandemoortele, een van de co-architecten van de doelstellingen. ‘Niemand die weet hoe de wereld er zou uit zien zonder.’
Francine Mestrum, specialiste in ontwikkelingssamenwerking, verwijst naar de meetmethodes als reden waarom we nooit precies zullen weten hoe succesvol de doelstellingen geweest zijn. ‘De methodologie was niet altijd duidelijk en ze is ook te vaak veranderd. Zeker voor Afrikaanse landen is het meten van armoede simpelweg een erg dure aangelegenheid.’
Het programma is er wel in geslaagd de ontwikkelingssamenwerking op de politieke agenda te zetten. Daarover zijn Vandemoortele en Mestrum het eens. Bogdan Vanden Berge, directeur bij 11.11.11, merkte dat veel overheden ze direct in hun beleid hebben opgenomen. ‘Ook België heeft de doelstellingen als leidraad gehanteerd.’
2. Ongelijkheid blijft een probleem en de vooruitgang was niet evenwichtig verdeeld.
De vooruitgang van de levensstandaard is lang niet overal even goed voelbaar. De verschillen tussen de regio’s zijn groot. De vooruitgang van de levensstandaard in China de voorbije 15 jaar is bijvoorbeeld ronduit indrukwekkend. Zwart Afrika daarentegen blijft op tal van vlakken achterop hinken.
Een andere kritiek luidt dan weer dat door de selectie van zeven concrete doelstellingen andere aspecten zijn verwaarloosd. ‘Overheden vreesden dat ze niet zouden scoren met inspanningen die niet als doelstelling aangeduid stonden’, zegt Vandenberghe. ‘Ik denk bijvoorbeeld aan de inspanningen voor anticonceptie. Daar is te weinig gebeurd.’
‘Veel van de kritiek op de doelstellingen is terecht’, geeft medeontwerper Vandemoortele toe. ‘Neem die grens van 1,25 dollar waarmee extreme armoede gedefinieerd wordt. Dat is een volledig willekeurige definitie. Ook het feit dat er ‘slechts’ gemikt werd op een halvering van die armoede, blijft voor velen een struikelblok. ‘Ik heb altijd de bedenking gemaakt dat het wat cynisch is’, zegt onderzoekster Mestrum. ‘Alsof we de andere helft laten creperen.’
3. We hebben lessen getrokken die we kunnen toepassen bij de nieuwe doelstellingen.
Gisteren gaven 193 VN-landen – sinds het jaar 2000 kwamen er vier lidstaten bij – in New York groen licht voor de opvolgers van de Millenniumdoelstellingen, de zogenoemde ‘Duurzame Ontwikkelingsdoelen’. In plaats van zeven zijn er dit keer 17 doelen. Volgens Vandemoortele zijn dat er te veel. ‘De millenniumdoelstellingen waren beknopt en begrijpbaar. Nu is het allemaal wat vager.’
Maar hij beseft dat de politieke context heel anders is dan 15 jaar geleden. Er moet nu rekening worden gehouden met meer stemmen. ‘In 2000 was er met de VS een duidelijke politieke leider in de wereld en met het neoliberalisme een dominante economische doctrine’, zegt hij. ‘Nu leven we in de wereld van de G20, waar ook landen als China en Brazilië doorwegen.’ De nieuwe doelstellingen zijn bovendien toepasbaar op de hele wereld, en niet enkel op de ontwikkelingslanden.
Volgens onderzoekster Mestrum moeten we vooral blij zijn dat de tekst er is gekomen. ‘In een verdeelde wereld van vandaag is het best uitzonderlijk dat 193 landen hun handtekening zetten onder een gezamenlijk plan. Dat is lang niet zo evident als het lijkt.’