Het was vorig najaar al aangekondigd, maar nu zijn de plannen voor de nieuwe vismijn in Oostende ook officieel voorgesteld. Dit jaar nog start de bouw van een modern distributiecentrum voor seafood. “Oostende is van oudsher een visserijstad, en de nieuwe vismijn laat toe om de sector hier in stand te houden.”

In 2010 gingen de visveilingen van Zeebrugge en Oostende over tot een fusie, nadat de veiling van Oostende de boeken had moeten neerleggen. De ‘nieuwe’ Vlaamse Visveiling toonde meteen grote ambities voor zowel Zeebrugge als Oostende. De plannen voor het hypermoderne seafood-distributiecentrum in Oostende zetten die nog kracht bij.

“Er zijn nu drie bouwvergunningen aangevraagd. Die voor een rederatelier is inmiddels goedgekeurd. De bouwvergunningen voor de toeleveringsbedrijven en de veiling zelf verwachten we begin juni, en dan kunnen we met de werkzaamheden beginnen,” zegt Johan van de Steene, algemeen directeur Vlaamse Visveiling. “Eind 2016, begin 2017 zouden die voltooid moeten zijn.”

De typerende Eurohal en de voorgevel van de Oostendse visveiling blijven behouden, maar al de rest wordt afgebroken en heropgebouwd. “De bedoeling is om een efficiënte en technisch goed uitgeruste veiling neer te zetten die voldoet aan alle Europese normen.”

Bloeiende clusters ontwikkelen

Dat de visserij in Oostende met de nieuwe veiling een nieuw leven krijgt, na het faillissement in 2010 en enkele moeilijke jaren na de fusieoperatie, is voor Johan van de Steene misschien wat kort door de bocht. “Laat ons zeggen dat we hiermee de visserij in Oostende in eerste instantie in stand kunnen houden, en dat de sector hier daarmee de nodige zuurstof krijgt om zich in de toekomst verder te ontwikkelen.”

Sowieso kun je de nieuwe veiling als een eerste mijlpaal in de fusie tot de Vlaamse Visveiling. “Het was uitdrukkelijk onze bedoeling om twee evenwaardige clusters uit te bouwen, in Zeebrugge en Oostende. Voor Oostende kunnen we ruim putten uit de ervaring die we in Zeebrugge hebben opgebouwd. Het klopt dat na de fusie de aanvoer van vis in Oostende terugliep, maar we moesten dan ook heel wat ingrepen doen. Er waren afspraken nodig met de aanvoerders, de veiling zelf, de overheid enzovoort. De belangrijkste ingreep was de installatie van een centraal veilingsysteem, waardoor we eenzelfde prijsvorming kregen van dit Vlaams product op de beide locaties. Daardoor is de aanvoer van vis in Oostende de jongste jaren gestabiliseerd en zelfs lichtjes gestegen. Door al deze realisaties, en de nauwe samenwerking tussen Zeebrugge en Oostende, zijn we nu klaar om de nieuwe veiling te gaan bouwen.”

Visserijquotum maximaal benutten

De Belgische zeevisserij is een kleine sector maar kun je zeker niet marginaal noemen. Aan onze kust zijn nog een 400-tal kustvissers aan het werk, en voor elke visser op zee zijn er vijf afgeleide jobs aan de wal, benadrukt de Vlaamse Visveiling. In Oostende zijn nog altijd 39 visbedrijven, 6 grote rederijen en 25 visverwerkers of -handels actief. In totaal werken er 200 mensen in Oostende.

“De visserij blijft een sector met een grote economische toegevoegde waarde en een belangrijke tewerkstelling”, zegt Johan van de Steene. “Het uitbouwen van deze twee clusters heeft dan ook de bedoeling om beide zeker te behouden en hopelijk nog te versterken. Het quotum aan vis dat wij mogen vangen, ons toegewezen door Europa, hopen wij in stand te kunnen houden om de lokale economie te stimuleren en te ontwikkelen. De productie en vermarkting van ons product wordt op dat quotum afgesteld en als we die kunnen beheersen, denk ik dat we een mooie Vlaamse zeevisserij in stand kunnen houden. Dit quotum is het laatste jaar trouwens weer aan het stijgen, na een periode van daling.”

Populair product

Johan van de Steene en de Vlaamse Visveiling voelen zich ook gesterkt door de populariteit van hun visproducten bij de consument. De Belgen consumeren meer vis dan onze vissersschepen kunnen ophalen. “De ‘wilde vis’ is dan ook een gezond product, dat erg goed past in onze culinaire tradities. Dat zijn allemaal troeven om het centrum in Oostende, naast de Zeebrugse cluster uiteraard, verder te kunnen ontwikkelen. Daarvoor zijn de aanvoerders, de rederijen dus, van cruciaal belang. Er zijn er minder dan vroeger, maar de zowat 70 rederijen die actief zijn in de Vlaamse zeevisserijsector hebben zich zodanig georganiseerd dat ze het maximale kunnen halen uit het aan ons toegewezen quotum. Maar een groeiend quotum brengt niets bij zonder een goed vermarktingsinstrument en een goede strategie. Dat is de taak van de Vlaamse visveiling. Een goede vermarkting zorgt ervoor dat ons product lokaal sterk aanwezig is en dat dus ook een lokale tewerkstelling mogelijk is.”

Door de betere vis- en brandstofprijzen kunnen de rederijen momenteel trouwens weer wat opgeluchter ademhalen. Kortom, de nieuwe visveiling in Oostende zal toch een stevig hart onder de riem betekenen van de Vlaamse visserijsector.

“Oostende is van oudsher een visserijstad en is daar ook uitstekend voor geschikt”, besluit Johan van de Steene. “Als iedereen de neus in dezelfde richting heeft, kunnen we ook hier de visserij nog een mooie toekomst geven.”

Bron: Nieuwsblad – 12  april 2015