‘Vergroenen is maar het begin van duurzaamheid’

Bedrijven die echt duurzaam willen ondernemen, mogen niet stoppen als ze hun productieproces eco-efficiënt hebben gemaakt. ‘Minder afval en hernieuwbare energie zijn waardevol, maar eigenlijk begint het echte werk dan pas. Duurzaam ondernemen is meer dan vergroening. Het houdt een hertekening in van de volledige bedrijfsstrategie.’

Met die forse boodschap pakte de Amerikaanse professor Stuart Hart gisteren uit op een gastcollege voor studenten en ondernemers aan de Antwerp Management School. Hart was uitgenodigd door het expertisecentrum duurzaamheid van professor Luc Van Liedekerke.

Hart is niet alleen een veelgevraagde spreker op colloquia, maar adviseert en coacht ook tientallen multinationals. Bijvoorbeeld over de opportuniteiten die de allernieuwste technologieën bieden.

3D-printing

‘Draadloos internet, de nanotechnologie en 3D-printing zijn krachtig genoeg om de spelregels van het zakendoen te veranderen’, zegt Hart. ‘Neem 3D-printing, waarbij in kleine, lokale bedrijfjes producten helemaal uniek, op maat van de klant gemaakt kunnen worden. Gedaan met serieproductie in grote fabrieken. Gedaan met het wereldwijde transport van goederen. Wie weet gaan de consumenten zelf, thuis, hun eigen product kunnen afprinten. Homemade.’

Ander voorbeeld? ‘Hun zeer eenvoudige design maakt de wagens van het Indiase Tata buitengewoon goedkoop. Die auto’s bevatten een pak minder dan de klassieke 1.000 componenten, wat de assemblage vergemakkelijkt. Zelfs gewone garagisten kunnen op basis van assemblage-kits zo’n auto in elkaar steken.’

De belangrijkste missie van Stuart Hart is westerse bedrijven erop attent te maken dat ze nieuwe producten en diensten moeten leveren voor de bodem van de bevolkingspiramide, voor de 4 miljard mensen die niet tot de klassieke consumentenmarkten behoren omdat ze te arm zijn.

‘Wat gebeurt er nu? Meestal niets. In het beste geval maken de bedrijven een speciale, goedkopere versie van hun bestaande product voor verkoop in de ontwikkelingslanden. Maar komen we daarmee tegemoet aan de noden van die mensen? We helpen er in geen geval nieuwe economische activiteiten mee op te starten.’

Toch kan dat, zegt Hart. ‘Als we de mensen in het zuiden als partners gaan bekijken en hen betrekken in de opstart van nieuwe business. Ik noem dat cocreatie.’

Hart geeft Grameenphone als voorbeeld. Die joint venture van Grameen Telecom, een zusterorganisatie van de Grameen-bank bekend voor microfinanciering, en het Noorse telecombedrijf Telenor, is er in tien jaar in geslaagd 50 miljoen gsm-klanten te winnen in het straatarme Bangladesh.

Verhuur je gsm

Bij gebrek aan telefoonlijnen (en geld) had bijna niemand op het platteland van Bangladesh een telefoon. Maar Grameenphone heeft overal in het land, ook in 65.000 afgelegen dorpen, draadloos gsm en internet aangeboden. Dankzij een speciale lening van de Grameenbank zijn nu 250.000 arme vrouwen in het bezit van een ‘dorps-gsm’. Ze verdienen geld door hun toestel te verhuren aan andere dorpsbewoners.

Professor Hart ziet er het bewijs in dat kapitalisme en duurzaamheid kunnen samengaan. ‘Dit project is een goede zaak voor de lokale bevolking, maar het is ook goed voor Telenor, dat geld verdient dankzij een innovatieve marktaanpak.’

RASKING, J. ‘Vergroenen is maar het begin van duurzaamheid’. De Standaard, 2015-03-03, 26
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo