Sociale secretariaten zien zwarte sneeuw

zwarte sneeuw

Een op de drie van de sociale secretariaten draait met verlies. Ze kunnen de oplopende IT-kosten – een gevolg van steeds complexere sociale wetgeving – niet langer aan.

 De 35 erkende sociale secretariaten in ons land doen de loonadministratie voor 202.000 werkgevers, goed voor 2,4 miljoen werknemers. In opdracht van de overheid innen ze jaarlijks voor 32 miljard euro aan sociale lasten en voor 18 miljard euro aan bedrijfsvoorheffing.

Tot voor enkele jaren was die opdracht – waarvoor ze geen overheidsvergoeding krijgen – erg winstgevend. De sociale secretariaten mochten de geïnde bedragen tot twintig dagen op een derdenrekening laten staan (en daar beleggingswinsten op boeken). In 2008 haalden de sociale secretariaten nog een derde van hun totale omzet uit die financiële inkomsten.

Maar de regering-Di Rupo heeft de betalingstermijn ingekort tot 14 dagen en de ineenstorting van de rentevoeten op de financiële markten heeft de opbrengsten helemaal doen verdampen, tot amper 9 procent van de omzet van de sociale secretariaten.

Kleiner buffer

‘Die kleinere financiële buffer gaat gepaard met almaar hogere werkingskosten’, zegt Jos Gijbels, directeur van de beroepsfederatie Unie van Erkende Sociale Secretariaten (USS). ‘Het gaat vooral om zware IT-investeringen om de voortdurend wijzigende sociale wetgeving toe te passen.’

Gijbels ontkent dat sociale secretariaten hun voordeel doen met complexe wetten. ‘Het klopt dat veel bedrijven op onze experts zijn aangewezen om de sociale regelgeving correct te kunnen naleven, maar de secretariaten zijn zelf ook slachtoffer van het slechte bestuur door de overheden. Het gebrek aan eenvoudige, transparante wetgeving en – vooral – de retroactiviteit waarmee nieuwe maatregelen worden ingevoerd, veroorzaakt rechtsonzekerheid, extra werk en bijkomende kosten.’

De USS-directeur haalt twee geruchtmakende voorbeelden aan van laattijdige of zelfs retroactieve aanpassingen.

‘Door de laattijdige publicatie van de CO2-coëfficiënt op bedrijfswagens, begin 2013, moest de berekening van het “voordeel van alle aard” voor de maanden januari en februari in maart worden overgedaan. Ruim 400.000 werknemers waren de pineut.’

‘Op 1 oktober 2013 ging een lastenverlaging op gelegenheidsarbeid in voor de horeca, maar het ­koninklijk besluit met de details werd pas begin november gepubliceerd.’

Gijbels zegt ‘benieuwd te zijn’ wanneer de federale regering dit najaar de nieuwe regels zal bekendmaken voor flexi-jobs in de horeca – een compensatie voor de witte kassa die op 1 januari 2016 verplicht wordt.

‘Ook als die maatregel pas op het laatste moment komt, zullen we proberen alles correct te doen verlopen. Eigenlijk is dat ons probleem. We straffen onszelf door ondanks het slecht overheidsbestuur toch altijd opnieuw de gaten dicht te rijden. Wat de overheid inspireert om steeds meer overheidstaken onbetaald naar ons door te schuiven, zoals in de strijd tegen fraude.’

Gijbels noemt het ‘commercieel onmogelijk’ om de stijgende werkingskosten – van 600 miljoen euro in 2008, tot 700 miljoen in 2013 – volledig bij de klanten en bedrijven te verhalen. De secretariaten boeten dus in op hun rendement.

Hierdoor is de financiële malaise een feit. In 2007 en 2008 haalden de USS-leden nog 75 à 80 miljoen euro winst, maar in 2013 was dat geslonken tot 19 miljoen. Liefst 9 sociale secretariaten op 35 draaiden in 2013 met verlies. ‘De eerste indicaties wijzen erop dat 2014 nog slechter was’, zegt ­Gijbels.

 

Bron: De Standaard – 16 maart 2015

E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo