Het Brusselse Autosalon, dat morgen de deuren opent, is traditioneel een verkoopsalon. Door de scherpe concurrentie zijn de marges echter flinterdun geworden. Ook voor de dealers is het knokken om te overleven. ‘Een rationalisering is onvermijdelijk’, zegt Denis Gorteman, de topman van D’Ieteren.
GDA, de koepelorganisatie boven de Belgische autodealers, waarschuwde begin deze week dat in de sector een kaalslag dreigt. Een derde van de dealers kan de komende jaren verdwijnen. Hedendaagse auto’s zijn een stuk complexer geworden, wat extra vorming van het personeel veronderstelt en noopt tot investeren in materieel. Tegelijk is er minder onderhoud nodig en zijn er minder reparaties. Hogere uitgaven dus en minder inkomsten. Door de meedogenloze concurrentie staan de prijzen van nieuwe wagens bovendien onder druk. ‘Auto’s waren nooit zo goedkoop’, zegt ook Denis Gorteman, die aan het hoofd staat van D’Ieteren Auto. Die divisie van de gelijknamige autodienstengroep voert de merken van de Volkswagen-groep in en is de grootste autodistributeur van het land.
Het is duidelijk niet te best gesteld met de marges.
Denis Gorteman: ‘Inderdaad, de druk van de Franse, Italiaanse en sommige Duitse merken houdt aan. Een gevolg van de overcapaciteit in Europa. Dat de constructeur verkoopvolumes oplegt, kennen we eigenlijk niet in de VW-groep. Toch moeten we de prijzen van de concurrenten enigszins volgen.’
Die lage prijzen zijn ook geen goede zaak voor de dealers.
Gorteman: ‘We evolueren naar een ander dealermodel. Dat is ook nodig. Als je alle merken samen neemt, heeft België een van de dichtste dealernetwerken in de hele wereld. Drie elementen tonen aan dat dat onhoudbaar is. In de eerste plaats zien we de Belgische markt stabiliseren rond 500.000 nieuwe personenwagens per jaar. Dat is zeker geen slecht cijfer: het wijst op een rotatie van één op tien. Voorts moeten we ons geen illusies maken over de marges. De marges uit het verleden komen op korte of middellange termijn niet terug. Ten slotte is er ook minder werk in naverkoop, omdat hedendaagse wagens minder onderhoud vergen.’
‘Een herstructurering van de dealernetwerken dringt zich dus op. Voor onze eigen concessies in de Brusselse regio zijn we daar al mee bezig: we gaan er van twaalf naar zeven. Vorig jaar hebben we al laten weten dat we ons hele distributienetwerk gaan reorganiseren, met de bedoeling de rendabiliteit van de onafhankelijke dealers te verbeteren. We beseffen dat dat moeilijk is voor hen. Sommigen zullen dat niet overleven. Maar een rationalisering van het aantal dealers in onze merken is onvermijdelijk.’
De onlineverkoop van auto’s kan de situatie nog moeilijker maken voor de dealers.
Gorteman: ‘Zo’n vaart zal het niet lopen. Slechts 7 à 8 procent van onze klanten zou nu al bereid zijn zich een auto via het internet aan te schaffen. De grote meerderheid wil nog steeds zijn wagen in de showroom kopen. Het wordt trouwens steeds ingewikkelder om een auto op een goede manier te bestellen. Als je alleen op de informatie op internet afgaat, moet je bijna een expert zijn. Wel komen acht op de tien klanten goed voorbereid naar de showroom, maar ze willen alles toch nog eens aftoetsen.’
Wat vindt u van de zelfrijdende auto?
Gorteman: ‘Er zit zeker toekomst in, als de wetgeving wordt aangepast. Ik geloof vooral in de zelfrijdende auto voor een heel bijzonder publiek: de derde leeftijd. Neem nu mijn schoonvader, hij is onlangs gestopt met rijden omdat zijn leeftijd het niet meer toeliet. Wel, nu wordt hij pas echt oud. (lacht) Neen, de zelfrijdende auto zal een oplossing bieden voor mensen die niet goed meer zien of minder goede reflexen hebben, en zal hun weer vrijheid schenken.’
De Belgische automarkt is sterk afhankelijk van bedrijfswagens, die voor zowat de helft van de verkoop instaan. Blijft dat zo?
Gorteman: ‘We zijn de regering dankbaar dat ze voor bedrijfswagens een stabiele fiscale omgeving aanbiedt. Dat is een zeer positief punt. Of er veranderingen moeten komen in de taxatie van de autosector, daarover zijn we bereid te praten. Maar ik wil het fenomeen bedrijfswagens toch ook in perspectief plaatsen. Als we het hele Belgische wagenpark bekijken, goed voor 5,2 miljoen wagens, dan tellen we 1,1 miljoen bedrijfsvoertuigen. Daarvan zijn er 350.000 tot 400.000 zogenaamde salariswagens. De rest wordt gebruikt door handelaars, vertegenwoordigers of technici, die hun voertuig nodig hebben voor hun werk. Maar in het wagenpark zitten ook zeker 600.000 wagens van meer dan tien jaar oud die veel verbruiken en vervuilen. Het zou positiever zijn daar iets aan te doen.’
Voor D’Ieteren Auto was 2014 een goed jaar. Terwijl de Belgische automarkt stabiliseerde, steeg zijn marktaandeel van 21,20 naar 21,80 procent.
Gorteman: ‘Dat is te danken aan Audi, dat met 6,2 procent zijn op een na beste marktaandeel ooit realiseerde, maar ook aan Skoda en Porsche. Met de nieuwe Octavia erbij behaalde Skoda een marktaandeel van 3,6 procent, terwijl de Porsche-verkoop met de helft groeide naar meer 2.100 wagens. Met dank aan de nieuwe SUV Macan en aan de hybride versie van de Panamera.’
VW verloor terrein, net als Seat.
Gorteman: ‘Volkswagen blijft wel het nummer één op de Belgische markt en het enige merk met meer dan 10 procent marktaandeel. Net als andere grootvolumemerken wordt Volkswagen van twee kanten belaagd: de premiummerken zijn de kleinere segmenten binnengedrongen en ‘emerging brands’ als Skoda, Kia of Hyundai hebben hun gamma verbreed.’
Wat brengt 2015?
Gorteman: ‘Wij hopen op een marktaandeel van net onder 22 procent. VW mag op een kleine groei rekenen dankzij de nieuwe Passat. Bij Skoda zal de nieuwe Fabia bijkomende volumes genereren, en bij Porsche zal de Macan voor de volle twaalf maanden meetellen. Voor Audi verwachten we een stabiel marktaandeel – de A4 en A5 zijn verouderd tegenover de concurrentie – en voor Seat een lichte groei.’