De ECB beslist (ECB) vandaag hoogstwaarschijnlijk om te beginnen met de opkoop van staatsobligaties, om zo extra geld in de economie van de eurozone te pompen. Kwantitatieve versoepeling (QE) heet dat in het jargon. Het is een ongewone ingreep. Over de zin of onzin ervan woedt een felle discussie tussen economen.
1 Argument voor: bazooka tegen deflatie
De ECB beslist (ECB) vandaag hoogstwaarschijnlijk om te beginnen met de opkoop van staatsobligaties, om zo extra geld in de economie van de eurozone te pompen. Kwantitatieve versoepeling (QE) heet dat in het jargon. Het is een ongewone ingreep. Over de zin of onzin ervan woedt een felle discussie tussen economen.
Er zit geen fut in de economie van de eurozone, zes jaar na het begin van de crisis. De begrotingsdiscipline die Europa oplegt en die noodzakelijk is om de eurozone samen te houden, verhindert dat de lidstaten een expansief begrotingsbeleid voeren. Dus wordt voor groei-impulsen vooral gerekend op de ECB. Door de rente te verlagen kan die het sparen ontmoedigen en de consumptie en investeringen aanmoedigen, en zo de groei aanzwengelen.
De ECB heeft haar arsenaal al grotendeels ingezet. Ze heeft haar beleidsrente laten zakken tot 0,05 % en heeft via speciale programma’s de banken extra geld bezorgd. Maar dat heeft niet het gewenste effect gehad. De ECB wil nu een stap verder gaan, door rechtstreeks staatsobligaties op te kopen op de secundaire markt. Op die manier wil de ECB de reële rente op die obligaties verder drukken, zodat beleggers die op zoek zijn naar rendement moeten overstappen op meer risicovolle producten, zoals aandelen en bedrijfsobligaties. Dat moet ertoe leiden dat bedrijven gemakkelijker aan geld geraken voor hun investeringsplannen.
De groei stimuleren is eigenlijk geen opdracht van de ECB. Het garanderen van de prijsstabiliteit wel. De ECB streeft naar een inflatie dicht bij maar net onder 2,00 %. Die doelstelling wordt momenteel niet gehaald: in de eurozone is de inflatie met -0,20 % licht negatief, en er is geen uitzicht op een spontane herleving van de inflatie. De officiële uitleg is dan ook dat de kwantitatieve versoepeling bedoeld is om wat inflatie te creëren.
2 Argument voor: banken buitenspel gezet
Eerdere ingrepen van de Europese Centrale Bank hebben niet gewerkt, luidt het, omdat die verliepen via de banken en omdat die banken een rem hebben gezet op hun kredietverlening. De extra liquiditeiten die de ECB ter beschikking stelde, kwamen daardoor niet bij de bedrijven terecht. Met het opkopen van staatsobligaties op de secundaire markt probeert de ECB die hinderpaal te omzeilen, door ook andere institutionele beleggers dan enkel de banken aan te moedigen om meer geld tegen lagere vergoedingen naar het bedrijfsleven te laten stromen. Dat zou moeten leiden tot economische groei en een beetje inflatie.
3. Argument tegen: niet kredietaanbod, maar kredietvraag is het probleem
In de VS heeft de kwantitatieve versoepeling gewerkt. Maar in de VS financieren de bedrijven zich voor een groot stuk rechtstreeks op de kapitaalmarkt, buiten de banken om. In Europa is dat veel minder het geval, zeker voor kmo’s. Het is dus een illusie dat de ECB met het opkopen van staatsobligaties de kredietverlening aan kmo’s kan stimuleren.
Het is eveneens fout ervan uit te gaan dat de banken en verzekeraars hun staatsobligaties massaal zullen inruilen voor bedrijfsobligaties- en kredieten. Want daar zijn meer risico’s aan verbonden, en de toezichthouders leggen daar beperkingen voor op.
Het probleem is ook niet zozeer het kredietaanbod. De bedrijven vragen gewoon te weinig kredieten, het gevolg van de vrees voor een blijvend lage economische groei. De ingreep van de ECB verandert daar niets aan.
4 Argument tegen: gevaar voor zeepbellen op de financiële markten.
Als de ECB via het opkopen van staatsobligaties de rente verder drukt, zet ze de beleggers ertoe aan hun geld te investeren in activa die een hoger rendement bieden: aandelen, vastgoed… Dat zal de prijzen daarvan naar omhoog jagen, en zeepbellen doen ontstaan. Die vormen een bedreiging voor de stabiliteit van het financieel systeem.
Het argument dat de hogere prijzen van financiële activa de economie stimuleren – omdat de bezitters ervan rijker worden en meer zullen consumeren – is volgens de critici niet correct. Want het zijn vooral de vermogenden die er voordeel uit halen. En hun consumptie ligt relatief lager dan die van gewone gezinnen. Wat is in elk geval wél het effect van de hogere prijzen van financiële activa? Dat de vermogensongelijkheid stijgt.
5 Argument tegen: Druk voor structurele hervormingen valt weg.
Door de ingreep zal de wisselkoers van de euro zakken.Dat verbetert het concurrentievermogen van de bedrijven in de eurozone, waardoor ze meer kunnen exporteren. Dat kan een stevige groei-impuls opleveren, zeggen de voor- en tegenstanders. Maar volgens de tegenstanders is het een voorbeeld van een gemakkelijkheidsoplossing. Die is gevaarlijk, omdat ze de druk wegneemt om op een structurele wijze het concurrentievermogen op te krikken.
De ingreep, die de rente op staatsobligaties drukt, is een verdoken manier om overheidstekorten te financieren met centralebankgeld. Hij neemt voor de overheden de druk weg om orde op zaken te stellen.
Door de rentes met een kunstgreep te verlagen worden de risico’s niet meer correct ingeprijsd. Dat leidt tot verkeerde beleggingen en investeringen.