mens en samenleving logo

De Studio 100 van de modewereld

FNG Group, het kledingbedrijf achter Fred & Ginger en CKS, is in één decennium een van de grootste Belgische kledingketens geworden. ‘Ik ben blij dat ik niet uit de textielsector kom, anders waren we nooit zover geraakt’, zegt Dieter Penninckx, een van de drie stichters en van opleiding ingenieur.

FNG Group bestaat nog maar een jaar of tien, maar ontwikkelt zich met een rotvaart. Dit jaar neemt het kledingbedrijf de kaap van 225 miljoen euro omzet. De Benelux-markt is meer dan ooit de thuismarkt voor Dieter Penninckx, zijn echtgenote Anja Maes en Manu Bracke. Drie burgerlijk ingenieurs die elkaar tijdens hun studies leerden kennen aan de KU Leuven en in 2003 actief werden via de overname van een invoerder van kinderkleding.

Aanvankelijk was de focus Belgisch en kindermode. Met bijvoorbeeld in 2005 de lancering van het label Fred & Ginger, de overname van Van Hassels (2008) en CKS (2009). Maar sinds een paar jaar staan ook Nederland en dameskleding sterk op de radar, met labels als Claudia Sträter (2012) en Expresso (2013).

Vorige maand volgde met de overname van Steps en Superstar (75 miljoen euro omzet) van de Nederlandse Coltex Retail Group de grootste stap voorwaarts tot nu toe. Een mooie opportuniteit in Nederland, waarvan Dieter Penninckx verwacht dat ook België er vruchten van kan plukken.

‘Nederlandse merken naar België brengen is zinvol, maar omgekeerd is het moeilijk’, zegt de veertigjarige ceo van FNG Group. ‘Dat zien we al duidelijk met Claudia Sträter en Expresso.’

Met Steps en Superstar komen er 130 winkels bij, waardoor de teller nu op driehonderd staat (waaronder 50 shops-in-the-shop). Daarnaast wordt ook verkocht via 1.500 multimerkenboetieks.

‘De eerste stap is het merk Steps en Superstar introduceren in België en het breder in de markt zetten. Op termijn kunnen we ook leveren aan B2B-klanten’, zegt Penninckx. Maar FNG verwacht ook aankoopvoordelen. ‘Aan de overname zit ook de aankooporganisatie van Coltex Retail vast, wat ons belangrijke schaalvoordelen kan opleveren’, zegt Penninckx.

FNG verwerft er kantoren mee in Istanbul, New Delhi en Hongkong. ‘Waardoor we meteen dichter bij de productie staan. Nu gebeurt de aankoop nog centraal vanuit België, maar tussen je ontwerp, het eerste staal en de eigenlijke productie gaat het verschillende keren heen en weer. Door ter plekke te zijn, zullen we minder in het vliegtuig moeten zitten. En we krijgen ook nog eens een beter zicht op de omstandigheden waarin de productie gebeurt. We weten intussen dat de consument een euro méér wil betalen voor een eerlijk product.’

Image-480-480-2484854

Meer volume, beter inkopen

FNG verwacht op termijn ook goedkoper te kunnen inkopen dankzij het grotere volume. ‘Je volume bepaalt je rangorde bij de producent’, lacht Penninckx.

Typisch voor FNG is dat de groep streeft naar schaalvoordelen over de merken heen, ‘wat ons een competitief voordeel geeft in de Benelux.’ Vanuit hun studie als burgerlijk ingenieur hebben de drie stichters van in het begin veel aandacht besteed aan de bedrijfsprocessen. Terwijl modeontwerpers doorgaans sterk zijn in creatieve ontwikkeling, zijn ze vaak zwak in alles wat met de administratieve kant te maken heeft, de zogenaamde back office.

‘We hebben altijd sterk geïnvesteerd in informaticasystemen en infrastructuur’, zegt Penninckx. ‘Een consument verwacht dat hij je product overal kan kopen. Zowel via het web als in een multiboetiek of een eigen winkel. Als je in een AS Adventure-winkel komt, kan je daar meteen zien waar een kledingstuk nog beschikbaar is en het wordt je automatisch opgestuurd. Of we onze infrastructuur nu gebruiken voor één merk of voor meerdere merken, maakt organisatorisch geen verschil, maar het stelt ons wel in staat een service zoals de grote textielketens te leveren.’

Aanvankelijk keek de modewereld een beetje meewarig naar de FNG Group met al haar aandacht voor systemen en processen: het kon niet anders of het creatieve stond daar minder hoog op de agenda. Maar sinds kort omarmen ook ontwerpers zoals Tim Van Steenbergen en Annemie Verbeke FNG Group.

Van Steenbergen heeft de productie, logistiek en de verkoop volledig uitbesteed aan FNG. Zelf focust hij zich op het ontwerpen van collecties én hij blijft ook de eigenaar van het merk. Met Annemie Verbeke (de zus van advocaat Louis Verbeke) is er een gelijkaardige afspraak. Beiden worden vanuit FNG ondersteund met wat Penninckx een ‘dedicated team’ noemt.

Merk van eigen bodem

‘De kledingmarkt groeit niet als gevolg van het lage consumentenvertrouwen. Schaal en discipline zijn belangrijk. We zijn een locomotief waaraan je wagonnetjes kunt koppelen’, zegt Penninckx. Geert Noels, stichter van de vermogensbeheerder Econopolis die een participatie heeft in FNG, maakt de vergelijking met Studio 100. ‘Net zoals Studio 100 heeft FNG een scalable aanpak: het businessmodel kan makkelijk meegroeien het de schaal van het bedrijf. En het combineert ook creativiteit met discipline.’

En Penninckx ziet nog volop mogelijkheden. ‘In de Benelux is er vraag naar merken van eigen bodem. De markt vraagt verschillende merken. Je hebt hier tenslotte maar 25 miljoen inwoners. Door met verschillende labels te werken kan je meer uit de markt halen.’

Binnen FNG werken meer dan vijftig ontwerpers. ‘De helft van onze medewerkers heeft een opleiding aan de mode-academie gevolgd’. De ontwerpen gebeuren ‘binnen bepaalde richtlijnen’. ‘Het gaat hier niet van doe-maar-op. Daardoor zijn onze ontwerpen veel effectiever. Als we 115 ontwerpen maken, kunnen we er honderd van naar de markt brengen. In de sector is de verhouding eerder: 150 ontwerpen waarvan je er honderd kunt commercialiseren.’

Volgend voorjaar kunnen de ontwerpers zich wagen aan een nieuw concept gericht op de bovenkant van de piramide. ‘In de Antwerpse Huidevetterstraat komt een winkel waar we een mix van nieuwe dingen zullen brengen en ook creaties van mensen als Tim Van Steenbergen en Annemie Verbeke voorstellen.’ Veel meer wil Penninckx er nog niet over kwijt. ‘Al bij de lancering van Fred & Ginger was het onze drive om creatief iets extra te doen’, zegt hij.

Met de nieuwe Nederlandse overname lijkt de uitdaging op korte termijn op organisatorisch vlak te liggen: de grotere dimensie verteren. Maar Penninckx meent dat de organisatiestructuur ruimte laat voor verdere groei. ‘We organiseren onszelf rond business units. We hebben er nu vier. Dit blokkendoosmodel laat nog ruimte voor één à twee extra merken in de Benelux door nog een business unit toe te voegen.’

‘Essentieel is dat we de verantwoordelijkheden duidelijk benoemen. De sterke groei was maar mogelijk door onze mensen op hun sterkste kwaliteiten uit te spelen.’

Verhuizing

Wat niet belet dat de hoofdzetel ondertussen uit zijn voegen barst. Het gesprek met Penninckx vindt bijvoorbeeld plaats in de toonzaal. In maart verhuist FNG van Wilrijk naar Mechelen waar plaats is voor 200 personen.

Ondanks de sterke groei is FNG ook erg winstgevend. In het boekjaar dat op 31 maart afsloot, werd een nettowinst gehaald van 7,8 miljoen op 150 miljoen euro bedrijfsopbrengsten. De brutobedrijfswinst kwam uit op 22 miljoen, wat een marge van 14,70 % oplevert. Dit jaar zal de marge dalen. ‘Als je minder rendabele omzet bijvoegt, zakt je marge, maar het is de bedoeling die op termijn op 15% te brengen’, zegt Penninckx.

Obligatielening

Penninckx, Maes en Bracke slagen er voorlopig in de groei grotendeels zelf te financieren. Ze hebben nog een meerderheidsbelang van 66,00 %. Emiel Lathouwers, de stichter van AS Adventure, heeft een goede 15,00 %, de klanten van Econopolis 8,00 % à 9,00 %. De rest circuleert op de Vrije Markt van de Brusselse beurs, waar het aandeel rond de 27 euro noteert, goed voor een impliciete beurskapitalisatie van 150 miljoen euro.

Het bedrijf is duidelijk al de weinig liquide en transparante Vrije Markt ontgroeid, maar FNG heeft geen haast om naar een ander segment te verhuizen. Voorlopig lukt de financiering nog via de beschikbare instrumenten.

De komende dagen haalt FNG wel via ING en KBC 50 miljoen euro op met de uitgifte van een zeven jaar durende obligatielening. Dit laat ruimte voor nieuwe investeringen. ‘We zouden graag tegen 2020 zo’n 300 miljoen euro omzet halen. We timmeren verder aan de weg. Dat is leuker dan het doel op zich. Eigenlijk zijn we vandaag al groter geworden dan we zelf voor ogen hadden en de mogelijkheden blijven op ons afkomen.’

DENDOOVEN, P. De Studio 100 van de modewereld. De Standaard, 2014-12-06, E6.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers