Is ons geluk op? Valt de motor stil die de welvaart in Vlaanderen de voorbije decennia almaar hoger heeft gestuwd? We mogen er niet van uitgaan dat het allemaal wel zal meevallen.
Veel Vlamingen denken dat de volgende generatie of generaties minder goed af zullen zijn, of dat de welvaart in Vlaanderen in de toekomst in elk geval minder snel zal toenemen dan vroeger. Dat pessimisme komt niet uit de lucht gevallen. Het vloeit voort uit de vele onheilspellende berichten waarmee we geconfronteerd worden: de zware economische crisis, de gewapende conflicten in het Midden-Oosten en Oekraïne, de ebola-epidemie, de op hol geslagen natuur, de groeiende inkomensongelijkheid, de besparingsmaatregelen die we opgelegd krijgen, en zo meer. Sommige economen stellen een langdurige stagnatie in het vooruitzicht. Daar wordt een mens inderdaad somber van.
We leven in een moeilijk tijdsgewricht. Maar zulke moeilijke tijdsgewrichten waren er in het verleden ook. In de jaren 70, met hun oliecrisis, stagflatie, hoge werkloosheid, bedrijfssluitingen, hongersnood, zure regen en een dreigende atoomoorlog was het ook somberheid troef. Maar de wereld is niet in die toestand blijven steken. Hij heeft zich eruit geworsteld. Technologische ontwikkelingen en de globalisering hebben de welvaartsgroei een nieuwe, sterke impuls gegeven. Of kijk naar wat onze grootouders of overgrootouders hebben meegemaakt: twee wereldoorlogen en de Grote Depressie. Dat heeft niet verhinderd dat ze tijdens hun leven hun welvaart sterk hebben zien toenemen.
Hetzelfde kan opnieuw gebeuren. Er kunnen, uit onverwachte hoek, nieuwe motoren voor economische groei en welvaart opduiken. Maar zeker is dat niet. Economische vooruitgang is geen ijzeren wet. We mogen er niet van uitgaan dat nieuwe welvaartsgroei er vanzelf komt. Tegelijk moeten we beseffen dat de meeste Vlamingen het ongelooflijk goed hebben – in vergelijking met vorige generaties én in vergelijking met heel wat mensen in andere regio’s – maar dat die bevoorrechte situatie niet voor eeuwig en altijd gewaarborgd is.
Wat we niét moeten doen, is bij de pakken blijven zitten. Mensen zijn inventief en creatief, ze hebben al vaak bewezen oplossingen te kunnen vinden voor onmogelijke problemen. Het komt erop aan de uitdagingen onder ogen te zien, ons gedrag aan te passen als dat kan helpen om bepaalde bedreigingen aan te pakken – de klimaatverandering bijvoorbeeld – en een stap terug te doen als het niet anders kan. Als we vrezen dat onze kinderen het minder makkelijk en minder goed zullen hebben dan wij, kunnen we hen misschien helpen door ons vandaag niet zo krampachtig en egoïstisch aan onze voordelen en verworvenheden vast te klampen.
Het beleid moet ook radicaal toekomstgericht zijn: we moeten alles doen wat we kunnen opdat ook de volgende generaties dezelfde welvaartsgroei kunnen kennen. Dáár moet de politieke discussie over gaan, niet over dingen die 70 jaar geleden zijn gebeurd.