België blijft in de top-3 van EU-landen met de hoogste loonkost. Vorig jaar kwam België voor het derde jaar op rij als op de op twee na duurste EU-lidstaat (EU-28) inzake uurloonkost uit de bus, zo blijkt uit cijfers van het Europees statistiekbureau Eurostat.
De uurloonkost in België bedroeg vorig jaar 38 euro, tegen 37,2 euro in 2012. In vijf jaar tijd (2008-2013) steeg de loonkost met 15,4 procent. Vijf jaar geleden was België het nummer 2 inzake loonkost, maar sinds 2011 staat het op het derde trapje.
De derde plaats vorig jaar is vooral te danken aan de non-profit, waar België met een uurloonkost van 31,1 euro pas op de zesde plaats staat binnen de Europese Unie. Inzake handel (41,2 euro), industrie (43,4 euro) en diensten (41,2 euro) staat België op de tweede Europese plaats, telkens na Zweden. In de bouw (33,6 euro) bezet België de derde plaats.
In het algemene loonkostklassement moet België enkel de Scandinavische landen laten voorgaan: in Zweden bedroeg de uurloonkost vorig jaar 40,1 euro en in Denemarken 38,4 euro. Noorwegen, dat geen deel uitmaakt van de EU-28, staat al jaren nog een trapje hoger. De uurloonkost bedroeg er 48,5 euro in 2013.
De buurlanden komen kort achter België: Luxemburg (met een uurloonkost van 35,7 euro), Frankrijk (34,3 euro) en Nederland (33,2 euro) bezetten de volgende plaatsen in de rangschikking; Duitsland (31,3 euro) staat iets verderop. Zij staan allemaal boven de gemiddelde uurloonkost van de hele EU-28, die 23,7 euro bedraagt.
De loonkost is het laagst in Oost-Europa. Litouwen (6,2 euro), Roemenië (4,6 euro) en Bulgarije (3,7 euro) sluiten de Eurostat-tabellen.
