België is het nummer drie van de landen waar de sociale uitgaven het hoogst liggen. Een derde van onze economie vloeit naar ons sociaal vangnet. De absolute kampioen is Frankrijk.
Het Belgische sociale vangnet is een van de gulzigste in de wereld. De welvaartsstaat absorbeert bijna een derde van de Belgische economie. Dat blijkt uit cijfers van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), de denktank van de rijke landen.
België trekt in 2013 naar schatting 30,7 procent van zijn bruto binnenlands product (bbp) uit voor uitkeringen, pensioenen en sociale steun. Ons land moet enkel recordhouder Frankrijk (33%) en Denemarken (30,8%) voor zich dulden.
‘Er zijn twee zaken aan de hand in België’, legt Willem Adema, econoom bij de OESO, uit. ‘Ten eerste is er de verouderende bevolking. Dat jaagt de pensioenen en de uitgaven voor de gezondheidszorg de hoogte in. Ten tweede is er de crisis. Daardoor liggen de tijdelijke inkomensmaatregelen vrij hoog’, zegt Adema, die ook wijst op de ‘natuur van het Belgische sociale systeem’.
In het grootste deel van de wereld zitten de sociale uitgaven overigens in stijgende lijn. De crisis is de grote boosdoener. In de meeste landen groeien de sociale uitgaven sneller dan de economie. Door de economische malaise vallen steeds meer mensen in sociale vangnetten, zoals werkloosheidsuitkeringen. Bovendien krimpt het bruto binnenlands product (bbp), de noemer van de breuk, in veel OESO-landen.
Ter vergelijking: in heel de OESO bedragen de sociale uitgaven dit jaar 21,9 procent van het bbp. In 2007, voor de crisis toesloeg, was dat nog maar 19,3 procent. In België stegen de sociale uitgaven in dezelfde periode van 26 tot 30,7 procent.
Ons land maakte in de crisisjaren gretig gebruik van tijdelijke werkloosheid. Ook het bbp in reële termen ligt nog altijd een fractie onder dat van 2007. Maar niet enkel in verhouding tot de welvaart die België voortbrengt, stijgen de sociale uitgaven. In reële termen liggen de uitgaven vandaag 16 procent hoger dan in 2007. Die stijging is dubbel zo sterk als in de andere Europese landen van de OESO.
De Europese probleemkinderen, zoals Portugal en Griekenland, zijn een uitzondering op de regel dat de sociale uitgaven stijgen. Onder druk van de besparingen daalden ze, uitgedrukt tegenover het snel krimpende Griekse bbp, van 24 procent in 2009 tot een verwachte 22 procent in 2013. Na vijf crisisjaren spendeert Griekenland 28 procent minder aan sociale uitgaven in reële termen. Het Griekse bbp ligt vandaag 30 procent lager dan in de gloriejaren van 2007.
In een somber rapport begin dit jaar waarschuwde de Europese Commissie nog dat de Europese welvaartsstaat stilaan op zijn tandvlees zit. Vijf lange crisisjaren hebben de buffers aangevreten die de inkomens van de Europeanen moeten beschermen. De meeste overheden hebben amper nog budgettaire manoeuvreerruimte.
Bron: De Tijd