Armoedebestrijding moet veel meer investeren in kinderen

Opgroeien in armoede heeft nefaste gevolgen voor de ontwikkeling van kinderen. En hoe jonger het kind, hoe hardnekkiger de gevolgen. Kinderen die opgroeien in armoede hebben al van voor de geboorte een lagere levensverwachting. Ze zijn over het algemeen ongezonder, hebben slechtere eetgewoontes en zijn zwaarlijviger dan andere kinderen. Dat leidt niet alleen tot stigmatisering en isolatie, maar is ook nefast voor hun zelfbeeld, zo leert recent onderzoek van de VUB (DM 16/05). Ze zetten minder goede schoolprestaties neer en maken meer kans op vroegtijdige schooluitval. Hun ouders zijn minder goed in staat om hen te helpen bij hun schooltraject (niet alleen financieel maar ook inhoudelijk) en vaak groeien ze ook nog eens op in buurten die al deze problemen cumuleren. Op langere termijn groeien deze kinderen op tot volwassenen die minder goed in staat zijn om deel uit te maken van onze kennissamenleving en worden ze meer dan anderen afhankelijk van uitkeringen. Het ultieme failliet is dan dat deze arme kinderen later zelf arme ouders worden.

Overlevingsstrategie
Wie denkt dat armoede in ons land geen ‘echte’ armoede is, mag gauw wat anders denken. De armoedegrens bedraagt op het moment van schrijven 1.000 euro per maand voor een alleenstaande of 1.600 euro voor een alleenstaande ouder met twee jonge kinderen. Wie dan woont voor 500 euro (en dat is op de private huurmarkt vaak nog zeer goedkoop) heeft nog 37 euro per dag over om voor eten en kleding te zorgen en de school- en elektriciteitsrekening te betalen. En dan is het stilletjes hopen dat er geen onverwachte uitgaven of ziektes opduiken. Sparen? Vergeet het! Armoede is niet zomaar een laag inkomen hebben; het is een kwestie van (over)leven in constante onzekerheid.

Het is dan ook niet te verwonderen dat bijvoorbeeld goedkope maar ongezonde voeding een deel van een overlevingsstrategie wordt. Dat is niet zozeer het resultaat van ouderlijke onwil, maar wel het gevolg van een wezenskenmerk van onze samenleving: ongelijkheid in middelen, kennis en kansen wordt van meet af aan doorgegeven en versterkt, tot de kloof simpelweg te groot wordt om nog te overbruggen en om op eigen kracht uit de armoede te geraken.

Het goede nieuws is dat we dit mechanisme kunnen doorbreken. Er is intussen voldoende wetenschappelijke evidentie dat opvoedingsondersteuning en preventieve gezondheidszorg de vroege ongelijkheid voor een stuk ongedaan kunnen maken. Daarbij hebben kleinschalige initiatieven, lokale overheden maar ook scholen een belangrijke rol te spelen, bijvoorbeeld om mensen aan te leren gezond te koken of om op school gezonde maaltijden aan te bieden. Maar dat zijn slechts druppels op een hete plaat als er niets verandert aan de ongelijkheid die eraan ten grondslag ligt.

Musical of kinderbijslag?
Daarom moeten we als samenleving veel meer investeren in kinderen. We weten dat kinderopvang van goede (!) kwaliteit een enorm potentieel heeft om de ontwikkeling van kinderen die in armoede opgroeien positief te beïnvloeden, waardoor hun latere kansen in het onderwijs en op de arbeidsmarkt toenemen. Het laat ouders ook toe te gaan werken en zo het gezinsinkomen te verhogen. We weten ook dat voldoende inkomensbescherming van gezinnen met kinderen cruciaal is om de kinderarmoede te verminderen, zeker als de ouders niet voldoende aan het werk (kunnen) zijn. Sterker nog: in landen waar de inkomensongelijkheid beperkt is, hebben kinderen meer kans om aan hun ‘achtergrond’ te ontsnappen. De sociale mobiliteit is er groter en de kloof die ze moeten overbruggen is er kleiner.

Een effectief kinderarmoedebeleid is dus niet utopisch, maar zal onvermijdelijk structurele en forse investeringen vergen. Geen kortdurende projectsubsidiëring, maar een volgehouden budgettaire inspanning die een regeerperiode ver overschrijdt. Daarbij zijn politieke keuzes noodzakelijk. Investeren we in een kindpremie waarvan het nut door zowat iedereen in twijfel wordt getrokken of gebruiken we dat geld om de kinderopvang te versterken? Kiezen we ervoor om 60 miljoen euro te spenderen aan op- en afritten voor een beleveniscentrum ten bate van een projectontwikkelaar of gebruiken we dat geld om de doelmatigheid van de kinderbijslagen te vergroten? En subsidiëren we musicals of voorzien we voldoende budget voor de volledige toekenning van de schooltoelage?

Politiek is een constante strijd om schaarse middelen en daarbij moeten keuzes worden gemaakt. Als het de overheden in dit land menens is met de strijd tegen kinderarmoede dan zullen ze langetermijnengagementen moeten aangaan op vlak van dienstverlening, inkomensbescherming en tewerkstelling, liefst in goede samenwerking met elkaar. Met het oog op alweer een verkiezingsjaar in 2014 zal dat ongetwijfeld veel politieke moed vergen. Vraag is: welke partij heeft die moed?

Bron: De Morgen

E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo