Na Nokia ontwikkelt ook Samsung goedkope smartphones gericht op de groeilanden. Een strijd om een miljardenmarkt die slechts zelden belicht wordt.
Op het jaarlijkse Mobile World Congres, dat volgende week in Barcelona van start gaat, zullen opnieuw tientallen smartphones gelanceerd worden. Fabrikanten proberen elkaar de loef af te steken met steeds grotere schermen, toegenomen functionaliteit en almaar krachtiger processoren.
Hoewel die dure smartphones steeds meer kopers kennen in landen als China of India heeft het gros van de bevolking in de groeilanden niet de middelen om eengeavanceerde smartphone zoals een iPhone 5 of Galaxy S III te kopen.
Dat betekent niet dat de gemiddelde Keniaan of Bengaal zich tevreden moet stellen met telefoons die tien jaar geleden bij ons populair waren. Grotendeels buitende schijnwerpers van de westerse media strijden de grote gsm-fabrikanten om de broekzak van de modale Afrikaan en Aziaat. Ze ontwikkelen daarvoor speciale reeksen smartphones.
Samsung, het wereldwijde nummer 1 op de gsm-markt, onthulde vorige week zijn serie ‘Rex’ (foto), vier goedkope smartphones die populaire internetdienstentot bij de consument met een kleine portefeuille brengen. De Rex-telefoons draaien niet op het populaire Android-besturingssysteem, maar baseren zich op Java. Ze hebben allemaal een webbrowser en een fotocamera aan boord, een chatdienst en de mogelijkheid om in te loggen op Facebook of Twitter. De startprijs schommelt rond 60 euro.
De Zuid-Koreanen zijn niet de eersten die een dergelijke zet doen. De redenwaarom het Finse Nokia ondanks zijn problemen in Noord-Amerika en Europa nog steeds het wereldwijde nummer twee is, is te danken aan de Afrikaanse enAziatische markten. Nokia lanceerde er al in 2011 zijn ‘Asha’-toestellen. Ook hier werden de belangrijkste eigenschappen van een smartphone (internetconnectie, kleuren- en aanraakscherm en een reeks apps) gecombineerd met het prijskaartje van een modale telefoon. Nokia kondigde verheugd aan dat het tijdens de laatste drie maanden van 2012 in de westerse landen 4,1 miljoen Lumia-smartphones had verkocht. Maar de 9,3 miljoen Asha-telefoons die het kon slijten in de groeilanden zijn veel indrukwekkender.
Dit jaar gaat de groei verder. ‘Dergelijke telefoons betekenen een grote opportuniteit voor gsm-fabrikanten, zeker in groeilanden’, weet ook het marktonderzoeksbureau IHS. ‘We schatten dat er in 2013 653 miljoen van dit soort telefoons zullen worden verkocht.’
Er is niet alleen een financiële kant aan het verhaal. De komst van eenvoudige smartphones naar het platteland van opkomende landen is voor de lokale bevolking vaak het eerste contact met het internet. Dergelijke telefoons stellen boerenin staat beter op de hoogte te zijn van de actuele marktprijs van hun gewassen of kunnen dienen voor het overschrijven van kleine geldbedragen. Via sms’jes kunnen zwangere vrouwen gezondheidsinformatie krijgen en kunnen jongeren nieuwe talen aanleren.
Niet toevallig zijn Samsung en Nokia in Azië en Afrika bij de merken die bij de lokale bevolking het meeste vertrouwen inboezemen. Hun succes blijft bij de concurrenten niet onopgemerkt. De Chinese spelers Huawei en ZTE proberen nu ook een poot aan de grond te krijgen in die ontluikende markten. Het kan de prijzen enkel omlaag duwen en de smartphone voor nog meer mensen toegankelijk maken.