Innoveren met mastodonten

Onze industrie moet innovatief zijn. Het is een cliché dat keer op keer de kop opsteekt bij discussies rond de sluiting van Ford Genk en de sanering bij ArcelorMittal in Luik. Maar wat betekent dat, innovatief zijn?

Wie innovatie wil zien, kan vandaag naar Willebroek, waar 26 gigantische opslagtanks de fabriek van G&G International buitengaan, klaar om verscheept te worden naar het Nederlandse Vlaardingen. Mastodonten zijn het, 30 meter hoog en met een gewicht van 114 ton. Volledig ontworpen, geproduceerd en geassembleerd door G&G in Willebroek en door zusterbedrijf Engicon (Geldof) in Harelbeke. Om nu kant en klaar afgeleverd te worden.

Het is een uniek totaalconcept dat volgens Patrick Van Melis, ceo van G&G, verschillende voordelen heeft. ‘Wij kunnen in alle rust werken en de we storen niemand bij de klant.’ Het concept slaat aan, want zonet werd G&G benaderd om tanks te leveren in Australië. En ook vanuit de Verenigde Staten en Rusland is er interesse. ‘We blijven dus wereldwijd opvallen. En dat is nodig. Wie zich niet weet te onderscheiden op de wereldmarkt, kan niet overleven,’ verwoordt Van Melis de uitdaging voor elke exportgerichte ondernemer in België.

Toch klimt ook G&G uit een dal. De economische crisis zorgde vanaf 2008 voor een gigantische terugval in de vraag naar opslagtanks en drukvaten, waardoor de omzet bij G&G terugviel van meer dan 60 naar een kleine 20 miljoen euro. Het bedrijf moest in 2011 nog rode verliescijfers in het jaarverslag schrijven.

Afhankelijk

Die magere jaren deden Van Melis beseffen dat G&G te zeer afhankelijk was van één productgroep, hoe goed ook gemaakt. ‘En dus zijn we beginnen zoeken naar alternatieve markten waar we onze kennis konden uitspelen,’ reconstrueert Van Melis, ‘in 2009 wisten we het: we gaan een deel van de offshore windmolenmarkt inpikken.’

Een bedrijf dat vooral klanten in de petrochemie had, waagde zich dus op de markt van de hernieuwbare energie. Geen evidente heroriëntering. Turbines, wieken en funderingswerken, het is niet meteen hetzelfde als een drukvat maken. De nodige studies werden uitgevoerd, de groep investeerde in nieuwe fabrieksinfrastructuur en lasapparatuur en voerde enkele eenmalige projecten uit. Twee jaar geleden kwam de doorbraak met de levering voor het Duitse Riffgat windmolenpark. ‘Essentieel, we moesten klanten kunnen overtuigen dat we serieleveringen van 30 tot zelfs 70 windmolens aankunnen.’ Vorig jaar volgde nog een miljoenencontract voor het Northwind Offshore project voor de kust van Zeebrugge. G&G haalde het project binnen samen met een Spaanse partner.

Top 5

Momenteel staat het bedrijf op de shortlist voor verschillende offshore projecten in Europa. ‘We zijn een top-5-speler geworden’, schat Van Melis in. G&G rust nu op twee sokkels. Het laatste boekjaar lag de omzet drie keer zo hoog als in 2011. Een verlies van een klein half miljoen euro werd omgekeerd tot een voorzichtige winst. De ruim 120 werknemers bij G&G kunnen weer opgelucht ademhalen.

Voorlopig toch. De offshore-energiemarkt is sterk afhankelijk van Europese subsidies. Aangezien Europa tegen 2020 20 procent hernieuwbare energie in de totale mix wil, wordt de sector fors gesteund. ‘Als die wegvalt, zal de impact heel groot zijn,’ weet Van Melis nu al.

‘Ach, de toekomst is altijd boeiend,’ relativeert hij, ‘de opdracht blijft om de hoge loonkosten in ons land en de dure euro te compenseren met de creatie van hoogtechnologische toegevoegde waarde die niet zomaar elders kan gekopieerd worden.’

Van Melis roept ook op tot een hernieuwde positieve aandacht voor die hoogtechnologische industrie. ‘Er heerst nu een gevoel van machteloosheid, dat de industrie hier geen toekomst heeft. En daardoor stimuleer je natuurlijk geen industriële activiteiten. Dat is jammer. We hebben industrie nodig. Een economie kan niet enkel draaien op de dienstensector.’

Bron: De Standaard

E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo