Bezuinigen op onderwijs is nefast voor onze concurrentiepositie

Topeconomen Paul De Grauwe en Koen Schoors wisselen elkaar af en schrijven over mens, wereld en economie. Deze week is het de beurt aan De Grauwe. We klagen over hoge loonkosten. De Chinezen beginnen er ook over te klagen. Sinds 1997 stegen de Chinese loonkosten aan een gemiddeld ritme van 13,8 procent per jaar. Het gevolg is dat China nu de groep van lageloonlanden heeft verlaten. Achter deze fenomenale stijging van de lonen vinden we sinds 1997 een even indrukwekkende jaarlijkse productiviteitsstijging van 11,3 procent terug. De Chinese arbeiders worden beloond voor deze enorme opstoot van productiviteit.

Die enorme loonstijgingen zetten een proces in gang dat we ook in Japan en Korea in het verleden hebben gezien. Als de loonkosten stijgen, laten die landen productietakken die veel gebruik maken van ongeschoolde arbeid vallen en concentreren ze zich meer en meer op de productie van goederen met hoge toegevoegde waarde. Dit is ook een productie die gerealiseerd wordt door hooggeschoolde arbeid.

Om die klim op de technologische ladder mogelijk te maken, moet er in onderwijs geïnvesteerd worden. Dezelfde productiviteitsstijgingen die snelle loonstijgingen toelaten creëren ook de ruimte om massaal in onderwijs te investeren. Daar profiteren de Chinezen ten volle van. Sinds 1998 steeg het aantal eerstejaarsstudenten aan Chinese universiteiten van 1,1 miljoen tot 6,6 miljoen. Alles wijst er dus op dat China de strategie van landen als Japan en Korea volgt. Binnen afzienbare tijd zal China producten op de markt brengen die in termen van kwaliteit en technologische knowhow niet moeten onderdoen met wat wij op dit ogenblik produceren.

De implicaties voor België en voor Europa zijn dan ook duidelijk. De Chinezen klimmen op de technologische ladder. Er is maar één verstandige strategie voor ons, en dat is om ook op die technologische ladder verder op te klimmen. Als we dat niet doen, duwen de Chinezen ons eraf.

Zijn er tekenen dat het beleid erop gericht is om op die technologische ladder op te klimmen? Het antwoord is niet echt bemoedigend. België investeert nu ongeveer 6 procent van het bbp in onderwijs. Fantastisch veel is dat niet. Vóór de uitbarsting van de financiële crisis in 2007 steeg dat percentage nog. Sinds 2007 daalt het. Dit betekent dat de budgettaire saneringen er ons toe brengen om een kleiner deel van de nationale productie te besteden aan onderwijs. Hetzelfde fenomeen doet zich voor in andere Europese landen. De druk om te bezuinigen leidt er bijna overal toe om een minder groot deel van het bbp te besteden aan onderwijs. Ondertussen doen de Chinezen het omgekeerde. De Europese bezuinigingsinspanningen hebben dus een bijzonder nefaste invloed. Ze dragen ertoe bij dat de Chinezen in hun klim op de technologische ladder ons snel inhalen. De Chinezen wrijven zich in de handen: laat de Europeanen maar verder bezuinigen, denken ze; dat zal het mogelijk maken dat we ze nog sneller zullen inhalen.

Er zijn niet alleen de middelen voor het onderwijs die we nu verminderen. Er is ook het model van onderwijs dat in vraag moet gesteld worden. Nu we het onderwijs in Vlaanderen zelf regelen, hebben we gretig het Jacobijns centralistisch bestuursmodel overgenomen. Dat model wil alles vanuit het centrum sturen. Het is nu de minister van onderwijs, die vanuit Brussel de belangrijke onderwijsbeslissingen neemt. Dit is ook meer en meer het geval aan de universiteiten. Universiteiten kunnen geen belangrijke beslissingen meer nemen over programma’s zonder de toelating van de minister (die meestal nauwelijks de onderwijssector kent). De Brusselse onderwijsbureaucratie legt de meest absurde regels op. Die regelgeving is gedreven door het centralistisch verlangen om te uniformiseren.

Universiteiten kunnen slechts gedijen als verschillen worden toegelaten. Het centralistisch denken dat nu in Vlaanderen de bovenhand heeft gehaald, haat diversificatie en autonomie. Nochtans zijn die laatste belangrijk om kwaliteit te verzekeren. Het is pas als universiteiten onderling verschillend mogen zijn, dat creativiteit kan gedijen. Pas dan zullen we de uitdagingen die uitgaan van China en andere landen met succes kunnen beantwoorden.

Bron: De Morgen

E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo