Niemand moet mij leren met geld omgaan

Kelly is 33 en heeft een dochtertje van 2,5. Het is een moordend warme junidag en ze dragen allebei een fris zomers kleedje. Kelly’s dochter heeft een paar muggenbeten, daar maakt Kelly zich zorgen om. ‘Iedereen ziet die muggenbeten en denkt “amai, die zijn arm, het zal wel iets vies zijn”.’

Kelly heeft schulden en nog geen beetje, net als haar man. Ze zijn allebei in collectief schuldbeheer, opgelegd door de arbeidsrechtbank. Ze heeft nog een kind uit een vorige relatie, haar man twee, maar die zien ze enkel in het weekend. Meestal leven ze gedrieën van 130 euro per week, soms is het nog minder. Als ze dat vijf jaar volhouden, zijn ze ervan af. Ze zijn nu halfweg.

Kelly kwam bij het OCMW terecht dankzij een brief aan de koning. ‘Ik had nooit gedacht dat daar iets goeds van zou komen.’ Een vzw helpt haar nu met de uitgaven voor haar dochter. Als het nodig is, krijgen ze voedselpakketten. ‘Het belangrijkste: ze zijn hier vriendelijk, je voelt je geen stuk uitschot.’

‘En zeggen dat we alles hadden. Ik heb geen fantastische jeugd gehad, maar wel een mooie erfenis van mijn ouders. En dan? Verkeerde beslissingen genomen, dure dingen gekocht. Een auto, terwijl ik geen rijbewijs heb. Een dure auto, ik schaam mij om het merk te noemen. We gingen twee keer per dag uit eten, ik had geen werk en mijn man is toen ook gestopt met werken. Ik vond dat een goed idee. En voor we het wisten, was het geld op. Het lijkt oneindig, tot er ineens drie nullen minder op de rekening staan. Ik verwijt mezelf enorm dat ik niet slimmer geweest ben. De ironie wil dat nu we erin slagen met 130 euro in de week rond te komen iedereen zich blind staart op wat er toen is misgegaan. En de vrienden van toen zien we niet meer.’

Zodra haar dochtertje naar school gaat, wil Kelly gaan werken. Ze zegt alleen aan morgen te denken, niet aan volgende week, maar lijkt behoorlijk zeker dat het goed komt. ‘Mijn vader had een mooi inkomen. Maar van hem heb ik nooit geleerd om met geld om te gaan. Als kind van 14 heb ik de begrafenis van mijn moeder moeten regelen. Mijn vader kon het niet aan, gaf ons belachelijk veel zakgeld en heeft ook niet lang meer geleefd. En dan krijg je die erfenis, maar die zou ik zo hebben afgegeven om weer ouders te hebben. Maar nu moet niemand mij nog leren hoe ik met geld om moet gaan.’

Leefgeld

In 2010 werden 61.750 schuldbemiddelingsdossiers behandeld door Vlaamse OCMW’s, in 2011 waren er dat al 62.700. Het OCMW Dendermonde heeft een dienst schuldhulpverlening sinds het jaar 2000 en volgens sociaal werkster Katy Govaert zijn er sindsdien elk jaar meer dossiers geweest. ‘Soms komen de mensen al preventief: ze hebben geen schulden, maar zo’n laag inkomen dat ze weten dat ze in de problemen gaan komen. Wij doen dan hun betalingen voor huur, energie, alle vaste kosten en spreken af wanneer ze leefgeld krijgen. Soms is dat op maandag en op vrijdag, soms is dat één keer per maand.’

Voor wie wel al schulden heeft, zijn er twee mogelijkheden. ‘Als het meevalt, ga je vrijwillig in schuldbemiddeling. Als het echt uitzichtloos is, laat je door de rechter een collectieve schuldenregeling treffen: hij bepaalt hoeveel je kunt terugbetalen, de rest vervalt als je je een paar jaar keurig aan die regeling houdt.’

Mensen met schulden hebben allerlei profielen. Gezinnen ziet Govaert regelmatig over de vloer komen. Ze weet dat er tegenwoordig zelfs studenten zich laten begeleiden. Maar wat zij elke dag ziet, zijn toch vooral werkloze alleenstaande mannen. ‘Hen weer op de arbeidsmarkt krijgen, is vaak onbegonnen werk. Maar als ze voor een euro per uur vrijwilligerswerk doen, hebben ze daar vaak veel deugd van. Dat er een wekker afgaat, dat ze ergens verwacht worden.’

Freddy zat ooit in die situatie. ‘Ik heb altijd gewerkt, tot 1999. Mijn ex-vrouw was weg. Ik moest veel geld betalen voor mijn vier kinderen en ik kon mijn werk niet goed meer doen. Om niet in de goot te geraken, ben ik bij het OCMW terechtgekomen. Om mij niet volledig te laten pluimen. Ik had meer dan 10.000 euro schulden. Als alles betaald was, was er niets meer over van mijn pree.’

‘Ik heb ook geluk gehad. Ik had op mijn laatste werk te veel verdiend om in schuldbeheer te gaan. En twee dagen later kreeg ik een belastingaanslag van een paar duizend euro en kwam ik ineens wel in aanmerking. Om niet stil te zitten, ben ik hier ook als vrijwilliger beginnen te werken. Boodschappen, klussen, gras afrijden. Vooral voor vrouwen.’

Afgeschreven

‘Ik heb altijd mijn best gedaan, onder meer om het respect van mijn kinderen te verdienen. Ik ben niet beginnen te drinken. Pas op, ik had geen moeder meer, geen vader meer, het was echt niet gemakkelijk. Ik ben nu zestig jaar, ik ga geen ander werk meer zoeken. Ik ben afgeschreven. De jonge mensen lopen te zoeken naar werk. Het is aan de anderen. Ik heb geen schulden meer, ik heb een appartement. Door dat vrijwilligerswerk zit ik niet stil. Het is beter dat je iemand kunt helpen dan dat je zelf moet geholpen worden.’

Bron: De Standaard

E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo