De inkrimping deed zich in alle bedrijfstakken voor, aldus de NBB.  Ten opzichte van het voorgaande kwartaal bleef de vermindering van de toegevoegde waarde beperkt in de bouwsector (-0,1 %). Ook in de dienstensector bleef de krimp vrij beperkt (-0,3 procent). De zwaarste klap is voor de industrie, met een negatieve groei van 1,7 procent.

Opvallend is dat volgens de cijfers van de NBB de krimp volledig toe te schrijven is aan de dalende binnenlandse vraag. Die nam met 0,4 % af. De huishoudens schroefden hun consumptieve bestedingen met 0,4 % terug, en gaven 1 % minder uit aan investeringen in woongebouwen. De overheid stond ook op de rem, met 0,2 % minder consumptie en 3 % minder investeringen.

Dankzij de buitenlandse handel bleef de daling nog beperkt. De buitenlandse vraag nam weliswaar ook af, maar ook onze import kromp, waardoor de handel met het buitenland uiteindelijk een positief saldo van 0,4 % bijdroeg aan de groei in het tweede kwartaal.

Nog geen recessie

Ondanks de krimp is er in ons nog geen sprake van recessie. Dat is pas het geval als er twee opeenvolgende kwartalen een krimp is. In het eerste kwartaal was er wel nog groei.

Luc Coene, de gouverneur van de NBB, gaf vorige maand in een controversieel interview wel al aan dat hij ook voor het derde kwartaal een krimp verwacht. In dat geval zou er wel sprake zijn van een recessie. Het feit dat Coene al waarschuwde dat ons land in een recessie zal belanden deed in politieke kringen veel stof opwaaien.

Bron: De Standaard