De consumptieprijzen in Japan zijn in april met 0,2 procent gestegen in vergelijking met een jaar eerder. In een land dat met chronische deflatie kampt, is dat een goede zaak, maar het streefdoel van de centrale bank om dit jaar 1 procent inflatie te bereiken is toch nog veraf.
Met 0,2 procent is de inflatie wel hoger dan verwacht. Volgens Bloomberg hadden economen maar 0,1 procent verwacht. In maart was immers al 0,2 procent inflatie opgetekend.
De Nippon Ginko stelde in februari een inflatiedoel van 1 procent voorop voor het lopende ‘boekjaar’ (april – maart). Volgend boekjaar zou dat dan 0,7 procent moeten worden.
Om dergelijk cijfer te bereiken zijn bijkomende stimuleringsmaatregelen nodig. Takeshi Miyazaki van de Democratische Partij van Japan hernieuwde daarom zijn oproep voor meer agressieve actie. Deze week hield de centrale bank haar kruit alvast droog: ze nam geen bijkomende maatregelen om de economie op hogere toeren te krijgen.
‘Naarmate duidelijk wordt dat de inflatievoorspelling van de centrale bank te optimistisch is, zal er druk op haar worden uitgeoefend om meer te doen’, vertelde Kiichi Murashima, hoofdeconoom van Citigroup Global Markets Japan, aan Bloomberg. ‘Om de economie uit de deflatie te krijgen, is een duurzame stijging van de lonen waarschijnlijk noodzakelijk.’
Mogelijk zullen hogere energiekosten helpen om de inflatie op te krikken. Voor het eerst in meer dan 40 jaar draaien er in Japan geen kerncentrales. Ze zijn allemaal stilgelegd voor onderhoud en controles, een gevolg van de zware kernramp in Fukushima. Tokyo Electric Power verwacht dat de prijzen voor gezinnen met 16 procent zullen stijgen en met 25 procent voor bedrijven.
Bron: De Tijd