Opgroeien in Brussel is een weg vol valkuilen. De jongeren komen uit kansarme milieus, zijn overwegend islamitisch en riskeren ongeschoold op de arbeidsmarkt geworpen te worden. Maar gun ze wat meer ondersteuning en we zullen de vruchten plukken, voorspelt socioloog Mark Elchardus.
Dat het onderzoek net op tijd komt, meent Mark Elchardus van de VUB, die een deel van ‘Jong in Brussel’ van het Jeugdonderzoeksplatform (JOP) voor zijn rekening nam. De omvangrijke studie moet een staalkaart bieden van de Brusselse jongeling, en dat was nodig. “Ze zijn een groep waarover veel gezegd en geschreven wordt, maar hen kennen, dat doen we niet.” Brussel biedt een specifieke context. Het is een jeugdige stad, maar liefst een kwart is jonger 20 jaar. De hoofdstad geldt ook als multicultureel en arm. Te verwachten valt dat ook de jeugd, die zich vooral met negatief gedrag als criminaliteit en relletjes in de kijker werkt, haar unieke kenmerken heeft. “In het Nederlandse onderwijs is 44,5 procent van de leerlingen moslim. Slechts 15 procent spreekt Nederlands met moeder én vader. Die resultaten zijn in zekere zin een bevestiging van onze vermoedens, maar toch verbazen ze. Het geeft in ieder geval aan dat de jeugd in Brussel meer dan verwacht een groep is met specifieke noden.”
Het onderzoek biedt aanleiding tot bezorgdheid, zegt Elchardus. “We zien in Brussel toch een relatief grote groep jongeren die een ernstig risico loopt om zonder of met een laag diploma de school te verlaten. Tegelijk weten we ook dat de sociaal-economische indicatoren niet gunstig zijn. In sommige wijken loopt de jeugdwerkloosheid op tot maar liefst 40 procent. Dat is een drama. Voor de jongeren, voor de samenleving en voor de economische toekomst van de stad. Brussel heeft meer en betere ondersteuning nodig, zeker op het vlak van onderwijs. Er is een specifieke groep voor wie meer inspanningen nodig zijn.”
Betekent dat dat het rapport een triestig beeld schetst van de Brusselse jeugd en de omstandigheden waarin ze opgroeien? Hoegenaamd niet. “Ondanks alles ben ik optimistisch over de jongeren in Brussel. Sommige indicatoren vallen immers een pak gunstiger uit dan verwacht. Zo blijkt delinquent gedrag bij allochtone jongeren helemaal niet hoger te liggen dan bij autochtone jongeren, wat ook al werd aangegeven in gelijkaardig onderzoek. Ook kijken de jongelui met een positief gevoel naar hun school en leerkrachten en participeren ze meer in het verenigingsleven dan we hadden voorspeld. Het blijkt dus best wel mee te vallen. De conclusie van ‘Jong in Brussel’ is dan ook dat er extra inspanningen nodig zijn voor de Brusselse jeugd, maar dat die ook zullen lonen.”
Bron: De Morgen
- Geef de oorzaken van armoede. Welke oorzaak (oorzaken) komt hier aan bod?
- Bouw de vicieuze cirkel op aan de hand van het artikel.
- Hoe probeert men deze vicieuze cirkel te doorbreken?
- Som de maatregelen op om armoede te bestrijden.
- Welke maatregel(en) zijn van toepassing op dit artikel?
