Gezinnen zonder stroomaansluiting op het Keniaanse platteland kunnen een zonnepaneleninstallatie afbetalen met microbetalingen via hun gsm.
De elfjarige Michael Saitabau kreeg vaak zijn huiswerk niet af omdat de zon vóór 19 uur onderging en de kerosinelampen thuis opraakten. Het donker was het signaal voor het hele gezin om naar bed te gaan. ‘Ik spijbelde vaak, omdat ik geslagen zou worden als ik zonder huiswerk naar school zou gaan’, vertelt hij.
In de Ngong Hills, de streek ten zuiden van Nairobi waar het huis van de Saitabau’s temidden van andere metalen en houten huisjes staat, is het licht van de sterren ’s nachts de enige lichtbron. In Kenia kan slechts een kwart van de mensen zich een aansluiting op het elektriciteitsnet veroorloven.
Als Michaels moeder Faith voldoende tijd en geld had om extra kerosine te kopen in de stad, bleef ze vaak op om handwerkproducten te maken die ze aan toeristen kon verkopen. Maar de inspanningen voor een beetje extra inkomsten voor het boerengezin gingen ten koste van haar gezondheid. ‘De rook van de kerosinelamp was slecht voor me’, zegt ze. ‘Als ik ophoestte, was het zwart.’
Het leven van Michael en zijn familie veranderde dankzij M-Kopa. Dat zonne-energiebedrijf biedt een schoon, goedkoop en duurzaam alternatief voor de energiebehoeften van gezinnen op het platteland. Na een aanbetaling van 35 dollar (32,5 euro) ontvangen ze een zonne-energiesysteem, bestaande uit een zonnepaneel op het dak, twee hanglampen, een zaklamp, een radio en een kastje om een mobiele telefoon op te laden.
Het gezin betaalt 0,43 dollar per dag voor het gebruik van het systeem. Na een jaar is het zonne-energiesysteem afbetaald en hebben de gebruikers gratis elektriciteit.
De afbetaling gebeurt door geld over te schrijven met de mobiele telefoon via het populaire M-Pesa-geldtransfersysteem voor mensen zonder bankrekening.
M-Kopa telt drie jaar na de oprichting 225.000 klanten in Kenia, Tanzania en Oeganda. Het noemt zich ’s werelds grootste prepaid-energieaanbieder voor huizen die niet op het elektriciteitsnet zijn aangesloten. M-Kopa wordt ook getest in Ghana en India. Het mikt op 4 miljoen klanten in 2020.
Met 650 medewerkers, duizenden verkopers en een omzet van 40 miljoen dollar zette M-Kopa zonne-energie in Oost-Afrika eindelijk op de kaart. ‘Men probeert al vrij lang om zonne-energie te verkopen in Afrika, maar ik denk dat het pas sinds vijf jaar kan’, zegt Chad Larson, de financieel directeur van M-Kopa.
Vroeger gaven westerlingen zonne-energie gratis weg. Die donorgestuurde markt verstoorde de markt. Tegelijk overstroomden goedkope, vaak ongereguleerde Chinese lampen de markt. ‘Mensen hadden hun vertrouwen in zonne-energie echt een beetje verloren’, zegt hij.
M-Kopa is een succesformule. De gemiddelde elektriciteitsloze Ke- niaan moet normaal zijn leven lang ongeveer 0,50 dollar per dag uitgeven aan energie. Dat vormt na eten vaak de grootste maandelijkse kostenpost voor een huishouden.
Ongeveer 60 procent van de 150.000 M-Kopa-klanten betaalt zijn lening binnen een jaar af en krijgt dan gratis stroom. Bij grote wanbetalers kan het systeem vanop afstand worden afgesloten. Daardoor betalen de meeste gebruikers wel iets en bedraagt M-Kopa’s verlies slechts 5 procent.
Wie netjes op tijd afbetaalt, kan nog andere M-Kopa-producten kopen, van kachels over fietsen tot regenopvangsystemen. Energiezuinige koelkasten en tablets zijn voor later gepland.
Als de familie Saitabau haar lening volledig heeft afgelost, wil ze nog twee lampen aanschaffen voor de slaapkamer die hun drie kinderen delen. Daardoor kan Michael een uitmuntende scholier blijven. ‘Ik zou heel graag eens een boek in bed lezen.’
‘Nu kunnen onze kinderen ook na het invallen van de duisternis studeren’
Licht in de duisternis brengen. De Indiërs Gyanesh Pandey en Ratnesh Yadav doen het letterlijk. Dankzij de verbranding van rijstkaf brengen ze stroom naar gebieden die tot voor kort na het vallen van de avond in duisternis zaten.
Pandey en Yadav – die als kind na het vallen van de avond meestal in het donker zaten – hebben gezworen dat ze met één druk op de knop licht naar gebieden brengen die nog steeds niet op het elektriciteitsnet zijn aangesloten.
Om hun bedrijf HPS milieuvriendelijk en levensvatbaar te maken, strikten ze Manoj Sinha, die bedrijfsbeheer had gestudeerd. Dat was in 2007, toen een derde van de bevolking van India nog steeds geen toegang tot elektriciteit had. Na een mislukte poging om van jatrophazaden biodiesel te maken, richtten de vrienden zich op rijstkaf, een afvalproduct dat ontstaat als bij gewone rijst de schil van de korrels wordt gescheiden. Ze stelden vast dat alleen al in de noordoostelijke deelstaat Bihar jaarlijks 1,8 miljard kilo rijstkaf weggegooid werd. Pandey en Yadav wilden uit die biomassa energie halen.
Met een subsidie van het Indiase ministerie van Nieuwe en Hernieuwbare Energie ontwierpen ze een elektriciteitscentrale die werkt op rijstkaf en die elke avond vijf tot zeven uur lang 400 huizen in een straal van 3 km van stroom voorziet. De klanten moesten 2,2 euro per maand betalen voor twee lampen en een mobiel laadstation.
‘Voorheen moesten we ’s avonds kerosinelampen of kaarsen gebruiken. Nu kunnen onze kinderen studeren na het invallen van de duisternis en kan ik ook mijn winkel openhouden’, zegt Ranjit, een slager in het dorp Dahwa.
HPS sloeg al snel zijn vleugels uit naar acht districten. In 2011 leverden ongeveer 70 minibiomassacentrales stroom aan meer dan 100.000 mensen. HPS leidde ook lokale jongeren op die de centrale zouden bedienen en onderhouden en die voor de levering en voor de inning van de facturen zouden zorgen. ‘Ik werd uitgekozen om opgeleid te worden en verdien nu 91 euro maand’, zegt Ajit Kumar. De geldschieters van HPS zijn onder meer de Universiteit van Virginia, de Universiteit van Texas, het Massachusetts Institute of Technology en Shell Foundation.
HPS kreeg ook met klachten te maken. Het ontdekte dat het verschillende gehuchten had overgeslagen op de kaart van de stroomvoorziening, omdat ze te ver weg waren of te dunbevolkt. Daar werden zonnepanelen geïnstalleerd.
Tegen 2014 veranderde het scenario opnieuw. HPS stelde vast dat zijn klanten niet langer tevreden waren met acht uur elektriciteit. Ze wilden stroom 24 uur per dag, 7 dagen in de week. Dus ging HPS op zoek naar een partner om biomassa en zonne-energie te bundelen, zodat er overdag zonne-energie zou zijn en ’s avonds stroom uit rijstkaf. HPS ging in zee met First Solar, een Amerikaanse fabrikant van fotovoltaïsche systemen, dat in het kapitaal van HPS stapte.
HPS lonkt nu naar Oeganda en Tanzania. ‘Die landen hebben een helderder beleid voor kleine energieproducenten en bieden ons exclusieve rechten voor acht tot tien jaar aan op voorwaarde dat we het stroomtarief vastleggen. Die zekerheid is er niet in India, wat investeerders wantrouwend maakt’, zegt Manoj Sinha, de CEO van HPS.