Het zal even slikken geweest zijn in de directiekamer van BYD, voluit Build Your Dreams. Amper enkele maanden nadat de ambitieuze Chinese autobouwer rivaal Volkswagen van de troon had gestoten als best verkochte automerk in China, volgde maandag al de eerste ontnuchtering. Hoewel de winst (+10 % tot 631 miljoen dollar) en de omzet (+4 %) in het eerste kwartaal van dit jaar nog lichtjes stegen, bleven de resultaten van BYD ver onder de verwachtingen van de analisten.
De verklaring is niet ver te zoeken. Om zijn pas veroverde marktaandeel in China te beschermen, verlaagde BYD agressief de prijzen over het hele gamma. Het goedkoopste model, de erg compacte elektrische Seagull-hatchback, kun je nu in China al kopen voor 69.800 yuan (minder dan 10.000 dollar). Daarnaast investeerde BYD ook fors in het premium- en luxesegment. Op de autoshow van Peking onthulde BYD vier nieuwe modellen en één concept voor “duurdere” merken als Denza, Yangwang en Fang Cheng Bao.
De gevolgen van de prijzenoorlog in China zijn in de hele productieketen voelbaar. Gevestigde westerse automerken als Volkswagen en Tesla (dat vorig jaar als eerste de prijzenoorlog ontketende) verliezen zienderogen marktaandeel en kunnen niet anders dan hun prijzen verder te verlagen. Of ze voegen nieuwe technische snufjes toe, zoals Musk wil doen: hij kreeg maandag groen licht om de zelfrijdende Autopilot van Tesla in heel China uit te rollen.
De grootse slachtoffers zijn wellicht de vele Chinese leveranciers van auto-onderdelen. Zij worden door de grote merken ongenadig tegen elkaar uitgespeeld, BYD niet het minst. Sloot de Chinese autoreus tot voor kort nog leveringscontracten voor twee tot drie jaar, dan doet hij dat nu nog slechts voor zes maanden. Bijkomend probleem: hoe meer BYD met agressieve kortingen in eigen land marktaandeel probeert te kopen, hoe meer het inzet op export van duurdere (en meer winstgevende) elektrische auto’s naar Europa en de VS. Vorig jaar steeg de uitvoer van BYD met liefst 153 %, tot net geen 100.000 voertuigen.
In de ‘tsunami’ van elektrische auto’s uit China die Europa dreigt te overspoelen – en die nu al tot overlast leidt in de havens – kan BYD een hoofdrol spelen. China heeft op papier een productiecapaciteit van 40 miljoen auto’s per jaar, waarvan het er nu amper 22 miljoen in eigen land kan verkopen, berekende het Chinese adviesbureau Automobility. Die 100.000 geëxporteerde BYD’s zijn dus nog maar het begin.
De gigantische overcapaciteit in China, deels veroorzaakt door staatssteun, blijft allicht dus niet zonder gevolgen. Om concurrentievervalsing tegen te gaan, overweegt Europa om het importtarief op Chinese elektrische auto’s met 15 tot 30 % te verhogen. Maar dat is nog “onvoldoende”, waarschuwt adviesbureau Rhodium Group in The Financial Times. Om te vermijden dat Chinese elektrische wagens de duurdere Europese automerken wegvagen, is een taks nodig van “minstens 50 %”. Dat zou BYD pas echt pijn doen.
